zoeken
mail a friend








De thermen: het Romeinse badcomplex

Romeinen vonden baden gezond en ontspannend. Hun badgebouwen, de thermen, zijn dan ook in alle uithoeken van het Romeinse rijk terug te vinden. Naast de geslaagde introductie van mediterraan voedsel, wijn, muntgeld, glas en andere zaken, bleek ook het badritueel in de eerste eeuwen na het begin van de jaartelling aan te slaan in onze streken.

Klik voor een grotere afbeelding
Zicht op de koudwaterbadzaal, het frigidarium.
Op de voorgrond een van de dompelbaden
Klik voor een grotere afbeelding
De warmwaterbadzaal met de resten van het vloerverwarmingssysteem
Een bronzen badflesje en een bronzen strigilis aan een ring, tweede eeuw, gevonden te Maastricht
Klik voor een grotere afbeelding
Zicht op de warmwaterbadzaal, caldarium (links), de overgangszaal, tepidarium (midden) en de koudwaterbadzaal, frigidarium (rechts).
Op de achtergrond de ronde zweetruimte, sudatorium.
Klik voor een grotere afbeelding
De resten van het Romeins Vloerverwarmingssysteem van de thermen.
De thermen van Coriovallum
De stad Heerlen, die in de Romeinse tijd Coriovallum heette, bezat een heus badcomplex dat rond 100 na Christus werd gebouwd, en tot in de 4de eeuw is gebruikt. Het was waarschijnlijk bedoeld voor soldaten, al zullen ook burgers de thermen hebben bezocht. De entreeprijzen mochten geen belemmering vormen, ze waren laag en voor iedereen betaalbaar. Mannen en vrouwen kwamen er baden, maar hoogstwaarschijnlijk niet tegelijkertijd.
Het badritueel was niet alleen goed voor de gezondheid van lichaam en geest; het gebouw was ook een sociale en zakelijke ontmoetingsplaats. De aanwezigheid van een eettentje, winkels en toiletten zorgden ervoor dat de bezoekers met gemak een paar uur konden blijven.
Vondsten van olie- en parfumflesjes, manicuresets, waterbekkens, schalen en schraapijzers (strigiles) laten zien dat het baden zelf in deze tijd meer was dan alleen schoonspoelen. Een verblijf in de thermen stond gelijk aan uitgebreide lichaamsverzorging. Overigens was dit al zo bij de oude Grieken.

Koud, lauw, warm en heet
De kleedruimte van het badgebouw heette het apodyterium, en lag uiteraard bij de ingang. Hierachter lag het frigidarium, het koudwaterbad, gevolgd door het lauwwaterbad. Dit tepidarium was vooral een ruimte om te rusten en je te laten masseren. Het vertrek werd geflankeerd door het sudatorium, de zweetruimte, en het heetwaterbad ofwel caldarium. Buiten waren bovendien nog een openluchtbad (natatio) en een sportruimte (palaestra) te vinden.
Voor de aan- en afvoer van water was in Coriovallum handig gebruik gemaakt van de natuurlijke situatie. Schoon water uit de Caumerbeek kwam het hoogstgelegen deel van het badhuis binnen en het vuile water verliet het terrein in de richting van de lager gelegen Geleenbeek.
De Romeinen gebruikten zelfs vloer- en wandverwarming (hypocaustum) in hun badcomplexen. De vloertegels rusten daarbij niet op de grond, maar op stapels stenen. De holle ruimte kon vanuit een stookplaats worden verwarmd met hete lucht. Holle buizen (tubuli), ingemetseld in de muur, vormden op dezelfde manier de wandverwarming.

Het badgebouw van Coriovallum is nog altijd te bezoeken omdat er een museum overheen is gebouwd. Een reconstructie van dit badhuis is bovendien te vinden in het themapark Archeon. Andere badgebouwen in Nederland zijn niet meer zo uitvoerig bewaard, maar de ligging is nog wel bekend. Maastricht heeft bijvoorbeeld de contouren van een badhuis in het plaveisel van een plein opgenomen en noemt het 'Op de Thermen'.

Badkamer aan huis
Ruimtes die met zo'n hypocaustum werden verwarmd, zijn niet alleen in badhuizen te vinden. Ze kwamen ook voor in luxe Romeinse boerderijen of landhuizen, zoals de villa die in Voerendaal (Limburg) is opgegraven. Ook bij een aantal inheemse boerderijen met Romeinse bouwsnufjes, zoals in Rijswijk (Zuid-Holland), is een hypocaustum gevonden. En zelfs in de badvoorzieningen van militaire grensforten (castella) langs de Rijn, treffen archeologen vloer- en wandverwarming aan.
Deze manier van baden verdween na het vertrek van de Romeinen, maar is inmiddels weer helemaal terug. Kortom: Caesars Veni, vidi, vici (ik kwam, zag en overwon) zou tegenwoordig een passende reclameslogan zijn voor de vele beautyfarms die ons land (weer) rijk is.

Monique Ras

Internet
Thermenmuseum
Archeon


Zie ook:
Thermen

Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland

Publicatiedatum:
15 april 2004