zoeken
mail a friend








Een gezonde geest in een gezond lichaam

Baden door de eeuwen heen
Badhuizen zijn in de loop der eeuwen veranderd van openbare wasgelegenheden tot ware zwemparadijzen.

Affiche ter promotie van zwemlessen, Waterleidingmuseum Utrecht

Vrouwen aan het strand, Waterleidingmuseum Utrecht
Het was lange tijd heel gewoon om naakt te zwemmen en te baden. Vanaf de 18de eeuw veranderde dat: van kop tot teen was men ingepakt in een badkostuum. Vooral dames waren zwaar uitgedost: jurk over broek, kousen, schoentjes, muts, het liefst nog met parasol erbij. In de 20ste eeuw maakt de badmode langzaam maar zeker haar entree. De bad- en zwemkleding wordt licht en luchtig, soms niet meer dan een string die de billen bloot laat.

De uitdrukking "Een gezonde geest in een gezond lichaam" is de vertaling van het Latijnse "Mens sana in corpore sano". Het gezegde is afkomstig van de Romeinse hekeldichter Decimus Junius Juvenalis (circa 62-142). Tal van gevleugelde woorden zijn van hem afkomstig, zo ook bijvoorbeeld "panem et circenses", brood en spelen.

"Een gezonde geest in een gezond lichaam" is zeer zeker van toepassing als het gaat over baden en zwemmen. De opvattingen die men daar over had zijn door de eeuwen zeer sterk wisselend. In de Oudheid kende men al een hoogstaande badcultuur. Dat geldt voor de Grieken, maar in nog sterkere mate voor de Romeinen. De openbare badhuizen, thermen, groeiden vooral onder de Romeinse keizers uit tot ware paleizen. Baden en zwemmen deed men als ontspanning en voor de gezondheid, niet voor de sport.

De Kerk stond in de Middeleeuwen nogal afkerig tegenover zwemmen en baden. Maar dat verhinderde niet dat badhuizen toen een bloeiend bestaan leidden, niet in het minst als bordelen. De Reformatie, maar ook de verspreiding van syfilis werden spelbrekers: zowel de geestelijke als de wereldlijke overheid maakten in de tweede helft van de 16de eeuw een eind aan de wufte badcultuur.

In de Gouden Eeuw werd zelfs de opvatting verkondigd dat baden en zwemmen ongezond was. In wezen bleef die opvatting bestaan tot in de 19de eeuw. Toen trad een duidelijke kentering op: baden en zwemmen gebeurde zowel om de gezondheid als om de ontspanning čn, voor het eerst, om de sport. Die aspecten versterkten zich in de loop van de 20de eeuw.
Openbare badhuizen zijn tegenwoordig verdwenen of hebben een andere functie gekregen. Zwembaden ontwikkelen zich tot subtropische zwemparadijzen; het liefst neemt men zelfs een duik in de Middellandse Zee of in een nog verdere zee of oceaan.

Jos de Meyere

 

 

 


Instelling:
Waterleidingmuseum Utrecht

Publicatiedatum:
15 april 2004