zoeken
mail a friend








Zeilen met een smalle beurs

Bij zonnig weer zien de Nederlandse meren tegenwoordig wit van de zeilboten. Zeilen is populair, en niet alleen voor de rijken. Dat is voor een groot deel te danken aan de creativiteit van een kapper uit het Friese Bergum, Hendrik Bulthuis.

Bulthuis (1892-1948) was niet alleen handig met een kappersschaar. Hij knutselde aan allerlei apparaten, en zijn grootste passie was het bouwen van zeilboten. Het verhaal wil dat hij regelmatig klanten ingezeept met scheerschuim achterliet omdat hij weer een ingeving had voor de boot waar hij mee bezig was.
Als fanatiek zeiler zat het hem dwars dat alleen de notabelen van Bergum en omgeving op het Bergumermeer te zien waren. Zeilboten waren in die tijd veel te duur voor gewone arbeiders. Daarom besloot Bulthuis een boot te ontwerpen die wel betaalbaar was voor mensen met een smalle beurs. Het was het begin van de BMer, Bergumermeer.



Lattenbouw
In de jaren '20 van de vorige eeuw ontwikkelde Bulthuis een nieuw en veel goedkoper bouwsysteem. Tot die tijd werd de romp van het schip met precies afgemeten lange planken van voor naar achter gebouwd, op mallen die later weer verwijderd werden. Bulthuis stapte af van die complexe werkwijze. In plaats van planken spijkerde hij honderden smalle latten op de mallen. De mallen werden niet verwijderd, maar gebruikt in de constructie. Deze bouwwijze noemt men tegenwoordig de Bulthuis-methode.
In 1928 voltooide Bulthuis het eerste exemplaar van de BMer. Het scheepje was 4,75 meter lang, 1,5 meter breed en had een zeiloppervlak van 12 vierkante meter. Wie handig genoeg was, kon voor 100 gulden zijn eigen boot maken. Het werd een groot succes.


Zestienkwadraat
Bulthuis zelf was nog niet tevreden. In het kippenhok naast zijn huis maakte hij een iets grotere versie met dezelfde bouwmethode. Deze boot, die 250 gulden kostte, was 6 meter lang en had een zeiloppervlak van 16 vierkante meter. Dat was het maximum, want in die tijd werd er belasting geheven op boten met een zeil dat nog groter was.
In 1931 werd dit model, dat wel de vergrote BMer wordt genoemd, met kleine aanpassingen een officieel wedstrijdmodel van de Noord-Nederlandse Watersportbond (NNWB), onder de naam Zestienkwadraat. Deze boot overvleugelde de oorspronkelijke BMer en groeide uit tot de populairste zeilboot van Nederland. Bij de bouw van bruggen werd zelfs rekening gehouden met de masthoogte van de Zestienkwadraat.
Aanvankelijk twijfelden ervaren zeilers of de 'takkenbos' lang mee zou gaan, omdat de romp door de losse latten relatief veel water doorlaat. Maar ruim zeventig jaar later zijn er nog altijd BMers van het eerste uur in goede staat te zien op de Friese meren, en ver daarbuiten.
Eén ideaal van Bulthuis is wel gesneuveld. Zelf boten bouwen doet vrijwel niemand en een nieuwe BMer kost allang geen 100 gulden meer. Maar daar staat tegenover dat er nu een bloeiende handel is in tweedehands BMers. Zo is de boot nog altijd te betalen voor degenen voor wie Bulthuis de boot ontwierp; mensen met een smalle beurs.

Erik Betten


Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland

Publicatiedatum:
7 juli 2004