Langs de Romeinse grens (Limes)
Het grensfort (castellum) Carvium lag in de Romeinse tijd dicht bij de splitsing van Rijn en Waal, en niet ver van de dam en het kanaal van Drusus. Hier stak de Limesweg de Waal over en dat was waarschijnlijk de aanleiding om er rond 40 n. Chr. een versterking te bouwen. Het fort huisvestte lange tijd het cohors II civium Romanorum equitata pia fidelis. De vermelding 'civium Romanorum' betekende dat de soldaten uit deze hulptroep het Romeinse burgerrecht bezaten. De soldaten verlieten Carvium waarschijnlijk rond 275 n. Chr., maar het fort speelde mogelijk in de vierde eeuw opnieuw een rol. Er zijn aanwijzingen dat het fort ook een dorp (vicus) en een grafveld bezat. Dankzij de grafsteen van M. Mallius, een soldaat uit Genua, kennen we de naam van het castellum. Volgens de inscriptie op de grafsteen ligt Mallius begraven in 'Carvium ad Molem'. Hierdoor weten we ook dat daar een dam (moles) moet hebben gelegen.
|
Romeinse wrijfschaal van dikwandig aardewerk. Foto: Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, Amersfoort |
Wat is hier gevonden?
Van het fort zelf is vermoedelijk niets meer over. De resten zijn weggespoeld door de rivier. Baggerwerkzaamheden in polder De Bijland -tegenwoordig een watersportgebied- leverden vanaf 1938 talrijke vondsten op. Deze vondsten, zoals fragmenten van stenen gebouwen, de bovengenoemde grafsteen, militaire voorwerpen, uitrustingsstukken en dakpanstempels vormen een bewijs voor de aanwezigheid van een castellum.