zoeken
mail a friend








Romanisatie

Met de komst van de Romeinen veranderde er op economische en cultureel gebied veel in ons land. De inheemse stammen namen geleidelijk aan Romeinse gebruiken en gewoonten over. Dit proces heet Romanisatie. Een grote rol was daarbij weggelegd voor het leger, dat buiten Italië de plaatselijke bevolking liet kennismaken met Romeinse levenswijzen. Ook nam het plaatselijke manschappen op in de hulptroepen, wat het inburgeringsproces voor hen versnelde.

De inheemse stammen
Voor de stammen in Neder-Germanië was de ligging ten opzichte van de Limes cruciaal voor de mate van Romanisatie. De Bataven en Cananefaten, wonend ten zuiden van de Rijn, waren bondgenoten van de Romeinen. Hun woongebieden werden gaandeweg omgevormd tot Romeinse bestuurlijke districten, civitates, met een stad als centrum. De bevolking kreeg te maken met dienstplicht en viel onder het Romeinse rechts- en belastingstelsel. Hun grondgebied werd voorzien van een Romeinse infrastructuur met een uitgebreid wegennet en op dat grondgebied lag de verdedigingszone langs de grens: de Limes. Voor een aanzienlijk deel van de bevolking, met name op het platteland, veranderde er eigenlijk niet zoveel. Hun 'Romanisatiegraad' was dan ook lager. Ze bleven zich bezighouden met landbouw, zij het met gebruik van Romeinse goederen.

De stamhoofden en belangrijke families uit het vrije gebied ten noorden van de Rijn onderhielden wel diplomatieke en handelscontacten met de Romeinen, maar de stammen vielen niet onder het Romeinse bestuur. Romeinse gebruiksgoederen vonden hun weg naar de overkant van het water.
Wie ten noorden van de grens woonde, zoals bijvoorbeeld de Friezen, konden ook bondgenoot zijn van de Romeinen. Hun opstand in 28 n. Chr. maakte daar een einde aan. Na 47 n. Chr. maakte het Friese gebied definitief deel uit van het vrije Germanië.

Met dank aan Rome
Via import maakte het zuiden van Nederland kennis met het Latijn, muntgeld, een systeem voor maten en gewichten, olijfolie, Mediterrane kruiden, wijn, papaver en vissaus. Kip verscheen voor het eerst op de boerderij en op het menu. Iets totaal anders was de aandacht van de Romeinen voor hun lichaam. Ze namen een uitgebreide badcultuur mee naar onze streken.

Landbouw en handel
De aanwezigheid van manschappen in de grensforten zorgde voor een enorme vraag naar voedsel en materiaal. De plaatselijke bevolking moest de productie van voedsel en materiaal verhogen of aanpassen. In het zuiden van het land bevorderden de Romeinen daarvoor het ontstaan van grootschalige bedrijven voor de landbouw (villae rusticae).

Voor producten kon in die tijd voor het eerst worden betaald. Want ons land kreeg te maken met een monetair stelsel. Toch bleef bij de inheemse bewoners ook de ruilhandel populair.

Industrieel vervaardigd

Stilleven met Romeins aardewerk.
Foto: Rijksmuseum van Oudheden, Leiden

 

De Romeinen introduceerden in onze streken de draaischijf voor het vervaardigen van aardewerk serviesgoed, wat een verhoging van de productie en de kwaliteit betekende. Het meest bekende Romeinse aardewerk, en ook meteen het meest luxe, is het terra sigillata.

Het inheems vervaardigde aardewerk was -en bleef- voornamelijk met de hand gevormd. Naarmate een gebied meer geromaniseerd was, wordt er in opgravingen meer gedraaid aardewerk aangetroffen.
 
Na de Romeinen
Na het vertrek van de Romeinen werd de economie weer grotendeels zelfvoorzienend. De (handels)wegen en andere Romeinse ingrepen in het landschap raakten in verval. De Romeinse cultuur verdween naar de achtergrond. De steden, bestuursvormen en de rechtspraak verdwenen.


Hoofdartikel:
Culturen in contact

Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland

Publicatiedatum:
11 januari 2005