zoeken
mail a friend








Groteske versieringen

Anders dan je zou denken, komt het woord grotesk voor een versiering niet van groot, maar van grot. Grotesken - in de 1ste eeuw na Chr. bedacht, in de 14de eeuw herontdekt - waren eeuwenlang de meest populaire versieringen.

Opstapelen
Geen versieringsmotief vereist zoveel fantasie van een kunstenaar als een groteske. Opeenstapelingen zijn het, van menselijke figuren in allerlei uitvoeringen. Vogels, bloemranken, draperieën, bloemenmanden, medaillons, eigenlijk alles wat je kunt verzinnen. Als je het maar opstapelt en ervoor zorgt dat het symmetrisch is: links en rechts hetzelfde.

Klik voor een grotere afbeelding
Een echte 'grotesk' uit de Domus Aurea, Rome

Ondergronds
Het begon allemaal in de 14de eeuw in Rome. Toen werden bij toeval de restanten van het kolossale superluxueuze paleis van de wrede keizer Nero ontdekt. Het paleis stond bekend als Domus Aurea, ofwel Gouden Huis, wat genoeg zegt over de weelde ervan.
Keizers na Nero hadden hun best gedaan Domus Aurea weg te vagen, uit afschuw over zijn wreedheden. Delen van het paleis waren volgestort met puin en nieuwe gebouwen waren erbovenop gebouwd: het Colosseum, de Thermen van Trajanus. Een deel van het paleis dat door alle bouwactiviteiten inmiddels onder de grond was verdwenen, bleef hierdoor intact. De zalen waren alleen toegankelijk voor wie zich aan touwen naar beneden durfde te laten zakken. Heel wat kunstenaars deden dat, aangespoord door verhalen over de muurschilderingen in het paleis. Wat ze zagen gebruikten ze in hun schilderijen: de grotesken (in het Italiaans grotteschi) waren geboren. Groteske van grot, want daar leken die ondergrondse paleiszalen op.

Klik voor een grotere afbeelding
Groteskenversieringen in de tweede Loggia van Rafaël in het Vaticaans paleis, Rome

Rafaël
Klik voor een grotere afbeelding
Detail van een fries met groteske figuren en dieren. Cornelis Floris, 1552, Rijksmuseum Amsterdam
Klik voor een grotere afbeelding
Fragment met grotesk van een 19de-eeuwse plafondschildering in de salon van Museum Paul Tétar van Elven, Delft, 1886. Geschilderd door A.F. Gips. © Museum Paul Tétar van Elven
Echt beroemd werden de grotesken pas toen de schilder Rafaël besloot ze als inspiratiebron te gebruiken voor de decoraties in de gangen (de Loggie) in het Vaticaans paleis (1518-19), al waren zijn grotesken veel kleurrijker en fantasievoller dan die uit de 1ste eeuw. Er verschenen prenten van zijn decoraties en kunstenaars gingen zelf hun eigen grotesken verzinnen. Overal in Europa werden paleizen en huizen, meubels, stoffen en aardewerk versierd met groteskenmotieven.

De eeuwen door
De liefde voor de grotesken kreeg een nieuwe impuls in de 18de eeuw. Toen werden de Romeinse steden Pompeji en Herculaneum ontdekt, ooit - in 79 na Chr. - bedolven onder de as en de lava van de Vesuvius. Ook in die huizen kwamen volop grotesken voor.
Die symmetrische versieringen op een lichte achtergrond pasten uitstekend bij de smaak van de 18de eeuw en opnieuw werden huizen en paleizen volop gedecoreerd met het groteskenmotief.
De 19de eeuw staat erom bekend dat oude stijlen uit welke tijd dan ook werden gebruikt in de architectuur, maar ook in de interieurkunst. De grotesken werden daarbij niet vergeten. Wie erop let ziet in allerlei 19de-eeuwse gebouwen (zelfs stations of postkantoren) opeens een gang, een doorgang of een plafond met grotesken opduiken.
Nu is het alweer meer dan een eeuw stil op groteskengebied. Maar wie weet is die stilte tijdelijk en ontdekt binnenkort weer iemand hoe decoratief de grotesken zijn. Uit de recente Complete Encyclopedia of Illustration, met bijna 12.000 copyright-free illustraties, kun je de grotesken van Rafaël in elk geval zo overnemen.  

Annemarie Vels Heijn


Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland

Publicatiedatum:
5 oktober 2004