zoeken
mail a friend








Tatoeëren met roet en rietsuikersap

"Tatoueering gebeurt met een omgebogen stokje, waarin eenige naalden zijn bevestigd. Op het stokje wordt geklopt en de naalden dringen 3 mm. in de huid. Het tatoueeren gebeurt met een malletje, dat zwart gemaakt is met een mengsel van roet en rietsuikersap." Toen Hendrik Freerk Tillema in 1931 naar de Dajaks in Apo Kajan ging om hun gebruiken vast te leggen, raakte hij gefascineerd door de wijze de mensen zichzelf verfraaiden. Tatoeages, lange oorlellen en zwarte tanden, in westerse ogen misschien vreemd, maar voor de Dajak-vrouwen heel wat meer dan alleen een schoonheidsideaal.

 
Klik voor een grotere afbeelding
"Tatoueering behoort bij het toilet. De bewerking veroorzaakt veel pijn."
 
Klik voor een grotere afbeelding
"Hier een getatoueerd been. De teekeningen zijn zeer bijzonder, aan de teekeningen kan men zien of men te maken heeft met een adellijke of niet adellijke Dajak."
Klik voor een grotere afbeelding
"Op lange oorlellen is men zeer gesteld."
Klik voor een grotere afbeelding
"Zwarte tanden vindt de Dajak mooi. Dat zwart kleuren wortelt in den godsdienst.. Wellicht is die gewoonte ontstaan, omdat men het offeren der tanden niet meer wilde. Om nu de geesten te foppen, maakte men ze zwart. Het zwart kleuren geschiedt met  een mengsel van ijzerhoudende aarde en een blad, dat looizuur bevat."
Klik voor een grotere afbeelding
"Wimpers en wenkbrauwen trekt men uit."
Alle foto's: H.F. Tillema, collectie Rijksmuseum voor Volkenkunde
Expeditie
Aan de expeditie naar Apo Kajan, diep in Borneo, was jarenlange voorbereiding voorafgegaan. Tillema was apotheker die in Nederlands-Indië fortuin had vergaard met de fabricage van koolzuurhoudende drankjes. Hij wilde iets terugdoen voor de bevolking en zette zich decennialang in om de levensomstandigheden van de autochtone bevolking te verbeteren. Toen hij al in de zestig was wilde hij zijn oude droom realiseren: de cultuur van de geïsoleerde Kenja Dajaks beschrijven en op beeld vastleggen. Hij verbleef tien maanden in Apo Kajan en kwam terug met materiaal voor een boek en een film, en honderden foto's.

Exotisch
Net als veel fotografen en filmers in die tijd, richtte Tillema zijn lens vooral op cultuuraspecten die in zijn ogen bijzonder waren. Hij haalde vrouwen voor de lens met zwartgeverfde tanden, uitgerekte oorlellen en tatoeages. Toch was Tillema anders dan andere fotografen. Hij deed een oprechte proging deze in westerse ogen vreemde gebruiken voor een breed publiek te duiden. In die zin zou men hem met recht een selfmade antropoloog kunnen noemen.

Godsdienstig gebruik
Hij legt uit waarom vrouwen zich laten tatoeëren. Als een Dajak-vrouw sterft, gaat ze naar de hemel, zo legt Tillema uit. De onstoffelijke ziel, de beroewa, draagt nog steeds de tatoeage die zij tijdens haar leven heeft laten zetten. De reis naar het hiernamaals is moeilijk. Ze moet van een bewaker toestemming krijgen om een ravijn te passeren.
"Die brug is doorloopend in draaiende beweging, zoodat ze zonder haar stil te leggen niet kan worden gepasseerd. De waker legt ze stil als blijkt, dat de vrouw in haar leven een goede echtgenoote is geweest voor den man, een goede moeder voor de kinderen, een flinke huisvrouw is geweest, een tatoëering draagt, die aan den eischen voldoet." Vervolgens komt ze op een stikdonkere weg. Maar dan is de tatoeage haar redding. Deze straalt licht uit, zodat ze door kan lopen. Hoe donkerder de tatoeage, hoe meer licht het uitsraalt. "Men dient te bedenken, dat volgens de meening der menschen in den hemel alles omgekeerd is van toestanden hier op aarde: licht is daar duisternis, zwart is daar wit, ja is daar neen, enz."

Materiële techniek
Vrouwen droegen tatouages op handen, armen en benen. Hij legt minutieus uit hoe het proces in zijn werk gaat. Het eerder genoemde malletje wordt op de huid geplaatst. Het figuur maakt een afdruk op de huid en langs de randen hiervan wordt de huid met de naalden bewerkt. Een volledige tatouage zetten duurde ongeveer een maand. "Deze operatie veroorzaakt zeer veel pijn", signaleert Tillema. De pijn werd voor lief genomen, want het was de prijs voor schoonheid en een plekje in het hiernamaals.

Carinda Strangio


Internet
Het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden beheert het archief van Tillema, waaronder zijn foto's. 
De 16mm-film Naar Apo Kajan (1933, 67 minuten, zwijgend) bleek 1989 in de archieven van het Filmmuseum te liggen. Het Filmmuseum heeft in 2002 een programma aan Nederlands-Indië gewijd, in het kader waarvan een aantal delen uit de film op internet zijn geplaatst: over 'het toilet' en over de reis. In de sequentie over het toilet komen alle hier besproken schoonheidsidealen aan bod.

Literatuur
Lucia Lindner & Carinda Strangio
Naar Apo-Kajan! Een analyse van het beeldmateriaal gemaakt door H.F. Tillema in Apo-Kajan, Doctoraalscriptie Culturele Antropologie, Leiden, 1992

Tillema heeft talloze publicaties op zijn naam staan. Een daarvan is het boek over deze reis "Apo-Kajan, een filmreis naar en door Centraal-Borneo" (1938).


Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland

Publicatiedatum:
29 september 2004