zoeken
mail a friend








De collectie van de vereniging met de lange naam

Zo'n 130 jaar geleden, in 1874, nam de koopman-bankier C.P. van Eeghen, samen met een aantal andere vooraanstaande Amsterdammers, het initiatief om in samenwerking met eenige kunstvrienden en geruggesteund door het groote publiek, langzamerhand eene Stedelijke Verzameling van Hedendaagsche Kunst in het leven te roepen.

De VVHK
Het was in de tijd dat de Haagse School in opkomst was en eigentijdse schilders op de voorgrond traden zoals Marius Bauer, George Breitner, Willem Maris en Suze Robertson. Amsterdam had destijds nog geen stedelijke verzameling moderne kunst zoals Rotterdam, Den Haag en Dordrecht die wel kenden.
Er werd een instituut opgericht: de Vereniging tot het Vormen van eene openbare verzameling van Hedendaagsche Kunst te Amsterdam (VVHK).
Het aantal leden en donateurs van de 'vereniging met de lange naam' was niet groot, de middelen waren gering. Maar door vele schenkingen, legaten en bruiklenen breidde de verenigingscollectie zich toch snel uit. Onderdak werd eerst gevonden in het voormalige Oude Mannenhuis, vervolgens in het Museum Van der Hoop en in 1885 in het pas voltooide Rijksmuseum.

Klik voor een grotere afbeelding
De bouw van het Stedelijk Museum in 1895, foto Jacob Olie

Samen naar een stedelijk museum
De tentoonstellingsruimte van de VVHK in het Rijksmuseum bleek na twee jaar alweer te klein. Daarom werd een commissie in het leven geroepen ter bevordering van de bouw van een eigen Stedelijk Museum.
Dat kon kort daarna gerealiseerd worden met gemeentelijk geld, aangevuld met een aanzienlijke donatie in 1890 uit het legaat van de niet onbemiddelde mevrouw Lopez Suasso, die daarmee postuum ruimte kon bieden aan haar aanzienlijke en uiteenlopende kunstverzamelingen.
In 1895 vond de verhuizing van de collectie van de VVHK plaats naar het gloednieuwe gebouw aan de Paulus Potterstraat, dat ook wel het Suasso Museum werd genoemd. Zo legde de collectie van de Vereeniging tot het Vormen van eene verzameling van Hedendaagsche Kunst ooit mede de grondslag voor de collectie van het Stedelijk Museum Amsterdam.

Klik voor een grotere afbeelding
Jozef Israëls, Na de storm, 1860, collectie Stedelijk Museum Amsterdam

De collectie van de VVHK
Aanvankelijk waren voornamelijk Nederlandse kunstenaars vertegenwoordigd in de VVHK-collectie. Er waren weinig Franse meesters en nauwelijks levende meesters in de collectie. De verzameling was grotendeels opgebouwd uit bruiklenen en schenkingen.
Maar met groot enthousiasme werden fondsen bijeengebracht en de verzameling werd doelbewust uitgebreid. Toen de gemeente in 1910 zelf begon te verzamelen, werd deze collectie samen met die van de Vereniging als één geheel beschouwd en getoond. Er was goed overleg; zo kocht de gemeente eigentijds werk van de levende meesters en de Vereniging kocht bij voorkeur werk van de schilders van de inmiddels meer gevestigde Haagse School. De verzameling van de vereniging was daarom ook meer behoudend.
Na de Tweede Wereldoorlog werd besloten om de verzameling van de VVHK definitief over te dragen aan de gemeente Amsterdam. Zo kreeg het Stedelijk Museum in 1949 een groot deel van de collectie VVHK, een collectie die weliswaar niet meer dagelijks wordt getoond, maar waaruit nog steeds regelmatig wordt geput ten behoeve van tentoonstellingen elders.

Klik voor een grotere afbeelding
Rik Wouters, Late sneeuw, 1912, collectie Stedelijk Museum Amsterdam
Conflict
De VVHK verzamelde, zoals gezegd, aanvankelijk werk van de Haagse School van kunstenaars als H.W. Mesdag, Anton Mauve en Jozef  Israëls. Later werden ook werken aangekocht van de Amsterdamse Impressionisten zoals G.H. Breitner, Isaac  Israëls en Willem Witsen en werken van 19de-eeuwse Franse kunstenaars als Camille Corot, Gustave Courbet en Charles Daubigny.
De behoudende smaak van de VVHK leidde in 1909 tot een conflict met museumconservator C.W.E. Baard. Tengevolge van dit conflict - de VVHK weigerde een portret van Jan Toorop als geschenk te aanvaarden - kreeg Baard de beschikking over een afzonderlijke expositieruimte in het museum en een bescheiden budget voor tentoonstellingen.
Pas in de jaren dertig gingen de VVHK en het Stedelijk Museum samenwerken op het gebied van aankopen. De Vereniging stelde zich inmiddels minder behoudend op. Bovendien werd de verwarrende scheiding in presentatie van beide collecties opgeheven.
In 1949 en in 1962 werden er nog twee omvangrijke schenkingen door de Vereniging gedaan aan het Stedelijk Museum, die samen ongeveer 300 kunstwerken omvatte. Hierdoor werd de collectie van het Stedelijk Museum twee grote en belangrijke collecties rijker van de laat 19de-eeuwse en vroeg 20ste- eeuwse kunst.

Bekijk de collectie van de VVHK


Zie ook:
Instelling:
Stedelijk Museum Amsterdam

Publicatiedatum:
12 april 2005