zoeken
mail a friend








Collectie Cleveringa

Tussen 1988 en 1993 schonk collectioneur Piet Cleveringa 170 kunstwerken aan het Rijk. De collectie schilderijen, beelden en werken op papier ging naar de Rijksdienst Beeldende Kunst (RBK), destijds onderdeel van het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, en voorloper van het huidige Instituut Collectie Nederland.

Piet Cleveringa in het atelier van Lucebert, foto Lucebert, © erven Lucebert

 

De schenking Cleveringa

De schenking Cleveringa bestond uit werk van zo'n 96 naoorlogse Nederlandse kunstenaars en beslaat een periode van ongeveer vijftig jaar.
Het is niet bij deze ene schenking gebleven; de collectioneur kon het niet laten en verzamelde verder. Naast de schenking aan de RBK heeft Cleveringa recentelijk een deel van zijn collectie gedoneerd aan het Stedelijk Museum de Lakenhal te Leiden. Zijn verzameling kunstboeken schonk hij  aan de Leidse universiteitsbibliotheek.

Wie is de verzamelaar Cleveringa?
Piet Cleveringa (1917) groeide op in een culturele sfeer: zijn moeder was klassiek zangeres, zijn ouders hadden 17de-eeuwse schilderijen aan de muur en er werden toneelvoorstellingen en concerten bezocht.
Na zijn studie rechten werkte Cleveringa onder andere als topambtenaar Directie Politie bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Tijdens zijn lunchpauzes bezocht hij Haagse galeries. Verder zette hij zich in voor het toneel. Hij kwam echter pas goed in aanraking met de moderne kunst toen hij in 1958 werd gevraagd het voorzitterschap van de Haagse Kunstkring op zich te nemen. Hierdoor kwam hij geregeld op openingen van tentoonstellingen (o.a. van leden van de Kunstkring), ontmoette hij veel kunstenaars en bezocht hij ook hun ateliers.

Het opbouwen van een verzameling
Tot midden jaren zestig bleef Cleveringa's aandacht beperkt tot de kunstenaars uit de Haagse Kunstkring, maar nadat hij het voorzitterschap van de kring had overgedragen, verruimde hij zijn aandachtsveld. Tegelijkertijd begon hij werk van kunstenaars aan te kopen, zowel bij de kunstenaars op het atelier als via galeries in Den Haag. De wekelijkse boterhammenlunch bij de Haagse galerie Nouvelles Images van Ton Berends was belangrijk in de ontwikkeling van Cleveringa's verzamelcarrière.
Vanaf 1974 verplaatste Cleveringa's aandacht zich geleidelijk van Den Haag naar Amsterdam, waar hij aankopen deed bij galeries als Espace, Collection d'Art en Jurka.
Door de overstap naar Amsterdam begon Cleveringa breder te verzamelen. Toch beperkte hij zich tot Nederlandse kunstenaars. Meestal gaat het om niet meer dan twee werken, een enkele keer meer, zonder voorkeur voor een bepaalde stroming; ik kocht wat ik mooi vond, licht Cleveringa toe. Toch ontstond op die manier een globaal overzicht van Nederlandse beeldende kunst inclusief beeldhouwkunst uit de periode 1960 tot ongeveer 1985.

Het interieur van de Kijkschuur in Acquoy, foto Thijs Quispel

Cleveringa en het publiek
In zijn Haagse appartement hield Cleveringa wel eens een tentoonstelling voor vrienden. Toen Cleveringa zich in de Betuwe in Acquoy aan de Linge vestigde, begon hij serieuze tentoonstellingen te maken. In de Kijkschuur, de voormalige koeienstal bij zijn huis, organiseerde hij tentoonstellingen van zowel zijn eigen collectie, als van  kunstenaars waarmee hij in contact was gekomen. Gedurende de periode 1980 tot 1991 traden vele kunstenaars voor het voetlicht, zowel in solo- als in groepstentoonstellingen. Hoogtepunt vormde de tentoonstelling Beelden aan de Linge (1984), waar speciaal vervaardigde beelden stonden opgesteld langs een route door de landelijke omgeving tussen de Kijkschuur en het Fort Asperen. Beelden aan de Linge zou de trendsetter worden van vele landelijke buiten tentoonstellingen.

Ger Lataster, Zonder titel, 1975, verzameling Instituut Collectie Nederland uit de collectie van Cleveringa

Belang van de collectie Cleveringa voor het ICN
De opbouw van de collectie Cleveringa vertoont veel overeenkomsten met die van de collectie van het ICN, die - waar het de moderne kunst betreft - enerzijds door de BKR-regeling, en anderzijds door gerichte aankopen en schenkingen, zijn huidige omvangrijke en encyclopedische opbouw heeft verkregen. Cleveringa kocht vaak werk aan van kunstenaars die al met ander werk in de Rijkscollectie waren vertegenwoordigd, zodat in veel gevallen meer werken van één kunstenaar kunnen worden getoond, en in sommige gevallen een goed overzicht beschikbaar is.
Eén van de taken van het Instituut Collectie Nederland is het in bruikleen geven van de Rijkscollectie aan musea en overheidsinstellingen (zoals bijvoorbeeld ministeries en ambassades), zodat de collectie zoveel mogelijk zichtbaar en toegankelijk is.
De kunstwerken uit de Schenking Cleveringa zijn ondergebracht bij vele musea, zoals het Rijksmuseum Twenthe te Enschede, het Centraal Museum te Utrecht, Museum Bommel Van Dam te Venlo, het Noordbrabants Museum te Den Bosch, het Van Abbe Museum te Eindhoven, het Stedelijk Museum te Amsterdam, het Stedelijk Museum de Prinsenhof te Delft, het Museum Boijmans Van Beuningen te Rotterdam, Stedelijk Museum de Lakenhal te Leiden en het Museum voor Moderne Kunst te Arnhem.

Bekijk de collectie Cleveringa

Tentoonstelling
Op dit moment tot en met 4 september 2005 is er in het Kröller Müller Museum een tentoonstelling te zien met 17 werken die Piet Cleveringa de afgelopen jaren aan dit museum heeft geschonken.

Instelling:
Instituut Collectie Nederland

Publicatiedatum:
27 juni 2005