zoeken
mail a friend








De families Trip en de Geer

Louys en Hendrick Trip kwamen uit een familie van handelaren in ijzer en wapens, zowel van vaders- als  moederszijde. Door onderlinge huwelijken wisten ze de belangen te verstrengelen en een machtig imperium op te bouwen.
De wapenschilden van Hendrick Trip en Johanna de Geer, geschilderd op het plafond door Nicolaas de Heldt Stockade in de zaal van Hendrick Trip, foto bMA

Johanna de Geer (1629 - 1691), de tweede vrouw van Hendrick Trip met haar kinderen Cecilia en Laurens, in ca. 1663 geschilderd door Ferdinand Bol. Schoorsteenstuk uit het huis van Hendrick Trip, bruikleen van het Rijksmuseum Amsterdam, afbeelding KNAW, foto Gert Jan van Rooij
Louys en Hendrick waren de zonen van de in Zaltbommel geboren Jacob Trip (1575-1661) en de uit Luik afkomstige dochter van een ijzerhandelaar, Marguerite de Geer (1583-1672). Jacob, begonnen als schipper-koopman op de Maas, had zich in Dordrecht gevestigd, waar hij samen met zijn broer Elias (getrouwd met Marguerites zuster Marie) handelde in wapens, ijzer, zout en koper. De broer van Marguerite en Marie, Louys de Geer (1587-1652) zat eveneens in de branche. Deze deed rechtstreeks zaken met Zweden, waar de ijzermijnen en geschutgieterijen waren, en wist daarop met financiële steun van de Trippen in 1627 het monopolie te verkrijgen. In diezelfde periode verbleven ook Louys en Hendrick Trip enige jaren in Zweden; Louys in dienst van zijn oom, Hendrick als vertegenwoordiger van de Trippen. Terug in Nederland begonnen ze in 1634 in Amsterdam met hun oudste broer Jacob een eigen bedrijf: 'Jacob, Louys & Hendrick Trip kooplieden in waepenen, geschut, cogels & amonietie van oorloge'. Daarnaast handelden zij in ijzer en teer. Er werden schatten verdiend. Zoveel dat broer Jacob in 1651 uitgekocht kon worden voor ruim fl 200.000.-. Een gigantisch bedrag!

Klik voor een grotere afbeelding
Geschutgieterij van Julitha Bruk van de familie Trip bij Nyköping, Zweden, geschilderd door Allart van Everdingen tussen ca. 1645-75, olie op doek, 192 x 254,5 cm,  Rijksmuseum Amsterdam

Julitha Bruk
De broers Trip werden de grote concurrent van oom Louys de
Geer. Waren ze voor de import van producten aanvankelijk nog
afhankelijk van hem, in 1655 wisten ze De Geers monopoliepositie in Zweden te doorbreken, doordat de enige geschutgieterij die erbuiten viel, Julitha Bruk, toen in handen kwam van Hendrick Trip. Tot dan werd de fabriek gepacht door Mathias de Geer, een ver familielid én toevallig de schoonvader van Hendrick. In 1646 was hij in Zweden met Mathias' dochter Johanna (1627-1691) getrouwd. Een goede investering, zoals bleek, want de producten van Julitha Bruk leverden schatten op. Zo ook de handel in teer.

Ook volgende generaties Trip deden goede huwelijken, geheel in de lijn van de familie. Hendricks dochter Margarita trouwde met Louys' zoon, Jacob; zijn zoon Mathyas met een verre nicht Trip. Louys' dochters trouwden geen Trippen, maar zonen van regentenfamilies als Valckenier en Munter.
Vanaf 1662 werd alleen nog in ijzer en koper gehandeld. De broers sloegen ieder een eigen weg in: Hendrick belegde in onroerend goed, Louys toonde politieke ambities. In 1674 werd hij voor het eerst burgemeester van Amsterdam. Hendrick was toen al acht jaar dood. Louys overleed in 1684.

Marleen Dominicus-van Soest


Hoofdartikel:
Het Trippenhuis

Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland

Publicatiedatum:
17 augustus 2005