zoeken
mail a friend








Seinposten langs de kust

Al eeuwen zijn er langs de Nederlandse kust seinposten te vinden. Sinds de 16de eeuw waren er op hoge duintoppen of, zoals in Zeeland, op kerktorens uitkijkposten. Vaak dienden ze als baken voor de vissers langs de kust. Soms ook om de kustbewoners te waarschuwen voor aanvallen vanuit zee. Tussen 1799 en 1813 waren deze seinposten uitgerust met kusttelegrafen of semaforen. Een seinsysteem dat met visuele signalen berichten kon doorseinen bij een aanval uit zee.

Het systeem van optische telegrafen (of 'verreschrijvers') werd in Frankrijk voor het eerst toegepast door Claude Chappe en zijn broers. In 1794 werd de eerste telegraaflijn tussen Parijs en Lille in gebruik genomen. De snelheid van het verzenden van het bericht is verbluffend. De afstand van 220 kilometer werd in 13 minuten van telegraafpost naar telegraafpost overgeseind. Een koerier te paard deed daar minstens twintig uur over.

De Bataafse kusttelegraaf met seinwachtershuisje anno 1799. Aquarel M. Schouman. Collectie Nederlands Scheepvaartmuseum AmsterdamNa het uitroepen van de Bataafse Republiek in 1795 kwam Nederland onder Franse invloed te staan. De kans op een aanval van de Engelse marine uit zee nam ook steeds meer toe. Daarom werd in 1799 besloten het aantal seinposten uit te breiden en op elke post ook een kusttelegraaf  te plaatsen. In Vlissingen kwam een aansluiting op de Franse kusttelegraaf, die daar 'semafoor' werd genoemd. Tussen 1799 en 1813 (toen de Fransen verdreven werden) waren er tussen Texel en Vlissingen 42 seinposten. De hoofdseinpost was die van Scheveningen, vlakbij de regering in Den Haag. Op die manier konden bij een aanval snel troepen naar de plaats van de landing gezonden worden.  De kusttelegrafen konden meteen hun nut bewijzen bij de Engelse landing op de kust bij Callantsoog en Petten. In hoog tempo werden diverse berichten over de aanstaande landing door de seinposten naar Schevingen verzonden.

Twee seinwachters bemanden minimaal een seinpost. Eén van hen was verantwoordelijk voor de bediening van de telegraaf, de andere hield met een grote verrekijker de andere posten in het oog. De afstand tussen elke kusttelegraaf bedroeg ongeveer acht kilometer. Als het weer goed was en de seinen goed te zien waren, konden berichten in enkele minuten doorgeseind worden. De Hollandse kusttelegraaf bestond uit een mast met een ra, waaraan bollen gehesen werden. Door op verschillende manieren de bollen op te hangen konden cijfers en letters gevormd worden.

Oude en nieuwe semafoor met vuurtoren in IJmuiden, 1969. Foto Ben Burgers. Collectie Amports, Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam
Vandaag de dag staan er nog steeds semaforen bij de ingangen van de havens. De seinpost is in dit geval een modern baken. De semaforen van vandaag informeren uitgaande en binnenkomende 
schepen voor storm, dieptes van de haven enz. Ze doen dat door middel van lichtsignalen en het hijsen van bakens.  

Cees van Romburgh


Instelling:
Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam

Publicatiedatum:
15 mei 2003