zoeken
mail a friend








Een lichte kieteling met de pen

Een van de eigenaardigheden van mensen is dat ze elkaar bespotten en dat ze grapjes maken over de wereld om zich heen. Ze doen dat op verschillende manieren: verbaal, in teksten en in (spot)prenten. Altijd zijn er wel 'slachtoffers' te vinden. Is het niet de buurvrouw of een klasgenoot, dan wel de kerk, staatshoofden of Nederlandse politici. De schrijvende of tekenende satiricus wil met een combinatie van ernst en humor de 'rotte plekken' in de samenleving laten zien. In de zeventiende en vooral achttiende eeuw verschijnen er vele 'blaadjes' en prenten die het politieke wel en wee op de hak nemen.

 
Abraham Kuyper als plumpudding, getekend naar aanleiding van een openingsrede tot het tweede Christelijk-Sociaal Kongres, getiteld "Christelijke beginselen en stembusberekening, of een ineengezakte pudding." Albert Hahn, gepubliceerd in De Notenkraker, 11 april 1914, collectie Persmuseum
 
Frits Bolkestein als Heer Bommel. Peter van Straaten, verschenen in Vrij Nederland,1 april 1995, collectie Persmuseum
Rond 1900 wordt de politieke spotprent een vast bestanddeel in de Nederlandse pers. Politici worden vaak karikaturaal afgebeeld. Een hoofd, neus, snor, haardos of oogopslag wordt buiten proporties opgeblazen.  Slechts een handjevol tekenaars is in die tijd actief, maar hun aantal stijgt snel. De karikatuur blijkt bij uitstek een wapen van de oppositie. Vooral in de socialistische pers komt de politieke tekening tot bloei. In de loop van de twintigste eeuw vermindert het partijpolitieke karakter van de pers, om in de jaren zeventig nagenoeg te verdwijnen. Tekenaars zien zichzelf niet langer als het artistieke verlengstuk van een partij of geloofsrichting.

Omdat politieke tekenaars, evenals columnisten, over een grotere vrijheid beschikken dan journalisten, kunnen zij rake commentaren leveren op het nieuws. Tegenwoordig kent Nederland tientallen politiek tekenaars, werkzaam voor evenzoveel kranten en tijdschriften. Opland (overleden in 2001), Fritz Behrendt en Peter van Straaten zijn momenteel de bekendste 'oude rotten' in het vak. Prenten van jonge(re) tekenaars als Jos Collignon, Bas van der Schot, Arend van Dam, maar ook  Fokke en Sukke prijken in vele dagbladen en tijdschriften.

Het Persmuseum besteedt in zijn exposities veel aandacht aan de politieke prent. Het is de belangrijkste bewaarplaats van originele politieke tekeningen in Nederland. Zo beheert het museum het vrijwel complete oeuvre van de toonaangevende kunstenaar Albert Hahn sr. en collecties van Albert Hahn jr., Tjerk Bottema, Lex Metz, Eppo Doeve, Jordaan, Wim van Wieringen, Charles Boost én de politieke tekeningen van Peter van Straaten. De collecties lenen zich ook uitstekend voor onderwijsopdrachten en onderzoek.

 
Arend van Dam, collectie Persmuseum

Tot en met 16 maart 2003 is in het Persmuseum de wisselexpositie 'Politieke baasjes' te zien, een selectie van de politieke tekeningen die Peter van Straaten de afgelopen dertig jaar maakte voor Het Parool en Vrij Nederland. Een goede spotprent behoort zo raak en treffend te zijn dat bij het zien ervan een onmiddellijke reactie volgt. Peter van Straaten is daar een meester in. Niet door zijn personen of onderwerpen met een krachtige heupworp onderuit te halen. Veeleer met een uitgekiend tikje dat uit balans brengt en op de lachspieren werkt. Want niets is leuker dan het zien vloeren van de schijnbaar machtigen door een lichte kieteling met de pen. 

 
Voetbalsupporters, Peter van Straaten, verschenen in Het
Parool, datum onbekend, collectie Persmuseum


Instelling:
Persmuseum

Publicatiedatum:
13 januari 2004