zoeken
mail a friend








Van courant naar krant

Een wereld zonder kranten en tijdschriften is tegenwoordig ondenkbaar. De pers is onmisbaar voor de informatievoorziening en voor het functioneren van de democratie. De Nederlandse pers behoort tot de oudste in de wereld.

In 1618 verschijnt in Amsterdam de eerste Nederlandstalige courant. De groeiende welvaart doet de behoefte aan een periodieke pers toenemen. Amsterdam is in de zeventiende eeuw het belangrijkste perscentrum van Europa. Geleidelijk krijgt elke stad van betekenis een eigen courant. Deze couranten beperken zich meestal tot het weergeven van nieuwsfeiten en verschijnen hooguit drie keer per week. Rond 1780 is er sprake van een echte opiniepers. Couranten en tijdschriften geven nu ook commentaar op het nieuws.

Deze tekst is afkomstig uit de Oprechte Haerlemse Saterdaegsche Courant (OHC) uit 1664. Klik op de afbeelding om te kijken naar de hele pagina als voorbeeld van hoe een zeventiende-eeuwse courant eruit zag. De OHC verscheen drie keer per week, in dit geval op zaterdag. Collectie Persmuseum.

Het zetten en drukken van de courant is in de zeventiende en achttiende eeuw een tijdrovende klus. De courant moet elke keer weer letter voor letter worden gezet, de drukinkt elke keer opnieuw bereid en het papier vel voor vel worden ingelegd. De houten en later ook metalen drukpersen worden gebruikt voor alle soorten drukwerk. Boeken en couranten worden met dezelfde loden letters en van hetzelfde papier gemaakt. De tekst in de couranten wordt doorgaans in twee kolommen gezet en gedrukt op voor- en achterkant van een ongevouwen blad papier.

Tot 1869 worden kranten belast met het zogeheten dagbladzegel: de voor het drukken van de krant bestemde papier moet van een stempel (zegel) worden voorzien en hoe groter het formaat van het papier des te meer zegelrecht er betaald moet worden.

De dagbladzegels op de Arnhemsche Courant van 25 mei 1842. Klik op de afbeelding voor een afbeelding van de gehele pagina van deze krant. Collectie Persmuseum.

Na de afschaffing van deze dagbladbelasting in 1869 komt de pers tot volle bloei. Het formaat en het aantal pagina's groeien aanzienlijk en kranten worden betaalbaar. Door de vooruitgang van de techniek, de snelle bevolkingstoename en de verbeterde scholing ontwikkelt de pers zich tot een massamedium van betekenis. De bladen bedienen hun lezers met steeds gevarieerder leesvoer. Foto's doen hun intrede en er komen speciale rubrieken voor vrouwen en kinderen, sport- en andere bijlagen.

Op 16 februari 1890 brandde de stadsschouwburg van Amsterdam af. Dit is de eerste foto in een Nederlandse krant. Het duurde vier dagen voordat deze in de Amsterdamsche Courant afgedrukt kon worden (20 februari 1890).Klik op de afbeelding om de gehele krantenpagina te bekijken. Collectie Persmuseum.

In 1890 verschijnt de eerste foto in een Nederlandse krant. Bij de schrijvende pers bestaat aanvankelijk veel weerstand tegen het oprukkende beeld. De ontwikkeling is echter niet te stuiten. De foto's zijn razend populair bij de lezers en vooral de geïllustreerde tijdschriften buiten de mogelijkheden van de persfotografie uit. De dagbladen volgen.

De vele dagbladen en tijdschriften raken in het begin van de twintigste eeuw verwikkeld in een moordende concurrentiestrijd om het lezerspubliek. Abonneewerving wordt een serieuze zaak. De slag om de lezer is tegelijk ook de slag om de adverteerder: hoe hoger de oplage, hoe interessanter de krant is voor de adverteerders. Zonder advertentie-inkomsten kan een krant niet bestaan.

Abonnee- en advertentiewerving van het Nieuws van den Dag. Collectie Persmuseum.

In dezelfde periode is de Nederlandse samenleving verzuild: protestanten, katholieken, socialisten en liberalen hebben elk hun eigen partijen, verenigingen en scholen, kranten en tijdschriften. Er zijn echter ook kranten, zoals De Telegraaf en De Courant die juist niet aan een politieke of godsdienstige stroming gebonden zijn. Deze zogenaamde neutrale pers wint snel terrein: haar oplages en winsten stijgen.

Tot ongeveer 1968 kent Nederland een sterk verzuilde pers. Dan keert het tij en is er nauwelijks nog plaats voor bladen met een uitgesproken politieke of geloofsrichting. Naast ontzuiling is er ook sprake van persconcentratie: veel bladen moeten de verschijning staken door de toegenomen concurrentie op de lezers- en adverteerdersmarkt. Bovendien krijgt de pers gezelschap van de televisie, die in korte tijd ongekend populair wordt.

De Volkskrant was vanaf het begin (1919) een katholiek dagblad zoals de ondertitel aangeeft. In de jaren zestig ontdeed de Volkskrant zich van de katholieke signatuur. Collectie Persmuseum.

De technologische ontwikkelingen gaan razendsnel in de laatste decennia van de twintigste eeuw. Oude procédé's maken plaats voor geavanceerde computergestuurde zet-, opmaak- en druktechnieken.

De concentratie van dagbladen rond enkele zeer grote uitgeversconcerns zet zich nog steeds voort. Door de komst van internet heeft de pers zich opnieuw op haar positie moeten beraden. Ook de gratis kranten vormen een bedreiging voor de oude titels. De meeste bladen kennen inmiddels een gratis versie op internet, maar de behoefte aan een papieren pers blijft bestaan.

Angelie Sens


Instelling:
Persmuseum

Publicatiedatum:
17 juli 2003