zoeken
mail a friend








De veranderde werkelijkheid op Rembrandts landschapsetsen

In de 17de eeuw kozen Nederlandse prentkunstenaars als eersten het eigen landschap als hoofdonderwerp. Rembrandt gebruikte zijn grote vaardigheid met de etsnaald om onderdelen van het landschap uit zijn omgeving in zijn prenten te combineren tot schilderachtige composities. Soms voegde hij zelfs een berg in de verte toe.

Rembrandt, Boerderij met hooiberg, 1641, ets en droge naald, enige staat, 129 x 321 mm, Museum Het Rembrandthuis
Het stadsprofiel links op de achtergrond lijkt op dat van Amsterdam, maar rechts - half verscholen tussen de bomen - ligt het huis Kostverloren aan de Amstel bij Amstelveen: twee motieven die men in de werkelijkheid nooit in één blik kon zien. Overal valt een levendig spel tussen zonlicht en schaduw te ontdekken.

In 1647 schrijft de kunstenaar Johannes Brosterhuysen aan zijn vriend en collega Constantijn Huygens: "U (...) houdt veel van 't gheen nae 't leeven, of 't wesen self gheteeckendt is; ick houdt 't daer oock mede, en indien ick prins waer, ick soud' al mijn steden en sloten wel afgheteeckentwillen hebben."
Zo'n opvatting over het natuurgetrouw ('naar het leven') weergeven van een landschap was nog niet zo lang gangbaar. Pas aan het begin van de 17de eeuw bedachten Nederlandse kunstenaars dat ze niet langer alleen maar een gefantaseerd landschap als achtergrond van een bijbelse scène wilden uitbeelden. Ze kwamen op het idee om hun eigen, Nederlandse omgeving als hoofdonderwerp te nemen. Het waren vooral de prentkunstenaars die dit gegeven uitprobeerden en voorop liepen in de vernieuwingen.

Rembrandt, De drie bomen, 1643, enige staat, ets, droge naald en burijn, 213 x 279 mm, Museum Het Rembrandthuis
Drie bomen op een dijk worden van rechtsachter door zonlicht beschenen, terwijl de lucht naar links toe steeds donkerder wolken vertoont. Het silhouet aan de horizon lijkt op dat van Amsterdam, gezien vanuit het westen. Er is een schitterend contrast tussen het zonnige gedeelte van de lucht en de beschaduwde voorgrond.

Meer dan enige andere kunstenaar gebruikte Rembrandt de mogelijkheden van de etstechniek om het landschap uit zijn omgeving op een overtuigende en tegelijk schilderachtige manier weer te geven. Hij wandelde langs de Amstel en langs het IJ. Boerderijen, bomen, dijken, sloten en landweggetjes uit de omgeving van Amsterdam beeldde hij nauwkeurig volgens de werkelijkheid af. Maar vervolgens verschoof hij in zijn etsen de verschillende onderdelen tot mooie composities. Soms voegde hij niet bestaande delen toe, zoals wat bergen op de achtergrond van een typisch Hollands landschap. De gedurfde, losse manier waarop hij tekende met de etsnaald was ongekend. Met vlot neergezette lijntjes wist hij de effecten van zonlicht en schaduw te suggereren.

Rembrandt, Landschap met herder en hond, ca. 1653, ets en droge naald, staat II (2), 129 x 157 mm, Museum Het Rembrandthuis
Het is opvallend hoe Rembrandt hier een typisch Hollands landschap met een gefantaseerd berglandschap heeft gecombineerd. Vooral het slootje met de eenden op de voorgrond ziet er erg Hollands uit. Het berglandschap op de achtergrond bevat allerlei uitheems aandoende bouwwerken.

Tussen 1640 en 1653 maakte Rembrandt 26 landschapsetsen. Museum Het Rembrandthuis heeft van bijna alle etsen wel een exemplaar. Een selectie uit de collectie is ook te zien op de vernieuwde website www.rembrandthuis.nl.

Aernout Hagen


Instelling:
Museum Het Rembrandthuis, Amsterdam