zoeken
mail a friend








Grafiek en prenthandel in de 17de eeuw

In de 17de eeuw was grafiek enorm populair. Prenten konden op grote schaal worden gedrukt en waren van belang voor de verspreiding van kennis én kunst onder brede lagen van de bevolking. Voor kunsthandelaren en uitgevers was de handel in prenten uiterst lucratief.

Anoniem, toegeschreven aan Salomon de Bray, Interieur van een boek- en kunstwinkel, ca. 1625-1630, gewassen pentekening, 7,7 x 7,7 cm., Amsterdam, Rijksprentenkabinet
Rembrandt, Zelfportret, ca. 1628, olieverf op paneel, 22,5 x 18,6 cm., Amsterdam, Rijksmuseum
Jan van Vliet naar Rembrandt, Zelfportret, 1634, ets en burijn, 22,5 x 19 cm., Amsterdam, Museum Het Rembrandthuis
Rechtsboven het opschrift JG v. vliet fec. 1634, linksboven staat het monogram van Rembrandt en de toevoeging inventor
 
De Nederlandse Gouden Eeuw, die grofweg tussen 1620 en 1670 viel, was in veel opzichten een bijzondere periode. De economie bloeide als nooit tevoren. De schepen bevoeren de wereldzeeën en er was volop werkgelegenheid. Hoewel er natuurlijk ook mensen in armoedige omstandigheden leefden, deelde een relatief brede laag van de bevolking in de welvaart.
Velen waren dan ook in staat hun geld aan luxegoederen te besteden. Daardoor hadden kunstenaars een grote markt om hun waar af te zetten. De enorme productie van schilderijen was ongekend. Maar ook het niveau was over het algemeen zeer hoog. De musea in binnen- en buitenland hangen tegenwoordig vol met kunst uit onze Gouden Eeuw. Rembrandts Nachtwacht, de portretten van Frans Hals en de verstilde interieurs van Johannes Vermeer stammen alle uit die tijd.
Tegelijkertijd, en dat is veel minder goed bekend, vond een kolossale productie van prenten plaats. Er zijn honderdduizenden prenten gemaakt: portretten van bekende figuren zoals vorsten, zeehelden en staatslieden, bijbelse voorstellingen, landschappen en stillevens. Spotprenten naar aanleiding van actuele gebeurtenissen en prenten van veldslagen en belegeringen verschaften de tijdgenoot een beeld van het verloop van oorlogen en andere nieuwsfeiten. Landkaarten hingen verder bij de burgers aan de muren. Er is geen onderwerp te bedenken, of het is in de zeventiende eeuw in prent gebracht.

Anders dan schilderijen, kunnen prenten op grote schaal gedrukt en verspreid worden. De meeste waren in de Gouden Eeuw voor een paar stuivers het stuk te koop en iemand hoefde weinig moeite te doen om ze te vinden. In een stad van enige omvang waren meerdere winkels te vinden waarin prentkunst te koop was.
Diverse kunsthandelaren specialiseerden zich in de handel in papierkunst, de oude benaming van tekeningen en grafiek. Op afbeeldingen van boekenstalletjes uit die tijd zien we de bakken met losse prenten staan. En regelmatig werden er veilingen gehouden. Grafiek was dan ook goede handelswaar.
De graveurs en etsers die de prenten maakten, brachten deze zelf aan de man. Vaak echter zochten kunstenaars een uitgever die zorg droeg voor het hele proces: het inkopen van papier, het drukken of uitbesteden daarvan bij een kunstdrukker en de afzet. Uitgevers namen soms het initiatief tot het maken van een prent naar een schilderij. Op die manier konden geïnteresseerden afbeeldingen in prentvorm krijgen van schilderijen van beroemde meesters.
De kopers hingen prenten thuis aan de wand, soms ingekleurd met waterverf en ingelijst achter glas. Een enkele keer werd op prenten zelfs olieverf aangebracht. Als dat vakkundig was gedaan, leken ze veel op schilderijen. Heel treffend werd zo'n kunstwerkje in de zeventiende eeuw 'prentschilderij' genoemd.

Rembrandt, Portret van Abraham Francen in een kamer met kunstvoorwerpen en een album met papierkunst voor zich op tafel, ca. 1657, ets, droge naald en burijn, 15,8 x 20,8 cm., Amsterdam, Museum Het Rembrandthuis
Over de kunstverzamelaar Abraham Francen, die een goede vriend van Rembrandt is geweest, wordt gezegd dat hij niet bijzonder vermogend was. Hij zou soms weinig hebben gegeten en gedronken om maar prenten te kunnen kopen.

In Museum Het Rembrandthuis is Rembrandts kunstkamer te bewonderen. Rembrandt had in 1656, toen zijn bezittingen werden opgetekend in een inventaris, minstens zeventig mappen met prenten en tekeningen van vooraanstaande Nederlandse, Duitse en Italiaanse kunstenaars. Meer informatie is te vinden op www.rembrandthuis.nl
Prenten zijn ijverig door kunstliefhebbers verzameld. Zij legden de bladen in omslagen of plakten ze in albums. Collecties van vele duizenden prenten waren allerminst zeldzaam. Sommige verzamelaars legden zich toe op het bijeenbrengen van het gehele oeuvre van een kunstenaar die zij bewonderden. De kunstenaar was zo verzekerd van een goede afzet, maar hij profiteerde er ook in ander opzicht van. Door middel van zijn prenten of van reproductiegrafiek (prenten naar zijn schilderijen of tekeningen) kon zijn naam tot in het buitenland bekend raken.
Prenten waren dan ook van groot belang voor de verspreiding van kennis. De zeventiende-eeuwer was voor beeldinformatie grotendeels op prenten aangewezen. De fotografie bestond immers nog niet.

Jaap van der Veen


Zie ook:
  • Johannes Vermeer
  • Rembrandt van Rijn

Instelling:
Museum Het Rembrandthuis, Amsterdam

Publicatiedatum:
2 april 2004