Jan Huygen van Linschoten vertelt over de Indianen:
"De wilden verzamelen de tabaksbladeren en maken er bundeltjes van die ze drogen. Zij nemen vier of vijf bladeren, wikkelen er een ander omheen, steken de bladeren aan en ademen de rook in. Dit stelt hen in staat in tijden van oorlog twee of drie dagen zonder eten te kunnen.
Zij rammmelen met ratels, blazen tabaksrook naar de omstanders en dansen in een lange rij waarbij zij met hese stem zingen: He, he, hua. He, he, hua. Aan het eind van het lied stampen zij telkens met de rechtervoet op de grond. Zij geloven dat de geesten spreken door de ratels en dat bovennatuurlijke kracht met de rook op de omstanders neerdaalt. Door de dans hebben zij contact met hun voorouders bij wie zij troost en steun zoeken."
(Uit: Itinerario, 1579-1592 )
------------------------------------------------------------------------------------
Themapakket Nederland en de wereld
Zie ook:
^ Voorwerpen vertellen over verre werelden
