zoeken
mail a friend








Walter Nikkels, typograaf en ontwerper

Onder het directoraat van Rudi Fuchs heeft typograaf en ontwerper Walter Nikkels (1940) een beeldbepalende rol voor het Stedelijk Museum vervuld. Naar aanleiding van het afscheid van Fuchs is er een presentatie ingericht van Nikkels grafische ontwerpen voor het Stedelijk: uitnodigingskaarten, catalogi, cahiers en affiches. De bewondering van Fuchs voor zijn generatiegenoot gaat echter al veel verder terug, naar de periode dat hij nog directeur was van het Van Abbemuseum in Eindhoven (1975-1987). Onderstaande beschouwing is uit 1986 en werd vorig jaar gepubliceerd in de bundel Tussen kunstenaars een romance.

1

Walter Nikkels, Ich ist Stil, catalogus, 2000

Wat onze samenwerking betreft, met de catalogus Hermann Nitsch (1983) was het al niet anders: ik had iets in mijn hoofd, meer niet, vager kon het niet. Het waren vooral herinneringen aan bezoeken bij Nitsch in Prinzendorf: kamers met foto's en relicten, op zolder grote en kleine Schüttbilder, de blik uit het venster, een binnenplaats, een landweg, het glooiende landschap van het Weinviertel, de bushalte bij het postkantoor, de kleuren en de seizoenen. Niet alleen de tentoonstelling moest zo worden, scenisch en vol wisselingen, ook het boek. Dat vertelde ik, opdrachtgever en redacteur, aan Walter Nikkels, typograaf en ontwerper. Op lange tafels hadden we foto's en vellen tekst uitgelegd om heen en weer te schuiven en een weg te vinden niet zo maar een weg, dwars erdoorheen, maar een route die rekening zou houden met de gesteldheid van het terrein en ons daarom ook langs de meer afgelegen plekken zou kunnen voeren. Typografie is dus, net als een tentoonstelling, niet alleen ordenen maar ook vooral laten zien.

Walter Nikkels, Uitnodiging Stedelijk Museum
Onze samenwerking is bijna elf jaar geleden begonnen. Over de eventuele principes van het boekontwerp hebben we in die tijd nooit veel gesproken. Wat de theorie betreft is Walter Nikkels nog terughoudender dan ik. De gesprekken gingen over kunst. Af en toe gingen we samen op reis om een kunstenaar in het atelier te bezoeken. De boeken en catalogi die Walter Nikkels voor het Van Abbemuseum heeft gemaakt zijn dus ontstaan in de nabijheid van de kunst en daarom zijn ze onderling verschillend. Het maken van een boek over kunst begint met kijken. Niettemin hebben ze een herkenbaar karakter. In de loop der jaren hebben Walter Nikkels en ik besloten dat we in een catalogus de kijk- en leeservaring vooral wilden verdichten door haar te vertragen. De fotografische afbeelding van een schilderij is, bij het schilderij vergeleken, licht en transparant. Om de afbeelding gewicht te geven (om het typische gewicht van het schilderij na te bootsen) moet het ritme langzamer worden, ruimte laten aan de echo van een afbeelding zoals, in de muziek, een akkoord kan naklinken en gewicht wordt. In onze cultuur, waarin de televisie een centrale beelddrager is, schieten de beelden steeds sneller voorbij. Snelheid tast de hechtheid van het beeld aan, ontwortelt het en maakt het rafelig. De subtiliteit van het beeld vraagt een zoekende blik een blik die in het beeld tot stilstand komt. Vergeleken bij het tv-beeld is het schilderij oud en langzaam, stilte die de ontwerper te eerbiedigen heeft. Rémy Zaugg zei eens dat hij, als hij schilderde, zich in de negentiende eeuw waande; en Walter Nikkels citeert de dichter Enzensberger, die zei dat gedichten schrijven schrijven is over iets oerouds. Maar principes zijn dat niet, eerder ervaringen bij het handwerk. Het maken van een boek over kunst begint met kijken naar kunst, er dichterbij komen tot het moment dat de precieze blik van de ontwerper intervenieert zoals, bij muziek, de toets van de pianist. Op dat moment ontstaat het boek, dat wil zeggen de zorgvuldige reconstructie van wat de ontwerper (en de redacteur, met zijn ogen) gezien hebben. Daarom is de kleur van het omslag van de Nitschcatalogus juist niet de kleur van geronnen bloed; ook het iets andere bruinrood van de binnenkant van het omslag is dat niet. Het boek is geen verslag en tussen de twee kleuren is de kleur van bloed afwezig. Van de zes landschapsfoto's is er maar een in kleur, als aanduiding en sleutel om de andere kleuren open te laten in het onbepaalde grijs. Soms onderbreken afbeeldingen de tekst, soms ook onderbreekt een afbeelding de echo van een andere afbeelding. De hevige, met bloed overgoten dubbele kruisiging, schaap en vrouw, wordt gecoupeerd door twee kleine foto's, een zwart-witte van gesloten vensters en, gekleurd, de bloesem. De kleine kleurenfoto is als een verre ijle torenklok waarin de plotselinge stilte na het dramatisch hoogtepunt gestalte krijgt. Met aanwending van alle middelen van het handwerk, is het boek ontstaan uit het gevoel.

Walter Nikkels, Uitnodiging Stedelijk Museum

2

Het beeld beschermen, het rustig in het wit van het papier neerleggen zodat het stil zichtbaar is (beheerst strelen) of ervoor zorgend dat de lettertekens (die een cultuur en een schoonheid op zich vormen, het zijn niet alleen maar middelen) niet ondergaan in de obscene janboel der kleurenfotografie. De ontwerper zelf zie je weinig, zijn oog dat meet en vergelijkt en zijn hand die schuift. Maar als hij er niet is geweest merk je dat direct. Dan zijn de rust en de samenhang van de bladzijden verstoord. Het gaat dus niet om het oogverblindend openvouwen van een veelkleurige waaier. Wanneer de letters het raamwerk vormen waarin de afbeelding behagen vinden kan, dat is het mooist.

Walter Nikkels, Uitnodiging Stedelijk Museum

3

Typografie, het bepalen van de plaats van woorden en afbeeldingen op de bladzijde en hen onderbrengen in een visueel ritme, heeft iets intiems zoals het openvouwen van een boek intiem is en voor mijn oog alleen. Door de typografie worden letters en woorden achter elkaar en onder elkaar gezet. Daartussen heeft de afbeelding haar bescheiden plaats en de heldere vorm van de letters en de woorden en de afbeeldingen dragen op die manier mee de vorm van de betekenis. De typografie toont de woorden of, zou ik zeggen, de typografie brengt de woorden dichterbij zodat ze gelezen kunnen worden Walter Nikkels is hierin een meester. Met het materiaal gaat hij heel voorzichtig om; dat kan men zien, dat is zijn karakter. Een keer, een tocht door de Povlakte in de winter. In de vroege morgen was er nog mist. Later brak de zon door. De eenzame boerderijen lagen in fijn, gefilterd, verstuivend licht. Aan de zonzijde waren de muren helderroze; de schaduwzijde was niet veel donkerder en het rose bijna zo helder. Toch tekenden beide kanten zich scherp af. Zo eenvoudig precies en fijnzinnig in de fundamentele verhoudingen is ook de typografie van Walter Nikkels.

Rudi Fuchs

 

Dit artikel is afkomstig uit Rudi Fuchs, Tussen kunstenaars - een romance, Bezige Bij, 2002. Het ontwerp van de omslag en het binnenwerk van dit boek zijn van de hand van Walter Nikkels. De inleiding is geschreven door Carolien Glazenburg.


Instelling:
Stedelijk Museum Amsterdam