zoeken
mail a friend








Meer dan al zijn oorlogen!

De behoefte aan landkaarten als hulpmiddel bij het reizen, is waarschijnlijk net zo oud als het reizen zelf. Een van de eerste kaarten die we kennen is de Tabula Peutingeriana, een Romeinse kaart uit de 3e eeuw AD. De Tabula beslaat een groot deel van het toenmalige Romeinse Rijk, ook ons land staat er gedeeltelijk op. De rivier de Rijn vormt de bovengrens, het plaatsje Lugdunum dat op de kaart twee dagreizen van Praetoria Agrippina (Voorburg) af ligt, lag misschien in de buurt van Katwijk. 

Het bovenste deel van de Tabula Peutingeriana

Het bovenste deel van de Tabula Peutingeriana

Behalve als hulpmiddel bij reizen, dienden kaarten vooral om de grenzen van landen vast te stellen.  De wetenschappelijke revolutie van de 17de eeuw betekende ook een doorbraak in de cartografie. Het opmeten van een gebied kon steeds nauwkeuriger waardoor grenzen beter konden worden vastgesteld. Een Franse koning verzuchtte eens dat zijn duur betaalde landmeters hem meer gebied hadden gekost dan al zijn oorlogen!

Een landmetersuitrusting uit de 18e eeuw

Een landmetersuitrusting uit de 18e eeuw

In 1806 gaf koning Lodewijk Napoleon al de opdracht om Nederland en België op te meten, maar pas na de Franse Tijd kreeg Nederland op kaarten de vorm die het nu nog steeds heeft. Op moderne kaarten verschilt ons land niet veel van de vorm op de grote kaart van Krayenhoff uit 1823. 

Tot in de jaren '80 van de vorige eeuw was het tekenen van landkaarten handwerk. Cartograaf was een gespecialiseerd beroep. Nu worden kaarten vaak direct met een computer gemaakt. Nadat de informatie uit luchtfoto's of van satellieten is ingevoerd, is de nieuwe kaart direct beschikbaar.

De komst van GPS (Global Positioning System) heeft de cartografie sterk beïnvloed. Met behulp van de 24 GPS-satellieten en wat aanvullende informatie kan de geografische positie en de hoogte van een willekeurige plaats op aarde zeer nauwkeurig worden bepaald. Tenminste, zolang de eigenaar van het GPS-systeem, de Amerikaanse overheid, daaraan meewerkt. In oorlogstijd kan de informatie van de GPS-satellieten eenvoudig worden verdraaid. Als dat gebeurt, zijn we weer afhankelijk van landmeters en papieren landkaarten.

 Rob Korving

Instelling:
Techniek Museum Delft

Publicatiedatum:
15 november 2004