Enkele ondergrondse koele paden waar de zon nooit doordringt, die leiden van de fontein naar het paard Pegasus en die zo aangenaam en ruim zijn, dat ze een man te paard kunnen bevatten. 

Een grot die als gevel een mooie poort met zuilen heeft en ramen om twee vertrekken te verlichten die gelijk van vorm zijn. Het ene is gewijd aan de wellustige genoegens en is, net als de aangrenzende twee kamers aan de andere kant van de fontein die we nog zullen noemen, versierd met veel antieke beelden, met schilderingen en marmeren tafels ingelegd met verschillende soorten steen en voorzien van enkele buitenbedden om 's zomers overdag te rusten.

Een grot die door middel van dikke pilasters met zijn gewelf het onderste pad onder het paleis ondersteunt die tamelijk groot en koel is, maar niet zo als de grot van Venus, want die is hoger en meer verscholen. En zoals die grot gewijd is aan zinneprikkeling en wellustige genoegen, zo is deze opgedragen aan het eerbare vermaak en de kuisheid.

Fontein van de zondvloed, die zo genoemd wordt vanwege de ontelbare fonteinen die met geweldige kracht spuiten. Hierin worden de geluiden van beesten en van bijna alle muziekinstrumenten weergegeven zo mooi als muzikanten het kunnen. Maar deze fontein is onvoltooid gebleven door de dood van de uitvinder.

De drakenfontein, die zo heet omdat het de beroemde draak voorstelt die de tuin van de Hesperiden bewaakte. Deze draak heeft, volgens de legende uit de Oudheid, honderd koppen en door iedere bek spuit hij water in een grote visvijver.

De standbeelden die de genoemde fontein vergezellen, zijn ten eerste een Hercules van grote afmetingen met een knuppel in zijn hand, die in een nis in het midden staat, als beschermer van de adelaar die de draak doodt. Dit als toespeling op het wapen van de kardinaal dat een adelaar heeft met een tak van de appel van de Hesperiden en met het motto: AB INSOMNI NON CUSTODITA DRAGONE (Niet bewaakt door de nimmer slapende draak.) Na de Hercules bij de ingang staan op twee voetstukken twee beelden van gladiatoren, bewakers van de fontein en aan de flanken van de nis in het midden, waar Hercules staat, bevinden zich twee andere beelden van wapendragers, zogenaamd om de adelaar moed en steun te geven. De een is Mars, de ander Perseus.

Fontein van de uil Deze heet zo omdat er zich een uil in bevindt met veel vogeltjes, die, door het stromende water, op natuurlijke wijze de geluiden van nachtegalen, puttertjes, vlasvinken en andere soorten vogeltjes voortbrengen. De vinding is zodanig dat de vogeltjes, wanneer ze op zeker moment de uil ontwaren, door angst lijken te verstommen, maar zodra de uil zich een beetje verwijderd heeft weer beginnen te zingen. De vogeltjes en de uil zijn van geverfd koper en zingen en bewegen op de kracht van stromend water.

De fontein van Tivoli, de belangrijkste van alle fonteinen in deze tuin en misschien wel van heel ltalië, wordt zo genoemd omdat hij de bergen en de rivieren van Tivoli voorstelt. Om deze fontein te maken moest men een hele berg van de ene naar de andere zijde doorboren en door een aquaduct, dat zes palmen breed en twintig palmen hoog was, werd een tak van de Aniene afgetapt, die op een andere plaats in de tuin stroomt. Aan de voet van de berg aangekomen splitst deze tak zich in drieën ten behoeve van de fontein op een manier die men zal begrijpen bij de onderdelen die ik zo dadelijk ga beschrijven.

Zeven delen van de fontein die de genoemde heuvels van Rome voorstellen, die, om duidelijk herkenbaar te zijn, elk door een tempel bekroond worden, de beroemdste die er door de antieken gebouwd is, zoals bijvoorbeeld op de Palatijn de tempel van Apollo, de onder de antieken zeer beroemd was. Voor elke tempel staat een eigen standbeeld in marmer waardoor het gemakkelijk is om te herkennen van wie die tempel is. Voor de rest zijn er op die heuvels alle belangrijke en mooie gebouwen uit die tijd voorgesteld, zoals het amfitheater van Vespasianus, het Pantheon, het Kapitool, de zuil van Trajanus, de Naumachia, (Theater waar zeeslagen werden nagespeeld.) de circussen, de hippodromen, de gang van Calligula, de Pyramide , het Mausoleum, de muur van Hadrianus en oneindig veel andere dingen.

Tweede treurloggia versierd met stucco, schilderingen en goud en met een mooie mengvaas met figuurtjes die water spuiten. Vanuit deze loggia komt men in een zaal die, hoewel het niet de bedoeling is om over het paleis te spaken, toch even genoemd moet worden, omdat er twee mooie fonteinen zijn. Een gericht naar de zaal en de ander in een gang tegenover een raam dat uitkomt op de al genoemde loggia. De enge is helemaal samengesteld uit een heel fijn mozaïek van zeer kleine steentjes met veel schelpjes, koraal en andere dingen uit de zee en draagt het beeld van een prachtige antieke faun, die uit een schalmei of herdersfluit door zeven buisjes water spuit. De andere is eveneens van alleraardigste mozaïeken gemaakt met het beeld van een nimf die water uit een vaas giet en vlak daarbij in dezelfde gang is een andere fontein met bijna dezelfde bewerking zoals ook op de binnenplaats van het paleis een tamelijk grote fontein in stucco te zien is versierd met een meer dan levensgrote Venus die slaapt en water uit een vaas giet.