Naturalia |
De groep der naturalia omvatte mineralen en paleontologische, botanische en zoölogische voorwerpen. Hun aantrekkingskracht lag in de exotische vindplaats (zoals bij koralen), de abnormale vorm (zoals bij misvormde dieren), de vermeende medicinale werking of in het feit dat het betreffende voorwerp exemplarisch was voor een soort. Naast de natuurwetenschappelijke interesse was geloof in bepaalde wonderbaarlijke of genezende krachten bij lichamelijk of geestelijk lijden een wezenlijke drijfveer tot het vergaren van bepaalde naturalia. |
Seeschwalbe (Trigla Hirundo), kolorierter Kupferstich von F.
G.
Berger, aus: Marcus Elieser Bloch, Oekonomische Naturgeschichte der Fische
Deutschland.
1782-85. |