De unieke tuin van Pratolino

De unieke tuin van Pratolino, enkele kilometers ten noorden van Florence, moet de mensen uit die tijd een wonder hebben geleken; ze waanden zich hier in een paradijs. De schitterende en fantasierijke beplanting, beeldhouwwerken en technische installaties uit de tijd van de Medici's zijn nu verdwenen en de bezoeker ziet nog slechts wat schamele resten.
In 1600 maakte Schickhardt uit Württemberg, samen met hertog Friedrich von Württemberg, zijn tweede reis naar Italië en bezocht in Pratolino de villa en de tuin kort nadat deze waren voltooid. De hertog had zijn bouwmeester opgedragen om in het 'land der wonderen' uitgebreide studies te maken teneinde zijn hertogdom te verfraaien en bouwkundig te verbeteren. Naast zijn uitvoerige beschrijvingen bevat de studie ook talrijke schetsen van de afzonderlijke tuinelementen, met name van de waterwerken. Dankzij zijn aantekeningen kunnen we ons tegenwoordig een tamelijk goed beeld vormen van deze renaissancetuin, die in zijn tijd werd beschouwd als een van de beroemdste tuinen van Europa.
"Pratelino is een heerlijk, prachtig versierd park waarvan er vermoedelijk in Italië maar één te vinden is. Het behoort toe aan de groothertog van Florence, die er zijn paleis in heeft gebouwd ... Buiten dit paleis is een bordes vanwaar men op twee plaatsen, langs de vijvers via stenen trappen met leuningen, die op een wenteltrap lijken, beneden in de tuin kan komen ..."
Zo begint Schiekhardt in zijn dagboek de beschrijving van Pratolino. De beschrijving van Schickhardt is voorstelbaar en te begrijpen aan de hand van het lunetfresco. Vanuit de naar voren geplaatste middenvleugel van de villa komt de bezoeker uiteindelijk op een bordes, vanwaaruit twee gewelfde traparmen en een andere trap met twee traparmen naar het lager gelegen park voeren. Keert men zich daar weer in richting van het huis, dan komt men in een grot, die de Württembergse ingenieur en bouwmeester zeer verbaasd deed staan:
"... men gaat in een gewelf of, zoals men hier zegt, een grot onder het paleis. Daarin zijn heel mooie waterwerken, kunstig aangelegd, zoals die in Italië nauwelijks te vinden zijn. Deze grot heeft verschillende gewelven of vertrekken waarin zich veel, zowel op de wand als aan het gewelf, druipsteen bevindt met daar tussenin veel schelpen, zeldzame slakken, koraalbanken en ander fraai gesteente. Er is overal water en dat alles is heel wild en bijzonder om te zien."
Schickhardt maakte een schets van de grot die onder het bordes en gedeeltelijk onder de villa doorliep. De grote grot werd 'grotta del diluvia' genoemd omdat hij onder water kon worden gezet. Treden in de vorm van halve cirkels leidden naar een gang die naar de volgende grot voerde. Deze werd de Galatea-grot genoemd, naar een beeld dat de door drie dolfijnen voortgetrokken zeegodin toonde. De zes overige gewelven die Schickhardt noemde, waren voorzien van buizen en hydraulische installaties die figuren konden laten bewegen, muziek lieten weerklinken en fonteinen lieten bruisen. Schickhardt kende deze waterwerken nog niet en men kan zich gemakkelijk voorstellen dat hij buitengewoon geboeid was door de 'vooruitstrevende' techniek:

"De wanden rondom bevatten veel nissen waarin beelden staan van messing, marmer of schelpen, die bijna allemaal water geven. Daaronder bevinden zich enkele die bewegen en iets doen. Er is een beeld dat een steen slijpt, een tweede drijft ossen aan en twee eenden drinken uit een beekje en gooien hun kop omhoog. Op de steile, rotsachtige stenen zitten hier en daar hagedissen, kikkers en slangen en uit enkele daarvan spuit water. Verder is er een globe die door de beweging van het water wordt rondgedraaid."

Eenden die mechanisch werden bewogen en dronken of een steenstijper vond hij sensationeel. Hij maakte schetsen om de technische werking ervan te kunnen doorgronden. Zo tekende hij een rad met dieren dat de jacht moest verbeelden en werd aangedreven door waterkracht. 

De 'wandelende maagd' werd aangedreven via een kettingsysteem:

"... daar wandelt een koperen maagd van ongeveer twee 'Schuch' [ca. 60 cm] heen en weer, die een keteltje in haar hand heeft."

"Het eerder genoemde waterwerk is in deze tuin ook zichtbaar vanaf een kunstmatige heuvel van ongeveer twintig 'Schuch' [ca. 6 meter]. De heuvel bestaat uit onregelmatig gestapelde rotsblokken en ruw gesteente, waartussen gras en heggen groeien. Op de top staat een springend wit paard met twee vleugels en vlak daaronder zitten bij een klein poortje negen muzen en een uit steen gehouwen Apollo. Verder staan er verspreid over deze berg nog veel meer beelden."

Deze montagnetto of kunstmatige berg moet de Parnassus met Apollo en de muzen voorstellen en het gevleugelde paard Pegasus. Dergelijke kleine bergen waren tegen het eind van de 15e eeuw heel populair in tuinen, vooral in een vlak landschap. Zo liet de familie Este in hun slottuin te Ferrara een naar verhouding tamelijk hoge berg aanleggen die was beplant met bomen, zodat er een 'Boschetto'- heuvel ontstond.

Het theater naast de berg in Pratolino werd gebruikt voor korte opvoeringen - in zekere zin geïnspireerd door Apollo en de muzen. De berg vormde echter niet alleen de coulisse voor het theater, maar was tevens een soort monumentaal muziekinstrument:
"Binnen in de berg bevindt zich een orgel. Het wordt aangedreven door water en heeft twee registers, een principaal en een octaaf. Als het orgel speelt terwijl men door de tuin wandelt, lijkt het net alsof men de muzen op de berg muziek hoort maken."
Opnieuw bestudeerde Schickhardt het mechaniek, waarbij hij de berg via een rondboog betrad. De door hem gemaakte tekening is duidelijk genoeg en behoeft nauwelijks uitleg.

"... op een zeer groot voetstuk knielt een bijzonder groot stenen beeld van waaronder het water met groot geraas naar lager gelegen vijvers valt."

Hier beschrijft hij een van de weinige, tegenwoordig nog bewaard gebleven monumentale tuinbeelden: de personificatie van Apennijn. De ongeveer twaalf meter hoge figuur is waarschijnlijk omstreeks 1580 gemaakt door Giovanni da Bologna. Achter de kolossale figuur verhief zich een heuvel met een tegenwoordig niet meer bestaande grot die volgens Schickhardts tekeningen eveneens watereffecten bezat, waaronder een sierlijke fontein.

02/20/2010 last update CKV-2


Geraadpleegde bronnen oa  Europese tuinkunst. Ehrenfried Kluckert.