Locatio Operarum

Aan juridische formaliteiten werd bij opdrachten aan bijvoorbeeld schilders en beeldhouwers grote waarde gehecht; er is een gigantische hoeveelheid contracten voor opdrachten bewaard gebleven. Bij bestudering van die documenten springt vooral een behoedzaam soort formalisme in het oog, zorgvuldig vastgelegde materiële en financiële overeenkomsten, garantiebepalingen voor het geval een opdracht te laat of niet naar wens werd afgeleverd ... ; het werk van schilders en beeldhouwers gold eenvoudig als een specifieke tak van kunstnijverheid. Onderzoek heeft uitgewezen dat deze contracten waren opgesteld naar het model van de locatio operarum (het opdrachtcontract), die voorzag in merces (loon) in plaats van praemium (beloning), waarbij merces alle mogelijke voordelen in natura omvatte alsmede nauwkeurige bepalingen aangaande de aanschaf van materialen die vanwege hun kostbaarheid steevast problemen opleverden: goud en ultramarijn.

Vaak moest de schilder van een aangegeven voorbeeld werken of behield de opdrachtgever zich het recht voor een werk af te wijzen. De afwijzingsclausule bleef in steeds verder afgezwakte vorm bestaan. Toen echter de beheerder van de Santa Maria Nuova in Florence, aldus Vasari, in 1515 een door Rosso vervaardigd altaarstuk afwees omdat de daarop afgebeelde figuren hem 'duivels' voorkwamen, was hij daar op grond van het contract zonder meer toe gerechtigd.
Er was voorzien in een bedragje pro manu sua, dat niet, zoals men zou kunnen denken, was bedoeld als teken van kwaliteitswaardering (dan zou het een bespottelijk bedrag zijn geweest) maar als vergoeding voor de tijd waarin het werk werd vervaardigd. Deze clausules golden zowel voor beroemde als voor minder beroemde kunstenaars, aangezien ze min of meer automatisch deel uitmaakten van het contract, en daarom kan men de status van de kunstenaar alleen door grondige bestudering uit deze documenten opmaken. Hoe strikter een contract namelijk was geformuleerd, des te minder schijnt men zich eraan te hebben gehouden.

Madonna 1517 Andrea del Sarto
Oil on wood, 208 x 178 cm  Galleria degli Uffizi, Florence

De verschillen tussen de uitvoerig en tot in het kleinste detail omschreven opzet en het uiteindelijke resultaat zijn vaak verbluffend. In mei 1515 ondertekende Andrea del Sarto een contract met de zusters van een Florentijns klooster voor een madonna met kind, gekroond door twee engelen en gezeten tussen de Heilige Bonaventura en de Heilige Johannes. Het werk moest een jaar later voltooid zijn, en wanneer de schilder in gebreke zou blijven was hij contractueel verplicht de aanbetaling te restitueren. Het paneel werd in 1517 voltooid (de datum staat op de sokkel). in plaats van de Heilige Bonaventura is de Heilige Franciscus afgebeeld en de engelen ondersteunen een Maria zonder kroon.

 

Het waren vooral de 'topfiguren' in de kunst die meestal met hun opdrachtgevers overhoop lagen. Soms waren er aanzienlijke bedragen vooruit betaald; zo mocht het grafmonument voor Julius II voor Michelangelo dan een 'tragedie' zijn geworden omdat hij zich met betrekking tot de omvang en uitvoering van het werk steeds meer moest beperken, maar dat lag aan het feit dat de erven Della Rovere heel goed wisten welk een uitzonderlijk hoog bedrag de paus de kunstenaar als aanbetaling had doen toekomen.

In december 1502 schreef de signoria van Florence aan maarschalk de Gié, die vol ongeduld wachtte op de bij Michelangelo bestelde bronzen David: 'Wanneer het om werken van schilders en beeldhouwers gaat is het, zoals u weet, moeilijk de termijnen precies vast te leggen.'

Een beroemd voorbeeld mag volstaan om de zaak te verduidelijken. De goudsmid Lorenzo Ghiberti stond ingeschreven bij het Zijdegilde (arte delta Seta) vanwege de voor luxeweefsels benodigde zilver- en gouddraden. Hij nam daar een uitzonderingspositie in, maar in 1407 werd in een overeenkomst voor de eerste deur van het baptisterium vastgelegd dat 
  • de opdrachtgever, de arte di Calimala, voor het benodigde brons zou zorgen, en 
  • dat de meester 'alle werkdagen de hele dag zelf moet werken, zoals eenieder dat doet die weet dat hij bezoldigd wordt, en steeds wanneer hij het werk onderbreekt zal die tijd op zijn loon worden ingehouden'.

Dit reglement dook op in ontelbare documenten, en verraadt woord voor woord de juridische positie van de kunstenaar. Hoe effectief dergelijke dwangbepalingen in de praktijk waren is echter weer een heel ander verhaal.

De clausule betreffende de dagelijkse arbeid dient overigens niet te worden opgevat als zou de meester het gehele werk di mano sua (met eigen hand) moeten uitvoeren. Dat zou onmogelijk zijn, gezien de omvang van het project en de talrijke verplichtingen waaraan Ghiberti naast de grote opdracht voor de deuren van het baptisterium ook nog moest voldoen. Het ging altijd om groepswerk onder leiding van de meester. Ghiberti zelf was alleen gehouden tot het vervaardigen van 'die gedeelten die de grootste volmaaktheid vereisen, zoals haren, naakte lichaamsdelen en dergelijke'. De werkverdeling was natuurlijk van het grootste belang, maar meestal is moeilijk vast te stellen wie wat gemaakt heeft. Geen fresco zonder assistenten, geen retabel zonder medewerkers, geen monumentaal beeldhouwwerk zonder helpers.
Dat was de normale gang van zaken, zowel voor de Toscaans-Umbrische kunstenaarsgroep die in 1481 aan de Sixtijnse Kapel werkte als voor Rafael bij zijn Stanze. Zodra het succes zich aandiende kwamen de medewerkers, trouwe uitvoerders van de kartons van de meester, er steeds vaker aan te pas. In zeer veel gevallen staat de kunstenaar in feite voor de werkplaats, en men moet wel over de speurzin en fantasie van een detective beschikken om van eik onderdeel te kunnen vaststellen door wie het werd vervaardigd. Wat telde was de oorspronkelijke herkomstaanduiding, en vandaar ook de opkomst van de signatuur, vooral waar het werken voor buitenlandse opdrachtgevers betrof. Maar al te vaak hadden de assistenten van de kunstenaar een wel bijzonder groot aandeel gehad in zo'n 'gewaarmerkt' kunstwerk.
Dikwijls voorzagen de contracten in honoraria die in natura werden uitbetaald, zoals zakken graan, fusten wijn en dergelijke. Ging het om contant geld, dan kreeg de artifex uitbetaald in zilver- (lire) of goudstukken (fiorino). De verschillen in honorering waren soms aanzienlijk, en persoonlijke gunst of reputatie speelde daarbij een grote rol. Bestudering van die verschillen in betaling leidde onder andere tot de volgende belangrijke constatering. 'Zodra iemand een maatschappelijke status vergelijkbaar met die van een koopman uit de 'belangrijkste gilden" had bereikt [... ] zal de beloning in goudstukken uitgedrukt worden.'

Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 voor havo en vwo in het profiel C&M..  Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Geraadpleegde lit: De wereld van de reanaissance.  Andre Chastel.

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij niet geven:
12/18/2014 update