Vier Bücher von menschlicher Proportion

De 'Vier Bücher von menschlicher Proportion' verschenen in 1528 posthuum. Dürers bemoeienissen met de proportieleer resulteerden in de meest uitgebreide onderneming op dit gebied door enig kunstenaar en markeren het hoogtepunt in de theoretische ontwikkeling. Na zijn weinig succesvolle poging om, nog voor zijn eerste bezoek aan Italië, alle geheimen van de menselijke verhoudingen aan de weet te komen bij Jacopo de Barbari, die in 1500 bij keizer Maximiliaan in Neurenberg in dienst was, begon Dürer aan de lange weg van zijn eigen onderzoekingen. Aanvankelijk poogde hij de gegevens van Vitruvius toe te passen op verschillende klassieke standbeelden. Hij volgde echter de toen moderne, maar in wezen middeleeuwse methode van de geometrische constructie. Het verschil is dat Dürer die geometrische figuren kiest, die door hun vorm min of meer aansluiten bij het lichaamsdeel dat hij wilde tekenen. (...)

durer_pg-66.jpg (211678 bytes)  durer_pg-175.jpg (180919 bytes)  durer_pg-231.jpg (265620 bytes)

Drie pagina's uit Dürers 'Vier Bücher von menschlicher Proportion'  (66, 175, 231)

Dürer keerde in 1507 met betere informatie (uit onbekende bron) uit Italië terug. Hij heeft zeker kennis genomen van Alberti's werkwijze om verhoudingen te meten.Het is echter niet duidelijk in hoeverre Leonardo een rol kan hebben gespeeld in Dürers nieuw verworven kennis. Een aantal tekeningen bevatten elementen die aan Leonardo doen denken en men zegt dat Leonardo's voorbeeld Dürer in de richting heeft gedreven van uitsluitend empirisch onderzoek naar afmetingen.

In de vorm waarin zij zijn uitgegeven tonen Dürers 'Vier Bücher von menschlicher Proportion' hoe de schrijver zich heeft beziggehouden met het verzamelen van 'empirisch verkregen verhoudingsgetallen'.

In zijn eerste boek presenteert Dürer vijf typen van zowel mannelijke als vrouwelijke figuren, die in grootte variëren van zeven tot tien hoofdlengtes. De figuur van acht lengtes komt in twee varianten voor. Opvallend is dat Dürer dezelfde aandacht schenkt aan de verhoudingen van de vrouwelijke figuur als aan die van de man, terwijl in het algemeen de verhoudingen van de vrouw tamelijk nonchalant worden afgedaan als eenvoudige variaties op de mannelijke norm. Het eerste boek bevat ook maten van het hoofd, de voet en de hand alsook van het lichaam van een kind. De afmetingen worden altijd opgegeven in fracties van de totale lichaamslengte, overeenkomstig het principe van Vitruvius. In het tweede-boek maakt Dürer echter gebruik van Alberti's exemplaar. De voet van deze laatste wordt door Dürer als 'Messtab' of maatstaf beschreven, waarvan er zes gelijk zijn aan de totale lichaamslengte. De voet wordt verder onderverdeeld in tien 'Zalle' (Alberti's unceolae of duimen), die elk weer in 10 'Teile' (Alberti's minutae) zijn onderverdeeld.

Video fragment over de theoretische geschriften van Dürer

Men bespeurt in de spaarzame mededelingen van Dürer de geweldige fascinatie voor het idee dat het beeld van de mens volgens een canon' kon worden geconstrueerd. Dürer heeft in een onvoorstelbare arbeidsinspanning duizenden en duizenden metingen verricht aan naakte lichamen in de veronderstelling dat uit deze onoverzichtelijke hoeveelheid van individuele menselijke voorkomens de volmaakte gestalte van de mens zich zou aftekenen.

Later heeft hij zich van dit idee afgekeerd met als argument dat de mensen er vele verschillende meningen op na hielden en dat zij nu eens de ene gestalte mooi vonden en dan weer aan een andere de voorkeur gaven. ( ...)

 

Het lijdt geen twijfel dat Dürer in de loop van zijn leven niet alleen een veelomvattende kennis van de Italiaanse kunsttheorie en proportieleer verwierf uit de geschriften van onder meer Vitruvius, Alberti en Leonardo, maar dat hij in menig opzicht de voltooier van al deze aanzetten en pogingen van de Italianen is geweest.

Zijn 'Vier Bücher von menschlicher Proportion' werden pas na zijn dood gedrukt maar ze werden door de eeuwen heen als leerboek voor aankomende kunstenaars steeds weer herdrukt en vertaald. De proportieleer maakt een droge, zelfs wat schoolmeesterachtige indruk als men er alleen maar een soort ezelsbrug voor het modeltekenen in ziet. Maar de enorme inspanning van Dürer is gebaseerd op de platonische overtuiging dat achter de vertroebelde verschijningsvorm het absoluut schone schuil gaat en dat dit meetbaar is en zelfs in een formule kan worden vervat. De grootste opdracht van de kunstenaar is het zichtbaar maken van de absolute schoonheid. Niets maakt de grootheid van deze man duidelijker dan het feit dat hij, na zich ongelooflijk veel moeite te hebben getroost, toegeeft dat hij in zijn opdracht niet is geslaagd: 'Wat echter de schoonheid uitmaakt, weet ik niet'.

Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2/3 uit het profiel cultuur en maatschappij voor havo en atheneum.  Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. 

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij niet geven

12-18-2014  CKV-2/3 en tehatex