'de perspectiefdeskundige, de vernuftige heer Filippo di Ser Brunellesco, opmerkelijk vanwege zijn kunde en faam'

In 1418 zal Filippo Brunelleschi vermoedelijk het bekendst zijn geweest door een experiment op het gebied van het lijnperspectief Dit experiment moet hij in 1413 of nog daarvoor hebben uitgevoerd, want in dat jaar noemt Domenico da Prato hem 'de perspectiefdeskundige, de vernuftige heer Filippo di Ser Brunellesco, opmerkelijk vanwege zijn kunde en faam'. Het was een van de eerste van Filippo's talrijke vernieuwingen en op zich een mijlpaal in de geschiedenis van de schilderkunst.
Schets van het optische instrument dat Brunelleschi gebruikte om het Baptisterium in perspectief weer te geven. Het schilderij bevindt zich links, de spiegel rechts.

De kunstenaar Hockney en de werkwijze van Brunelleschi Videofragment 

Perspectief is de methode om driedimensionale objecten ruimtelijk weer te geven op een tweedimensionaal vlak en daarbij dezelfde indruk te wekken van de onderlinge verhoudingen van plaats, omvang en afstand als bij de werkelijke objecten het geval is als we ze vanaf een bepaald standpunt bekijken. Filippo wordt in het algemeen beschouwd als de uitvinder van de perspectief, of als degene die de wiskundige principes waaraan de perspectief gehoorzaamt ontdekte (of herontdekte). Zo formuleerde hij het principe van het verdwijnpunt, dat de Grieken en Romeinen al kenden, maar dat zoals zoveel kennis verloren was gegaan.

Aan Griekse beschilderde vazen en marmeren reliëfs kunnen we aflezen dat de makers de perspectief beheersten, evenals van sommige decorontwerpen voor Griekse tragedies die in Athene werden opgevoerd, bijvoorbeeld die van Aeschylos. De Romeinse geleerde Plinius de Oudere beweerde dat deze manier van weergave (die hij imagines obliquae, oftewel 'scheve afbeeldingen' noemde) in de zesde eeuw voor Christus was uitgevonden door een schilder die hij Kimon van Kleonai noemt. De Romeinen maakten gebruik van perspectief in hun muurschilderingen en enkele principes werden beschreven door de architect Vitruvius. Bovendien is het onvoorstelbaar dat gebouwen zoals het Pantheon of het Colosseum uitgevoerd hadden kunnen worden zonder dat de architecten in de een of andere vorm vooraf perspectieftekeningen hadden vervaardigd.

Maar na de ondergang van het Romeinse Rijk was de techniek van het perspectieftekenen verloren gegaan of men had haar verworpen. Plato wees de perspectief als bedrieglijk van de hand en de neoplatonische filosoof Plotinus (205-270) sprak lovend over de afgeplatte manier waarop de oude Egyptenaren figuren in hun 'ware' verhoudingen afbeeldden. Dit vooroordeel tegen de 'onoprechtheid' van de perspectief werd overgenomen door de christelijke kunst, met als gevolg dat de natuurlijke ruimtelijke weergave gedurende de middeleeuwen overal versmaad werd. Pas aan het begin van de veertiende eeuw keerden de oude opvattingen over de perspectief terug toen Giotto gebruik begon te maken van het chiaroscuro - een bepaalde manier om bij het schilderen met licht en schaduw om te gaan - om realistische driedimensionale effecten te bereiken.

Het is mogelijk dat Filippo voorbeelden van de klassieke perspectiefschilderingen heeft gezien op zijn reizen door Italië. Maar vermoedelijk putte hij voor de formulering van de principes van de perspectief uit geheel andere bronnen. Hij kan de procedure voor de uitvoering van zijn eigen schilderkunst - het uitzetten van gezichtslijnen in het vlak - hebben geleerd van de landmeterstechniek die hij toepaste tijdens het opmeten van de ruïnes in Rome.' Er bestaat immers grote overeenkomst tussen perspectieftekenen en landmeters omdat in beide gevallen de relatieve positie van driedimensionale objecten moet worden bepaald om ze vervolgens op papier of linnen af te beelden. In Filippo's dagen was het landmeters in de praktijk al zeer ver ontwikkeld: zijn grote stap vooruit was dat hij de principes en techniek van het landmeters op de schilderkunst toepaste.

Filippo's experiment bestond uit een aan toverij grenzend staaltje van gezichtsbedrog, een trompe d'oeil-schildering die, door de knappe verwarring tussen kunst en werkelijkheid vooruitliep op veel latere experimenten met optische hulpmiddelen zoals camera obscura's, panorama's, diorama's en spiegelkasten. Dit schilderij - een van de beroemdste in de kunstgeschiedenis - is al sinds lang verloren gegaan. Volgens het laatste wat er van bekend is, bevond het zich in bezit van Lorenzo di Magnifico', maar was het verdwenen na de bezetting van Florence door Karel VIII van Frankrijk in 1494, toen veel Florentijnse kunstwerken geroofd werden. Antonio Manetti, die beweert het zelf in handen te hebben gehad en het experiment ook te hebben uitgevoerd, levert echter een heldere beschrijving.

Als onderwerp van zijn perspectieftekening koos Filippo een van de bekendste plekjes van Florence: het Baptisteriurn van San Giovanni. Hij nam plaats in het middelste portaal van de Santa Maria del Fiore, op ongeveer vijfendertig meter van het Baptisterium. Daar schilderde hij op een klein paneeltje in volmaakt perspectief, aan de hand van een geometrisch geconstrueerd beeldvlak, alles wat zichtbaar was binnen de omlijsting van het portaal voor de kathedraal: het Baptisterium en de straten eromheen, zelfs de wafelbakkers en de hoek van de schapenmarkt. Op de plaats waar een geschilderde lucht zou moeten komen, monteerde hij een stuk blinkend gepoetst zilver, dat als spiegel fungeerde en de wolken, vogels en het wisselende zonlicht van de echte lucht moest weerkaatsen. Tot slot boorde hij een gaatje op de plek van het verdwijnpunt van zijn schilderij, het centrale punt aan de horizon waar de terugwijkende parallelle lijnen bij elkaar lijken te komen.

Daarmee was het paneel klaar voor de demonstratie. De waarnemer diende twee meter in het portaal van de Santa Maria del Fiore te gaan staan - op precies dezelfde plek waar Filippo had zitten schilderen - en hij moest het paneel met de niet beschilderde achterkant naar zich toe omhooghouden, en daarbij door de kleine opening turen. In de andere hand moest hij een spiegel houden die op een armlengte afstand van het paneel het schilderij van het Baptisterium en de Piazza San Giovanni in spiegelbeeld toonde. Dit spiegelbeeld was zo levensecht dat de waarnemer niet met zekerheid kon bepalen of hij door het kijkgaatje de werkelijkheid zag die hij voor zich moest hebben - de 'werkelijkheid' achter het paneel - of slechts een volmaakt drogbeeld van die werkelijkheid.

Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 uit het profieldeel  C&M voor havo en atheneum.  Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij helaas niet geven.

Tekstfragment uit: De koepel van Brunelleschi Ross King (46-49) Amsterdam 2003
02/22/2010 last update