Antonio Averlino, beter bekend als Filarete (1400-1465) Trattato di Architettura (1451) |
|
Filarete was beeldhouwer en architect. Hij schreef tusen 1451 en 1464 een verhandeling over de architectuur in de vorm van een dialoog tussen de kunstenaar en de Hertog van Milaan (Francesco Sforza) die hem zogenaamd de opdracht had gegeven voor de bouw van een ideale stad (Sforzinda, zie voor plattegrond de afbeelding) In de ommuurde stad bevond zich in het midden een toren, om het omringende gebied in de gaten te kunnen houden. |
Hoe het gebouw verwekt wordt overeenkomstig de wijze waarop het menselijk lichaam verwekt wordt |
.'Gij
hebt in het eerste boek gezien hoe ik U de oorsprong van het gebouw heb
getoond, en waaruit het naar onze mening in den beginne voortkwam, en
hoe het overeenstemt met het menselijk lichaam en behoort te worden
gevoed en beheerst en, gelijk de mens zelf, bij gebrek daaraan ziek
wordt en sterft.Ge zoudt wellicht kunnen opmerken: U heeft mij verteld
dat het gebouw gelijkt op de mens; welnu, indien dat zo is, dient het
verwekt en vervolgens gebaard te worden als de mens. De
verwekking van het gebouw geschiedt aldus: zoals niemand uit zichzelf en
zonder vrouw een ander kan verwekken, precies zo kan het gebouw niet
door iemand alleen geschapen worden, en zoals men het niet zonder een
vrouw kan doen, zo moet degene die iets wil bouwen een bouwmeester
hebben en samen met deze het gebouw verwekken, en vervolgens dient de
bouwmeester het te baren, en na het eenmaal gebaard te hebben wordt de
bouwmeester de moeder van het gebouw. Voordat
hij het echter, zoals gezegd, baart zoals de vrouw die de vrucht negen
of zeven maanden in haar schoot draagt, zó moet de bouwmeester negen of
zeven maanden lang erover mijmeren en denken en op diverse manieren zijn
gedachten erover laten gaan, en hij moet, volgens zijn wil, in zijn
verbeelding verschillende ontwerpen vervaardigen van de vrucht die hij
met de opdrachtgever heeft verwekt. En zoals ook de vrouw zonder de man
niets tot stand brengt, zo moet de bouwmeester als een moeder deze
vrucht dragen en vervolgens, wanneer hij haar uitvoerig overpeinsd,
beschouwd en op velerlei manier doordacht heeft, volgens zijn wil kiezen
hetgeen hem overeenkomstig de richtlijn van de verwekker het
gerieflijkst en schoonst toeschijnt; en dat gedaan hebbend, moet hij de
vrucht baren, dat wil zeggen een klein houten ontwerp in de vorm van een
maquette vervaardigen dat qua afmeting en verhoudingen overeenkomt met
wat nadien gemaakt moet worden, en dit ontwerp aan de vader tonen. En
omdat ik de bouwmeester heb vergeleken met de moeder, behoort hij de min
te zijn, en dus moeder en min terzelfder tijd. En zoals de moeder haar
kind lief heeft, zo moet hij met zulk een liefde en toewijding het
ontwerp voeden, grootbrengen en sterken, zo dit mogelijk is, en wanneer
dat niet het geval is, moet hij het ontwerp in orde laten maken, opdat
het niet door zijn in gebreke blijven teloor gaat.
Bouwen is niets anders dan een eigenwillig genot, zoals wanneer de mens verliefd is, en wie dit genot heeft ondergaan, weet dit, aangezien bouwen zoveel genot en verlangen bereidt dat hoe meer de mens bouwt, hoe meer hij het zou willen doen; en voor zover hij daartoe in staat is, let hij nimmer op de kosten, en dit ziet men iedere dag gebeuren. Zoals een minnaar graag zijn lief opzoekt en, wanneer zij ergens is waar hij haar kan zien, daarvan geen spijt heeft en zich nimmer verveelt, zo gaat wie iets laat bouwen graag zijn gebouw bekijken, en hoe meer hij het ziet, hoe vaker hij het zou willen zien en hoe sterker hij zich verheugt, en terwijl de tijd verstrijkt, kan hij er niet genoeg van krijgen erover te praten of ernaar te kijken, gelijk de minnaar wanneer die over zijn lief praat. En wanneer hij ervoor geprezen wordt, verheugt hij zich en groeit zijn geestdrift; en zo, wanneer hij afwezig is en iemand komt hem opzoeken om erover te praten, doet hem dit veel genoegen en wordt zijn verlangen gesterkt het te gaan bekijken, en omdat hij voortdurend in de zin heeft het te verfraaien, verlangt hij zaken waarvan hij gelooft dat ze goed staan, precies zoals de rninnaar dat doet, en zonder enige maat te houden mint hij het en bewijst hij het nut en eer. |
Het belang van perspectief |
Ik geloof echt dat Brunellesco dit perspectief, dat voorheen niet toegepast werd, uitgevonden heeft. De antieken, die toch zeer spitsvondig en scherpzinnig waren, gebruikten of begrepen deze manier van perspectief nooit. Hoewel ze in hun werk blijk gaven van een goed inzicht, hebben ze nooit voorwerpen volgens deze regels en methoden op het grondvlak afgebeeld. U zou kunnen tegenwerpen dat perspectief bedrieglijk is omdat je iets laat zien dat niet bestaat. Dat is waar, desalniettemin is het waarheidsgetrouw in een tekening omdat een tekening zelf ook geen echt ding is, integendeel, het is alleen maar een afbeelding van het ding dat je portretteert of wilt tonen. Dus is perspectief waarheidsgetrouw en perfect geschikt voor zijn doel; en zonder dat kun je niet op de juiste manier de schilderkunst en beeldhouwkunst uitoefenen. U zou ook kunnen zeggen: Je hebt zo zeer de lof gezongen van de schilderkunst uit de oudheid en Giotto en vele anderen die deze metingen en verkortingen niet gebruikten en zo veel dingen die men moet kennen volgens jou, en toch waren het goede schilders die mooi en lofwaardig werk gemaakt hebben. Wat u zegt is waar, maar als ze deze wijzen en methoden en metingen gekend en gebruikt hadden, zouden ze nog veel beter geweest zijn. En als ge uzelf wilt overtuigen, kijk dan naar die gebouwen van hen: de figuren zijn soms groter dan de huizen! En bovendien laten ze tegelijk de boven- en onderzijde van voorwerpen zien. U zult nu kunnen antwoorden: Misschien kenden ze perspectief maar hebben ze het weloverwogen niet gebruikt om zich de moeite te besparen.' Dit is niet het geval, omdat het veel minder moeilijk is als je het beheerst, want je kunt alle voorwerpen op de juiste manier tekenen en je hebt altijd een leidraad bij alles wat je af wilt beelden en je weet waar je ieder afgebeeld voorwerp moet plaatsen en je kunt het niet fout doen. Derhalve concludeer ik: als je een goed tekenaar wilt zijn moet je bekend zijn met perspectief en het steeds gebruiken als je tekent. Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 voor havo en vwo in het profiel C&M.. Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Bron: De oorsprong van de moderne architectuur. L Lefaivre.A Tzonis. Nijmegen 1990. Met toestemming van Uitgeverij SUN
|