Michelagniolo Buonarotti

Fragment uit: Hella Haasse: "De scharlaken stad"
CKV-2 Opdracht 2.3.H.- Het onderstaande tekstfragment bestaat uit 8 genummerde stukjes. 

Betekent: het fragment wordt voorgelezen. (MP-3)

Vragen:

1.- Welke opdrachtgevers van Michelangelo kom je tegen in het onderstaande fragment?

2.- Welke opdrachten krijgt Michelangelo in het onderstaande stuk? Geef de kunstwerken aan met naam.

3.- Geef kort de relatie weer tussen de opdrachtgever en de kunstenaar Michelangelo. In hoeverre verschilt deze van de relatie kunstenaar/opdrachtgever in onze tijd.

1.- Hij wist nauwelijks hoeveel maanden er waren voorbijgegaan sinds zijn terugkeer in Florence. Hij had zich ingegraven in het werk, zoals een mol zich ingraaft in zijn onderaardse koker. Hij was blind en doof voor de buitenwereld. Toen hij, in Rome, onder het vaderlijk knikken en aanmoedigend gesticuleren van paus Clemens, tenslotte zijn handtekening zette onder het nieuwe contract met de heren Della Rovere, had hij beseft dat hij zichzelf onherroepelijk veroordeelde tot dwangarbeid. Hij was bereid slaaf te zijn, niets dan slaaf, verbeten te zwoegen aan zijn taak. Hij wist wel dat hij zich nooit bevrijd zou voelen van schuld vóór die taak beëindigd was. Maar waarom werd hem niet de genade gegund ongestoord te volbrengen wat hij zijn plicht achtte, ongestoord te boeten voor een oud verzuim? In een slotwoord, vóór de audiëntie beëindigd werd, had de paus het vonnis over hem uitgesproken, luid: 'Het grafmonument wordt voltooid, heren, dat staat nu vast, onze waarde kunstenaar hier heeft het zojuist zwart op wit bevestigd, nu is deze onaangename kwestie wel uit de wereld hopen wij,' en, fluisterend, alleen voor hém verstaanbaar: 'maar vergeet intussen het werk aan de Medici-kapel niet, ik reken erop dat u zich ook houdt aan het contract dat u met mij gesloten hebt.'

Sindsdien weer die innerlijke verscheurdheid waarbij ieder ander leed in het niet verzonk. In zijn dromen rees Julius' mausoleum voor hem op, gezwollen tot geweldige afmetingen, een groep van gestalten reikend tot in de wolken, Mozes, Paulus, Rachel en Lea, giganten van marmer, omhoog gestoten door de aarde zelf, zoals gebergten ontstaan. Langs de plooien van hun gewaden, reusachtige stenen riffen, trachtte hij omhoog te klimmen. een mier, een pover zwak wezen op trillende poten, hoger, hoger, tot waar de personificaties van hemel en aarde de sarcofaag hieven waarin zijn kwelgeest sliep, Julius, wiens hoogmoed hem dit had aangedaan. De macht van die paus-veroveraar verheerlijken, meer dan tien jaren na diens dood, op een tijdstip dat het pauselijk gezag een aanfluiting was en de veroverde gebieden beefden voor de komst van een nog gevreesder vijand - dat scheen hem méér dan dwaasheid, een smaad, een leugen.

Michelangelo Buonarroti: Slaaf met baard, ca. 1530-1534 Marmer, hoogte 265 cm

In de Galleria dell'Accademia staan naast de beroemde David ook de vier onvoltooide marmeren beelden van de zogenoemde slaven (of gevangenen). Oorspronkelijke waren zij - met nog twee beelden die zich nu in het Louvre bevinden - bestemd voor het grafmonument voor paus Julius II in Rome, maar daar zijn ze nooit aangekomen. Nadat ze een periode waren tentoongesteld in de Buontalenti-grot in de Boboli-tuin, kwamen de originele beelden in de Accademia terecht.

De betekenis van de figuren is omstreden, en hun functie op het grafmonument is nu niet meer te achterhalen. De uitvoering in dit vroege stadium moet misschien grotendeels worden toegeschreven aan assistenten van Michelangelo, die zich op zijn ontwerpen baseerden. Maar met name aan de koppen van de gebaarde slaven meent men de hand van de meester zelf duidelijk te herkennen.

 

2.- Terug in Florence had hij het oude, door paus Julius zelf goedgekeurde plan vernietigd. Weg de zinnebeelden van de onderworpen provincies, van de zeven kunsten, de zeven deugden. Hij maakte een nieuwe schets van de figuren die het monument moesten schoren. Geboeide slaven, zich krommend onder de last van de steen kolos die hen dreigde te verpletteren, de achtvoudige belichaming van zijn eigen gemoedstoestand. Terwijl hij die vormen los hakte uit het marmer onderging hij hun pijn, hun stomme wanhoop. Hij werkte in blinde drift nu eens aan dit, dan weer aan dat beeld, alsof het zijn zielsrust was die hij moest bevrijden uit de knellende steen. Uit zijn ogen, roodomrand en met bloed belopen door slapeloosheid en de prikkeling van fijn gruis, druppelde voortdurend vocht; stof en vuil verstopten alle poriën van zijn huid, hoofd- en baardhaar waren door zweet tot strengen samengekleefd. Hij kon zich niet meer herinneren wanneer hij voor het laatst uit zijn kleren was geweest. Hij gunde zich geen tijd om te eten of te slapen. Leunend tegen een kist, de blik onafgebroken gericht op het blok waaraan hij bezig was, nam hij wat brood, uien en wijn, en wanneer het hem zwart voor ogen werd van oververmoeidheid, liet hij zich zoals hij was ergens neervallen, op een stapel zakken of op de naakte vloer tussen splinters en brokken.

3.- Soms dreef onhoudbaar verlangen naar frisse lucht hem naar buiten. Hij liep rond door de straten van Florence zonder te weten waar hij zich bevond of wat er om hem heen gebeurde. Hij hoorde klokken luiden, merkte de gloed van avond- of ochtendhemel op, hij had het koud of warm, hij herkende de vertrouwde omtrekken van bepaalde gebouwen. Een enkele maal ging hij welbewust naar een plek buiten de stadsmuren, in de richting van Fiesole, of voorbij San Miniato, om de brede golvende lijnen van het landschap in zich op te nemen. Zijn lichaam, zijn handen vonden een ogenblik rust. Maar nooit en nergens rust voor zijn gedachten. Zijn lichaam, zijn handen, slaven in dienst van de slaven die Julius' mausoleum zouden schragen. Zijn geest vluchtte in visioenen van het werk waar hij nu naar verlangde als naar de eeuwige gelukzaligheid zelf.- het Medici-monument in San Lorenzo. Wat hij niet had kunnen vinden vóór hij naar Rome ging, de zin en dus de uiteindelijke vorm van die compositie, zag hij nu voor zich met bovenaardse helderheid. Een antwoord op de roep die jaren lang in hem weergalmd had, Adam sta op. Uit het leven over het geheim van de dood heen opstaan naar de eeuwige waarheid. Opstaan uit de kerker die het lichaam is, opstaan uit de macht van het onverbiddelijke lot, opstaan uit de dwang van ruimte en tijd, naar het waarachtige leven van de ziel. Het bestaan op aarde, een droom. Daarna, het verwonderd wakker worden in de dag, in de helderheid van de wereld der ideeën.  

Dat de slaven van Michelangelo onvoltooid zijn, heeft op de latere generaties een bijzondere aantrekkingskracht. Ongeacht de pogingen om de 'werkelijke' betekenis van de beelden te achterhalen, lijkt het 'eigenlijke thema' van de onvoltooide beelden in dubbel opzicht 'het worstelen met de materie' geworden te zijn: enerzijds zien we de moeizame voortgang van het beeldhouwproces zelf, maar anderzijds kunnen we de betekenis ook duiden als de tragische en noodlottige basis van al het menselijk zijn. De figuren lijken zich met grote innerlijke pijn op te richten, maar hun worsteling om zich te bevrijden is uiteindelijk uitzichtloos.

Michelangelo's bewonde-ring voor de Oudheid - met name voor de beroemde tors van de Apollo van Belvedere - komt in deze beelden tot uitdrukking.

 

4.- Waken en dromen, inslapen en wakker worden, geheimzinnige zielstoestanden, corresponderend met dag en nacht en zonsondergang en dageraad. Terwijl hij voortging de torso's van de gebonden slaven vrij te beitelen, brandde in hem als koorts de drang vorm te geven aan die nieuwe denkbeelden. Hij voelde dat zijn last verdubbeld was. Hij zwoegde niet meer met overgave aan het mausoleum. Bij het werk had bij zijn gevaarlijkste tegenstander te bestrijden, zijn eigen afkeer van zijn taak, en die kracht in hem die hem dreef naar het scheppen van de andere gestalten, die niét zijn knechtschap, zijn steunend dragen van een gehate last, maar de enig mogelijke bevrijding verzinnebeelden zouden. De woorden van paus Clemens - vergeet de Medici-kapel niet - had hij bewust uit zijn gedachten verbannen, om niet in verleiding te komen, maar nu lieten die zich niet meer verdringen, hij kon er zijn oren niet tegen verstoppen. Zij waren als de wind die het vuur aanwakkert. Op een dag smeet hij zijn werktuigen neer, trok doeken over de onvoltooide torso's die naar voren puilden uit hun marmerblokken, en keerde zich naar de tafel waar de ontwerptekeningen lagen. Hij gaf zich over aan een roes, hij zag onder zijn handen de gestalten ontstaan die hij had gedroomd. Hij vergat gedurende twee, drie etmalen de slaven. Maar daarna begon de tweestrijd weer, die op den duur niet te onderdrukken pijn. De aanwezigheid van de stenen lichamen daar achter hem en van de onzichtbare last die zij torsten, vergiftigde zijn werklust, stoorde zijn concentratie. Het besef van het onvoltooide kwelde hem. Het onvoltooide, dat betekende meer, oneindig veel meer dan een niet afgemaakt werkstuk, een nederlaag tegenover opdrachtgevers. Het werd een symbool van alles wat hij, ongeordend, nog niet doorschouwd, onoverwonnen meedroeg in zichzelf. Tegelijk groeide de angst: dat hij niet bij machte zou zijn wat hem bezielde zichtbaar, tastbaar te maken voordat hij de belofte van een vroegere levensperiode ingelost, het mausoleum voor paus Julius tot het laatste onderdeel toe afgeleverd had.

5.- Hij sprak hardop met zichzelf in de verlaten werkplaats achter de Santa Maria Novella. Sinds zijn terugkeer in Florence had hij daar geen gezellen en werklieden geduld. De oude vrouw die zijn voedsel bracht, kwam en ging zonder dat hij het merkte.

Tenslotte hield hij het niet meer uit. Hij sliep een dag en een nacht achter elkaar de loodzware slaap van wie naar lichaam en geest uitgeput is. Daarna scheen het hem alsof hij het vermogen tot werken voorgoed verloren had.

In die dagen kreeg hij een oproep om bij de Signoria te verschijnen. Met moeite rukte hij zich los uit zijn stemming van dadenloos broeden. Hij waste en kleedde zich zorgvuldig en meldde zich op de vastgestelde tijd op het paleis. Leden van de Raad waren daar in vergadering bijeen met de Commissie van Vijf die voor het onderhoud en de versterking van de stadsmuren te zorgen had. Onder de aanwezigen miste hij Niccolò Machiavelli, de niet lang geleden benoemde proveditore van de bastions. Tot zijn stomme verbazing bood men hém na enig inleidend gepraat deze functie aan. Messer Niccolò had een andere opdracht te vervullen gekregen.

6.- Muren, versterkingen. Hij haalde zwijgend zijn schouders op en staarde over de hoofden van de raadsleden heen naar de bloedrode lelies van Florence op een vaandel dat aan de wand hing. Een nieuwe taak op zich nemen, die hem dag en nacht in beslag zou nemen, terwijl hij geen uur te missen had. Zich verdiepen in architectonische en militaire vraagstukken, nu hij niets zag dan het raadsel dat leven en dood van de mensen op aarde beheerst. Die argumenten gaven voor hem de doorslag, maar hij zou ook nog andere bezwaren kunnen aanvoeren. De tijd drong. In het aangezicht van het gevaar waren oude muren beter dan nieuwe muren in aanbouw. Hij wist bovendien dat het ambt van proveditore bij gebrek aan werkkrachten en geld één lange lijdensweg zou zijn. Terwijl de leden van Raad en Commissie hem bestookten met voorstellen en dringende verzoeken, bleef hij stil zitten, met gesloten ogen, de linkerhand met gespreide vingers gedrukt tegen het benedengedeelte van zijn gezicht. Van tijd tot tijd knikte hij ten teken dat hij begreep wat men bedoelde. Tenslotte zuchtte hij, stond op en vroeg bedenktijd. Toen hij buiten over de piazza liep keek hij onwillekeurig omhoog naar zijn David die hier nu al twintig jaar stond. 

David / Michelangelo

Zijn eerste gewaarwording was er als gewoonlijk een van welbehagen om de harmonische lijnen van dat grote stenen lichaam. Ditmaal kon hij niet verder gaan. Hij gaf er zich voor het eerst sinds lange tijd rekenschap van dat David voor hem, voor de stad, eens méér geweest was dan het volmaakt gehouwen beeld van een jonge man. Kracht, moed, de nobele verontwaardiging om onrecht en geweld. Het symbool van het weerbare volk van de Republiek Florence. Hij herinnerde zich hoe velen ten tijde van de omwenteling dit standbeeld beschouwd hadden als het zichtbare protest tegen de Medici-heerschappij. David, verdediger van de vrijheid. Hij vertrok zijn lippen alsof hij een bittere smaak in zijn mond proefde. De strijdlust van die jonge kolos met zijn slinger scheen hem plotseling onbegrijpelijk naief Die paste in een wereld zonder schaduwen, waar alle dingen scherp omlijnd, helder belicht stonden in een klassiek evenwicht. Hadden de antieken in hun bloeitijd werkelijk zulk een wereld gekend? Dit Florence, dit Italië, vroeg een gecompliceerder heldhaftigheid.

7.- Hij draaide zich om. Aan de andere kant van de ingang van het Signoria-paleis stond een leeg voetstuk. Sinds hij uit Rome teruggekomen was, had hij de piazza vermeden, om niet geplaagd te worden door gevoelens van wrok en vernedering, voor hem onverbrekelijk verbonden aan die plek naast David. Toen hij dat beeld voltooide, had het stadsbestuur hem verzocht een Hercules als tegenstuk te maken. Verder dan een ontwerp had hij het nooit gebracht. Hoe had hij in de jaren van de pauselijke opdrachten tijd moeten vinden om aan die Hercules te beginnen? Dat Florence de taak voor hem bewaarde scheen hem vanzelfsprekend, alleen al uit zuiver esthetische overwegingen. Het ontwerp leefde in hem, het was zijn geestelijk eigendom, een deel van hemzelf. Zoals David de strijd tegen het geweld van buitenaf personifieerde, zo zag hij in Hercules het gevecht verbeeld tegen de vijand die ieder mens in eigen wezen bezit. Deze twee reuzengestalten moesten ter weerszijden van de poort waardoorheen de regeerders van Florence hun raadsgebouw betraden, een éénheid vormen, de uiterlijke en innerlijke waakzaamheid.

Nog in '25, vóór hij naar Rome vertrok, had de Signoria (om het gerucht te logenstraffen dat een ander de opdracht zou krijgen) hem verzekerd dat niemand dan hij ooit met de uitvoering belast kon worden. Wat hij gedurende de eerste dagen van zijn verblijf in het Vaticaan wel gehoord, maar niet geloofd had, bleek waar te zijn. Paus Clemens had onder de hofbeeldhouwers Bandinelli aangewezen om een Hercules te leveren.

Hij herinnerde zich die vernederende audiëntie als was het gisteren gebeurd. Toen zijn heftig beklag afstuitte op de dooddoener: 'U hebt het druk genoeg met het grafmonument en de Medici-kapel, mijn waarde, en wij wachten al twintig jaar op die Hercules,' had hij aangeboden het beeld voor niets te maken wanneer men er hem maar tijd en gelegenheid toe wilde geven. De paus had glimlachend de schouders opgehaald. Bandinelli behield de opdracht.

8.- De gedachte aan Bandinelli riep opnieuw de weken in Rome voor hem op. Hij had zich in het Vaticaan een gevangene gevoeld. Ook daar altijd de confrontatie met het onvoltooide. In de Sixtina martelde hem de overtuiging dat de voorstellingen die op het plafond schenen te wervelen, te wentelen als wolken of golven van de zee, een sluitstuk nodig hadden. De slotsom van wat hij daar had willen afbeelden, was nog niet gevonden. Hij kon de kapel niet meer binnengaan. Iedere keer opnieuw die gewaarwording van machteloosheid, die onrust waar hij zich niet in vormen van kon bevrijden. Hij zwierf rond door de galerijen, zoekend in zichzelf. De spotters, de lasteraars, de nieuwsgierigen zag hij niet. Hij sprak hardop zoals hij gewend was te doen wanneer hij alleen was, schold zich voor waardeloos vod omdat hij nooit en nergens scheen te kunnen leven zonder die zelfkwellingen. Waarom kon hij het niet laten de strijd aan te binden met een visioen dat boven zijn macht ging? Was het geen zinsbegoocheling, dat geloof van hem, dat hij geroepen was om het tot nog toe nooit voorgestelde uit te beelden, de martelgang van de mens tussen dier en God. Staande op de piazza, in de koude wind die van over de heuvels op Florence neerstreek, meende hij op de naakte sokkel tegenover David zijn eigen Hercules te zien, volgens het ontwerp worstelend met de reus Antacus: twee lichamen die elkaar omvat houden in een gevecht dat nooit een einde zal nemen, zinnebeeld van de tweeslachtige menselijke ziel.

Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 voor havo en vwo in het profiel C&M..  Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Stem: Kees Zonneveld. 

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij niet geven: het Nederlandse onderwijs is een kale kip en daar valt dus niets te plukken


02/19/2010 update