De structuur van vogelvleugels |
U moet de anatomie van de vleugels van een vogel bestuderen samen met de borstspieren die deze vleugels bewegen. En doe hetzelfde voor een man om de mogelijkheid aan te tonen die de mens heeft om zich te verheffen in de lucht door vleugels uit te slaan. Een pleidooi voor de onderneming die de bezwaren te niet doet. Misschien zult u zeggen dat de pezen en spieren van een vogel onvergelijkelijk veel krachtiger zijn dan die van een mens, omdat alle kracht van zoveel spieren en borstvlees te hulp komt en de beweging van de vleugels versterkt, terwijl het borstbeen uit één stuk bestaat en dientengevolge de vogel zeer grote kracht geeft, de vleugels overdekt zijn met een netwerk van dikke pezen en andere zeer sterke gewrichtsbanden van kraakbeen, terwijl de huid zeer dik is met verschillende spieren. Het antwoord daarop is dat zo'n grote kracht is gegeven als reservevermogen boven datgene wat de vogel normaliter gebruikt om zich op zijn vleugels te verheffen, daar het noodzakelijk is voor het geval de vogel zijn bewegingen wil verdubbelen of verdrievoudigen om aan zijn vervolger te ontkomen of zijn prooi te achtervolgen. (...) De veren die een zwakke weerstand bieden zijn geplaatst onder die welke een krachtige weerstand bieden en hun uiteinden zijn naar de staart van de vogel gekeerd; omdat de lucht onder vliegende dingen dikker is dan er boven en dikker er voor dan er achter; de vlucht maakt het nodig dat deze zijdelingse uiteinden van de vleugels niet door de wind beroerd worden, omdat zij zich onmiddellijk zouden spreiden en uit elkaar zouden gaan en ogenblikkelijk door de winden zouden worden bevangen. ( ...) De vogelvleugel is altijd hol gebogen aan de onderkant van de schouder tot de elleboog en de rest is bol. In het hol gebogen gedeelte van de vleugel wordt de lucht rondgewerveld en in het bolle samengeperst en verdicht. De langste veren van de vleugels zullen buigzaam zijn daar ze niet door andere veren worden overdekt vanaf het midden tot de punt. (...) Vleermuizen moeten om te vliegen hun vleugels volledig met een vlies bekleed hebben, omdat de nachtelijke schepsels waarmee zij zich voeden, proberen te ontsnappen door middel van verwarde omwentelingen en deze verwarring wordt teweeggebracht door hun zwenken en keren. Dus moeten de vleermuizen soms hun prooi ondersteboven volgen, soms in een schuine hoek of op verschillende andere manieren, die zij niet zouden kunnen volbrengen zonder hun eigen ondergang te veroorzaken als hun vleugels van. veren waren die de lucht doorlaten. (...) |