CKV-2/Opdracht 2.5.E.
Historia
Opdracht 1: Maak eerst opdracht 2.5.D
In 1435 publiceerde de Florentijnse humanist Leon Battista Alberti een boek over schilderkunst, dat snel in brede kring bekendheid kreeg. Centraal in deze verhandeling staat onder meer het begrip 'historia'. Hiermee bedoelde Alberti dat in een verhaal ook het verloop der gebeurtenissen diende te worden weergegeven. Dat is op een schilderij natuurlijk heel moeilijk te verwerkelijken. Alberti moet zich ook terdege hebben gerealiseerd welke problemen dit met zich meebracht. Wat hij voorstond was een verhalende stijl waarin de vertelling werd aangeboden in de vorm van actie en reactie van de verschillende personen. Om aan deze eisen te voldoen, had de schilderkunst een hele verzameling nieuwe technieken nodig, die door Alberti dan ook in zijn boek omschreven en uitgewerkt worden.
Eerst diende het 'toneel' te worden neergezet: een illusionistische ruimte waarin de 'acteurs' werkelijk konden bewegen. In het eerste hoofdstuk van zijn boek behandelt Alberti dus het creëren van ruimtelijkheid door middel van het perspectivisch stelsel.
Een van die kunstenaars was de energieke en vindingrijke Paolo Uccello die een hartstochtelijke passie koesterde voor de toepassing van de meetkunde op voorwerpen en voor de eenheid scheppende ruimte van het wetenschappelijk perspectief, maar zich toch niet zo volledig of blindelings aan het gebruik ervan overgaf dat hij de vorm van een heel schilderij er door liet dicteren.
Toen Uccello in de kloostergang van een Florentijnse kerk zijn fresco van de zondvloed schilderde, woog hij met zijn verstand de effecten van het lineaire perspectief af tegen de feitelijke optische ervaring en paste beide aan elkaar aan. Aldus verwerkte hij in één enkele compositie twee aanzichten van de ark, links in de lengte, rechts in de breedte. Elk aanzicht heeft een eigen punt waarin de wijkende lijnen van het schip bij elkaar komen; er is geen gemeenschappelijk verdwijnpunt. (...)
De wanden in het gewelf van de kloostergang waarop de schildering moest komen, verdeelde Uccello in twee beeldvlakken, in ieder waarvan een aparte scène uit de bijbel moest komen.
In het vierde gewelf onderaan zijn de dronkenschap en het dankoffer van Noach uitgebeeld, in de lu- nette, het halvemaanvormig deel daarboven, het terugwijken van het water.
Het fresco lijkt in eerste instantie onoverzichtelijk, zelfs chaotisch. De onrustig aandoende compositie stemt echter overeen met de dramatiek van de uitgebeelde gebeurtenissen. De paniek die uitbreekt als de mens door de aanstormende zondvloed wordt bedreigd en de met het terugwijken van het water zichtbaar wordende verwoestingen worden in de schildering door middel van een grote hoeveelheid anekdotische details dramatisch uitgedrukt.De verdwazing van mannen en vrouwen in het aangezicht van de ramp komt tot uiting in de figuren, die doorgaan met hun persoonlijke twisten en lijfelijke gevechten op de voorgrond links.
De grenzen, die meer de ruimte dan het verloop van de gebeurtenissen aanduiden, zijn bijna helemaal opgeheven, en Ucello's uitbeelding doet, ook al door de kleurige aankleding, bijna surrealistisch aan. Terwijl de mensen aan de linkerkant even vertwijfeld als vergeefs proberen hun leven voor de aanstormende vloed te redden, zien we rechts al de lijken van de drenkelingen - waaronder een klein kind met opgezwollen buik - in het zakkende water. De ongewone verstrengeling van in de tijd eigenlijk elkaar opvolgende scènes komt logisch overeen met het gegeven dat we twee arken van Noach zien: één aan de linker-, en één aan de rechterkant van het fresco. De perspectivisch uitgekiende beeldopbouw met de talrijke verkortingen heeft een zodanige dieptewerking, dat het dramatische karakter van de voorstelling nog eens wordt versterkt.
Mogelijk wilde Cosimo de' Medici, de opdrachtgever en betaler van de fresco's, zichzelf als redder en vredestichter van de stad uitgebeeld zien. De opmerkelijke staande figuur op het rechterdeel van het fresco vertoont in ieder geval opmerkelijke overeenkomsten met Cosimo, zoals we hem van andere afbeeldingen kennen.
Paolo Uccello, De Zondvloed, 1446-48
Opdracht 2: Waarom is "historia" op een schilderij moeilijk te verwezenlijken?
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
Opdracht 3: Uccello schilderde in de kloostergang de zondvloed. Vertel kort het hele bijbelverhaal. Raadpleeg hiervoor dan ook de bijbel!
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
De paniek die uitbreekt als de mens door de aanstormende zondvloed wordt bedreigd en de met het terugwijken van het water zichtbaar wordende verwoestingen worden in de schildering door middel van een grote hoeveelheid anekdotische details dramatisch uitgedrukt.
Opdracht 4: Noem een paar van deze details.
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
Opdracht 5: Trek in de tekening van de voorstelling de perspectieflijnen bij de ark.Geef het verdwijnpunt aan. Wat zie je?
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
Opdracht 6: Wat kun je opmerken over de opdrachtgever van dit fresco.
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................
.................................................................................................................................................................