CKV-2/Opdracht 2.3.E

Versailles

Bron/samenstelling:  H van Oirschot. St Janslyceum Den Bosch


Opdracht 1: Lees onderstaande tekst 

Het paleis te Versailles is in opdracht van Lodewijk XIV gebouwd (verbouwd jachtslot van Lodewijk XIII en enorm uitgebreid) en in 1682 officieel als regeringseentrum in gebruik genomen.

 

The Palace of Versailles (Part1)

Lodewijk XIV is een absolutistisch vorst. Hij heeft als koning de volledige macht. De koning is het beeld van God op aarde. Het is zijn taak Hem voor zover het in zijn vermogen ligt na te volgen. Hij wil zijn paleis niet in Parijs, maar in Versailles. Hij wil zijn hele hofhouding, de gehele Parijse hoge adel in zijn paleis hebben, ver van de grote stad. Op die manier is die adel steeds onder de invloedssfeer van de koning. Die adel is uit hun eigen omgeving zodat daar geen vervelende dingen beraamd kunnen worden tegen de koning. De adel krijgt aan het hof een heel eigen rol toebedeeld. Alles is nauwkeurig vastgelegd. De belangrijkste functies zijn voor de belangrijkste edelen. Er is een strenge hiërarchie waarbinnen iedereen zijn plaats heeft, maar waar binnen ook iedereen hogerop wil ...... Alle leden van de adel wonen met hun gezinnen in Versailles, duizenden personen.

Het paleis met de decoratie en de tuin is een weerspiegeling van het absolute koningschap.

Het idee van het middelpunt, het centrum ( = de koning) komt in de architectuur duidelijk uit. Er is een duidelijke hoofdas, precies naar het oosten gericht vanuit de koninklijke praalslaapkamer. Juist het oosten, omdat daar de zon opkomt: de Zonnekoning. Om de praalslaapkamer liggen de vertrekken van de koning; samen symbool voor de hele staat. Privé- en staatsrepresentatie gaan in elkaar over. Het totaal van architectuur, decoratie, tuinkunst en aparte kunstwerken vormen een geheel voor het ceremonieel ontvangsten, feesten, parades met theater, opera, muziek en vuurwerk. Achter dit alles ligt een duidelijk politiek idee.

Vanuit Versailles verspreidt zich dit idee naar andere hoven in Europa, tot in Sint-Petersburg toe.

De architectuur en natuur worden met elkaar verbonden met het paleis als centrum. De tuin is een geïdealiseerd natuurgebied voor de hofhouding. Zowel architectuur als natuur zijn volgens geometrische patronen ingericht. De assen die in het geheel te herkennen zijn, laten zien hoe het paleis in het centrum ligt. Versailles is de plaats waar de Griekse mythologie haar typische Franse bewerking ondergaat. De kunstwerken verliezen hun zelfstandigheid na ongeveer 1660 en worden onderdeel van het totaal van het interieur, paleis, tuin. .Ze worden min of meer onderdelen van een monumentaal decor.

Op alle terreinen van het openbare leven komt inmenging van de Staat: Recht, landsbestuur, economie, godsdienst, literatuur en de kunsten worden regels opgelegd. De academies worden de gerechtshoven van het kunstleven. De koning is de beschermheer. De kunsten krijgen een classicistische schoonheidsleer opgelegd: politieke dwang.

De tuinen van Versaffies hebben een dubbele betekenis:

  • een (Grieks)mythologische
  • een koninklijke: betrekking hebbend op de handelingen en deugden van de koning.

De natuur staat ten dienste van de architectuur.

 

The Palace of Versailles (Part 2)

 

The Palace of Versailles (Part 3)

Opdracht 2: Lodewijk XIV noemde zich de zonnekoning. Waarom koos hij de zon als persoonlijk symbool?

Hieronder zie je 4 afbeeldingen van de 4 tijden van de dag. De Morgen is gekroond met de morgenster. De Middag wordt afgebeeld als Venus met haar zoon Cupido. 's Middags is de zon op zijn warmst. De Avond wordt afgebeeld als Diana, de godin van de jacht. De avond is de geschiktste tijd voor de jacht. De Nacht draagt een toorts en heeft een kleed met sterren versierd om. Verder staan er ook vier beelden van de vier jaargetijden.

Opdracht 3: Breng de aanwezigheid van deze twee groepen beelden in verband met de titel "Zonnekoning"

Opdracht 4: Geef de afbeeldingen het juiste onderschrift. De eerste drie hebben betrekking op de delen van de dag.

...................................................................................................................................................

Opdracht 5: Geef de afbeeldingen het juiste onderschrift. Ze hebben betrekking op de jaargetijden.Het zijn van links naar rechts: lente, zomer. Welk jaargetijde wordt door de laatste verbeeld?

...................................................................................................................................................

Opdracht 6: Zoek het ontbrekende jaargetijde op via de internetsite van Versailles.

Opdracht 7: In het park van Versailles staan veel kopieën van klassieke beelden die in Rome staan. Welke betekenis heeft het plaatsen van die kopieën door Lodewijk XIV ?

...................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................

Opdracht 8: Zowel Het Palazzo del Te in Mantua als het paleis in Versaffies lag toen buiten de stad. Wat is het grote verschü in functie tussen deze twee paleizen die buiten de stad liggen (lagen).

...................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................

Opdracht 9: Lodewijk wordt afgebeeld als Caesar en Alexander;. Hij laat ook de 4 jaargetijden afbeelden. Welke geschiedenisopvatting ligt hieraan ten grondslag? Verklaar je antwoord.

...................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................

Opdracht 10: Onderstaande afbeelding beeldt "lucht" uit. Welke drie andere beelden zullen dus ook wel te vinden zijn? Zoek ze op in het park!

...................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................

Opdracht 11: Onderstaande afbeelding beeldt "het cholerische type" uit. Waaraan is dat duidelijk te zien? Welke drie andere beelden zullen dus ook wel te vinden zijn? Zoek ze op in het park!

...................................................................................................................................................

...................................................................................................................................................

einde