CKV-2/Opdracht 2.5.B.
Verzamelen: een zondige bezigheid
Opdracht 1: Lees les 2.5.2 en 2.5.3 Lees daarna de onderstaande teksten
Zonder verzameling geen museum. Gelukkig zit het verzamelen de mensheid in het bloed, al eeuwenlang zijn we bezig met het bijeenbrengen van collecties. In de Middeleeuwen werd die verzamelwoede vooral gezien als verderfelijk. Het was niet goed om je zo fanatiek op het aardse te richten. Moralisten hadden het 'memento mori' hoog in het vaandel en wezen erop dat je je beter zo goed mogelijk kon voorbereiden op de dood. Verzamelaars verdedigden zich door erop te wijzen dat het verzamelen van objecten, bijvoorbeeld uit de natuur, heel leerzaam was en bovendien recht deed aan de schoonheid van de schepping.
Naarmate de renaissance duidelijker van zich laat spreken, krijgt men inderdaad meer bewondering voor de 'weetgierigheid' van verzamelaars. Thuis creëerde men een 'wereld in het klein'. Deze moest recht doen aan alle elementen van de schepping. De verzamelingen waren dus erg divers en worden ook wel encyclopedisch genoemd. In de 18e en 19e eeuw worden de verzamelingen specialistischer. Men gaat zich meer op één onderwerp richten.
De verzamelingen waar we het hier over hebben zijn vooral bedoeld voor privé gebruik. Naast gewone burgers zijn het vooral vorsten die vanaf de 15e eeuw hoge ogen gooien met hun collecties. Karel V van Frankrijk was een van de eerste die zo'n Kunst- und Wunderkammer inrichtte. Vanaf dan wordt verzamelen gezien als een vorstelijke bezigheid: het vergroot het aanzien en rechtvaardigt de koninklijke pretenties.
Opdracht 2:
Voorzie de bovenstaande afbeelding van een verklarend onderschrift.
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
'Kunst- und Wunderkammer'
De Kunst- und Wunderkammer ontstond in de zestiende eeuw. De eerste vermelding van een 'Kunstkammer' dateert van 1550 en heeft betrekking op keizer Ferdinand 1.Het betrof een op zichzelf staande verzameling schilderijen, kostbaarheden, bekers, spelen en naturalia die zich in Wenen bevond, maar niet nader werd gelokaliseerd. Niet veel later komt de term Wunderkammer voor: in de in 1564-1566 geschreven kroniek van de graven von Zimmern beschrijft Froben Christoph von Zimmern een 'Wunderkammer’ waarin zich zeldzame naturalia zoals koralen, bevonden, maar vooral rariteiten als alruinen en vergroeide geweien In 1565 maakt de Vlaamse arts Samuel Quiccheberg in zijn museumtheoretische werk "Inscriptiones vel tituli theatri amplissimi" een onderscheid tussen beïde begrippen door te spreken van
'artificiosarum rerum conclave' 'kabinet van kunstvoorwerpen' = Kunstkammer 'miraculosarum rerum promptuarium' 'voorraadkamer van wonderbaarlijke dingen' = Wunderkammer De combinatie van beide termen tot het begrip "Kunst- und Wunderkammer" komt voor het eerst voor in het testament van aartshertog Ferdinand II uit 1594 in verband met zijn ‘museum'. In het testament werd het begrip 'Kunst und Wunderkammer' gebruikt om het onderscheid aan te geven met de daarin eveneens vermelde wapen- en harnaskamers.
Het thema werd voor het eerst wetenschappelijk behandeld door Julius von Schlosser in zijn boek "Die kunst- und Wuderkammer der Spatrenaissance" (1908) Dit werk is van grote betekenis omdat het heeft bijgedragen aan een objectievere kijk op de Kunst- und Wunderkammer en aan een historisch gefundeerde rehabilitatie van verzamelen van curiosa en rariteiten, dat als gevolg van de Verlichting aan het einde van de achttiende eeuw werd beschouwd als en teken van achterhaald irrationalisme.
Omdat de Kunst- und Wunderkammer ontstond in het Duitse taalgebied en vooral omdat de wetenschappelijke literatuur over dit thema in de eerste helft van de twintigste eeuw Duitstalig was, is het begrip als leenwoord ook in andere talen ingeburgerd. In de vakliteratuur wordt het gebezigd naast inheemse woorden als 'Cabinet des Curiosités', Cabinet of Curiosities', 'Raritátenkabinett' en 'rariteitenkabinet'. ('Curiosité' en 'Curiosity' betekenen nieuwsgierigheid, weetgierigheid en buitenissigheid; rarus' is Latijn voor eigenaardig en zeldzaam.)
Naast het begrip 'Kunst- und Wunderkammer' worden ook de aanduidingen 'museum' en 'theatrum' gebruikt. Deze drie begrippen zijn geenszins synoniem, hoewel in het spraakgebruik overlappingen bestaan. 'Museum' is het overkoepelende begrip en betekent eenvoudigweg verzameling, dat wil zeggen: het kan ook slaan op een speciale verzameling van niet-encyclopedische aard. Het begrip 'theatrum' verwijst meer naar de presentatie, de ‘enscenering' van een verzameling.
De voorganger van de Kunst- und Wunderkammer was de middeleeuwse schatkamer. Schatkamers ontstonden zowel in de wereldlijke (Heilige Roomse Rijk) als in de kerkelijke sfeer (kloosters). In tegenstelling tot de Kunst- und Wunderkammer waren schatkamers plaatsen om iets veilig op te bergen en geen tentoonstellingsruimten. De omvang van een wereldlijke schatkamer werd bepaald door rang en rijkdom van de eigenaar en was het min of meer toevallige resultaat van erfenissen, geschenken en een specifieke vroomheid, die zich uitte in het bezit van kostbaar misgerei en reliekhouders.
De Kunst- und Wunderkammer daarentegen was een universele, alle produkten van deze wereld omvattende verzameling van eenvoudige naturalia - de voortbrengselen van de natuur - tot kostbare artificialia - de door mensen vervaardigde produkten - die, geheel of gedeeltelijk zichtbaar, waren uitgestald in speciaal voor dat doel gebouwde of aangepaste ruimten. In principe stichtte een verzamelaar een Kunst- und Wunderkammer met intellectuele en politieke oogmerken. dat wil zeggen: hoewel er geen bezoekers in de huidige zin van het woord, werden toegelaten, appelleerde een dergelijke verzameling toch aan waarde-ideeën van derden, waarbij het ging om begrippen als imagovorming en vorstelijke representatie.
3.- Wat voor soort voorwerpen hoorden in een "Kunstkammer" ?
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
4.- Wat voor soort voorwerpen hoorden in een "Wunderkammer" ?
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
5.- Waar waren de Kunst- und Wunderkammer te vinden ?
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
6.- Wat voor functie hadden die vanuit de eigenaar gezien ?
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
7.- Welke functie hadden ze mbt. de encyclopedische wetenschapsopvatting ?
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................
8.- Op grond waarvan werden de naturaba en artificiafia toch als een eenheid gezien ?
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................
9.- De Kunst- und Wunderkammer wordt als een microkosmos gezien. Verklaar.
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................
10.- De Kunst- und Wunderkammer wordt als een theater van de wereld gezien. Verklaar.
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................
11.- Welke 4 redenen worden genoemd om naturafia te verzamelen ?
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................
12.- (Klik op Artificialia) Er is sprake van een mengvorm die relatie heeft met de opdrachtgever. Welke functie had zo'n mengvorm ?
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................
13.-
(Klik op Scientifica) Welke relatie is er tussen kompas, kwadranten, en raderuurwerken ?.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................
14.- (Klik op Exotica) Wat is de relatie tussen sommige vorstenhuizen en het bezit van exotica ?
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................
15.- Wat is de functie van deze categorie voorwerpen in een verzameling van een vorst?
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................
DE STUDIOLO
De studiolo heeft een lange ontwikkeling doorgemaakt in vorm en functie. Hij is ontstaan als ruimte voor studie en meditatie. Door afsluiting van de omgeving en alleen met boeken kwam men in gesprek met grote geesten uit het verleden. Door de humanistische beschavingsidealen werd de vorst niet alleen gezien als superieur militair (actief), maar ook iemand die de
wijsheid nastreefde en de beschaving (passief). De studiolo speelde een rol bij het verkrijgen van die wijsheid en het nastreven van het beschavingsideaal. In Italië waren veel paleizen met een studiolo.Een bekend voorbeeld is te zien in Urbino (1476) aan het hof. Daar waren voorwerpen te zien die te maken hadden met a. kunsten en wetenschappen b. de krijgskunst.
Verder waren er portretten van leken en geestelijken uit de oudheid, het recente verleden en het heden. Het totaal gaf een beeld te zien van actief en passief leven en hoe dat samenging.In Mantua is een studiolo te zien van lsábelle d'Este. (omstreeks 1500).
Deze studiolo was niet zozeer voor het studeren, maar meer om dingen te bewaren en tentoon te stellen voor de (hooggeplaatste) bezoekers, zodat de verzameling een prestige kreeg, en daardoor ook de eigenares. De verzameling bestond uit kunstvoorwerpen (artificialia), en naturalia en mirabilia. Isabella d'Este had en nieuwe houding t.a.v. verzamelde schilderijen. Ze verzamelde om esthetische criteria: schilderden van beroemde schilders die zelf een keus maakten wat betreft onderwerplvoorstelfing. De Italiaanse verzamelaars omstreeks 1500 verzamelden kunstwerken uit eigen tijd, naast antieke voorwerpen (de kunst was vrij geworden, was geen ambacht meer) Verder was er in veel verzamelingen een encyclopedische tendens waar te nemen.
Omstreeks 1550 kwam er een ontwikkeling op gang om de studie van de natuur tot een zelfstandig iets te maken. Dus geen symboliek meer. Aan deze ontwikkeling hadden bijgedragen:
- het definitief wereldbeeld van het humanisme
- betere kennis van de resultaten van de natuurwetenschappen van de antieken
- de toevloed van de nieuwe informatie uit verre landen.
Steeds bleven de verzamelingen zorgen voor het verhogen van het prestige van de eigenaar.
De studiolo van Francesco I de Medici. (omstreeks 1570).
Deze was vooral een bewaarplaats van kleine bijzondere voorwerpen (miniatuur familieportretjes, munten, kleine antieke beeldjes, edelstenen enz.). De verzamelde objecten lagen in de kasten, die versierd waren met voorstellingen die te maken hadden met de voorwerpen erin. De wanden waren ook beschilderd met o.a. de 4 elementen. Alle voorwerpen werden nl. herleid tot water, vuur, aarde of lucht. Verder waren er personificaties van koud, warm, droog en vochtig. De Italiaanse verzarnelruimtes hadden vaak een artistieke decoratie, die betrekking had op de verzameling. Er was ook een logische samenhang met de ruimtelijke omgeving. De basis van de verzameling was de weetgierigheid van de vorst. De intellectuele benadering van de collectie had te maken met de wijsheid = vorstefijke deugd. De vorst was uitverkoren, ook hierin.
De 'estudes' van Karel V
De verzameling zelf was over verschillende vertrekken in de diverse kastelen verdeeld; de kern werd min of meer gevormd door de voorwerpen die de koning aan de collectie had onttrokken voor eigen gebruik in zijn studeerkamers, de estudes. Dergelijke estudes bevonden zich in Parijs in het Louvre en het Hótel de Saint Paul, en buiten de hoofdstad in de kastelen van Vincennes, Saint-Germain-en-Lave en Melun.
Daar placht de koning zich na zijn dagelijkse siësta terug te nekken om zich voor zijn persoonlijke ‘recreation' met zijn verzameling bezig te houden: 'Achter zijn slaapvertrek was een ruimte met de bezittingen waar hij het meest om gaf, kleinodiën en andere kostbaarheden; en deze recreatie nam hem zozeer in beslag dat, te oordelen naar zijn getekende gezicht, zijn gezondheid werd geschaad, alsof hij de meeste tijd zware arbeid verrichtte.
Deze verzameling voorwerpen die een plaats had gekregen in zijn estudes, was een selectie uit alle categorieën die de koning bezat:
- goudwerk,
- vaatwerk van halfedelsteen,
- astrolabia en kwadranten,
- wierookvaten,
- spiegels,
- gemmen en parfumflessen, voor een deel in de vorm van dieren,
- sacralia als reliekhouders, crucifixen, enzovoorts.
We moeten echter bedenken dat de verzameling met het leven van de bezitter was verweven, als onderwerp van zijn studies en teken van zijn 'sagesse', de veel geroemde wijsheid van de koning.'!
De Pisan beschreef in de eerste twee delen van het genoemde boek zijn religiositeit en militaire capaciteiten en behandelde in het derde deel zijn 'sagesse'. Hij zou een filosoof en astroloog zijn geweest en zich ook hebben doen kennen als 'bekwaam kunstenaar en bedreven in de wetenschappen', want hij had heel wat mooie bouwwerken laten oprichten. Het twaalfde hoofdstuk ging over zijn liefde voor boeken, waaruit opnieuw zijn wijsheid en 'zijn grote liefde voor de studie en de wetenschap` bleken" Hij verzamelde boeken op alle terreinen van de wetenschap. Vervolgens roemde ze zijn studeerkamer, die - zoals alles bij hem - mooi ingericht en goed geordend was. Net als de bibliotheek wordt dus ook de estude als onontbeerlijk attribuut van de wijze koning beschouwd, waarin zich de luister en orde van zijn hof weerspiegelen.
De verzameling van de hertog van BerryIn het perspectief van de latere ontwikkeling vormt de verzameling van de hertog van Berry het eerste gedocumenteerde voorbeeld van een universele Kunstkammer.
Van de verzameling van de hertog van Berry werd in de periode 1413-16 door zijn kanselier een zeer nauwkeurige inventaris gemaakt, ingedeeld naar gebruik en materiaal bijvoorbeeld reliekhouders en rozenkransen, vaatwerk, sieraden enzovoorts. met precieze opgave van de waarde en materialen Vervolgens werden deze grote groepen weer onderverdeeld naar herkomst bijvoorbeeld aankopen, geschenken, overnames, een vorm van inventariseren waarvan de objectgerichte zakelijkheid geheel overeenkomt met moderne, ideeën over museumdocumentatie.
De encyclopedische Kunst- und Wunderkammer Naturalia: slangenhuid, bezoarstenen koralen schelpen mineralen ertsmonsters struisvogeleieren tanden van wilde zwijnen Artificialia: voorwerpen van goud, zilver, bergkristal halfedelstenene en parels antieke voorwerpen cameeën Romeinse munten kompas, kwadrant, klok In Jans verzameling bevonden zich bovendien talrijke voorwerpen van het soort dat nog tot op de dag van vandaag geringschattend met de term 'curiosa' wordt aangeduid. Daarbij gaat het om minuscuul snijwerk, zoals een notendop gevuld met een groot aantal ivoren hoofdjes, gedraaide bollen, rozenkransen van koralen en schelpen en een beer van goud en een email waarin reukwater werd bewaard. Verder waren er nog spellen, wierookvaatjes, verscheidene spiegels, enzovoorts.
De hertog van Berry was het type van de hartstochtelijke verzamelaar, die er alles voor over had om te krijgen wat hij hebben wilde. Politiek en oorlogvoering kwamen bij hem op de tweede plaats, het verzamelen ging voor alles. De hertog liet niets na om een bepaald verzamelobject te bemachtigen en 'vergat' vaak om iets wat hij had geleend, aan de eigenaar terug te geven. Alleen al uit de omvang en verscheidenheid van de verzameling blijkt de grote persoonlijke betrokkenheid van de hertog, iets wat later ook te zien is bij aartshertog Ferdinand II en keizer Rudolf II. Hoewel de verzameldrift van de hertog uit het geslacht Valois beroemd was bij tijdgenoten en latere generaties, is helemaal niets bekend over de indeling, opstelling en rangschikking van zijn schatten
Een vergelijkend onderzoekje.
16.- Vergelijk de bovenstaande studiolo's op
- inhoud,
- manier van ordenen,
- doelstelling
Isabelle d'Este Francesco I Karel V Hertog Berry