Le Bourgeois Gentilhomme
|
|
MOLIČRE
wordt op 15 januari 1622 geboren als Jean Babtiste Poquelin. Zijn ouders
zijn afkomstig uit een gegoed milieu. wanneer hij na het afronden van zijn
rechtenstudie in1642 de actrice Madeleine Bejart ontmoet, raakt hij in
toneel geinteresseerd. Een jaar later richt hij zijn eigen
theatergezelschap op l'illustre theatre, waar hij acteert en de leiding
heeft. Hij neemt de toneelnaam Molier aan, want het theater loopt slecht
en hij wil de naam van zijn familie hoog houden.
Uiteindelijk doen de financiële
problemen van het gezelschap hem zelfs in de gevangenis belanden. Na zijn
vrijlating verlaat hij met zijn gezelschap Parijs.
Hij schrijft zijn eerste
scenario's, en in 1654 verschijnt zijn eerste toneelstuk, L'Etourdi. In
1658 keert het gezelschap naar Parijs terug, waar ditmaal een succesvolle
periode aanbreekt. Moličre trouwt in 1662 met de jonge dochter van
Madeleine Bčjart, Armande. Zijn toneelgezelschap raakt zozeer bij koning
Lodewijk XIV in de gunst, dat deze hun beschermheer wordt. Moličres eigen
stukken, vooral de comedies, zijn succesvol, maar ook omstreden. Tartuffe
mag bijvoorbeeld jarenlang niet gespeeld worden.
|
|
Met 'Le Bourgeois Gentilhomme' neemt Moličre (1622-1673), net zoals in zijn andere stukken, de menselijke tekortkomingen op een luchtige manier op de korrel. Als een geboren theaterman wist hij als geen ander het genre van de komedie een nieuwe impuls te geven. Op 24 oktober 1658 weet hij met zijn kluchten zelfs de zonnekoning te vermaken. | |
Rondreizende toneelgezelschappen speelden vaak in deze rechthoekige zalen, die normaal gebruikt werden voor het kaatsspel |
|
Muziek en dans vormden meestal een integraal onderdeel van zijn stukken en dat geldt misschien nog wel het meest voor dit stuk, dat staat omschreven als een 'comedie-ballet'. De muziek bestaat uit klavecimbel-muziek. |
|
|
|
In 'Le Bourgeois Gentilhomme' verbeeldt een rijke koopman zich dat hij van adellijke komaf is. Om bij de heren en dames van stand in het gevlei te komen, wringt hij zich in de meest komische bochten. Monsieur Jourdain heeft het hoog in zijn bol. Hoewel hij slechts een koopman is, vertoeft hij het liefst in gezelschap van edellieden. Hij bezit voldoende geld om zich de meest dure kleren aan te schaffen. En om zich te bekwamen in sport, kunst en wetenschap heeft hij een schermleraar, een muziekleraar, een dansleraar en een filosofieleraar in dienst. Als een parmantige ijdeltuit laat hij zich onderwijzen, ook al heeft hij geen greintje talent. Tegenover zijn vrouw maakt hij goede sier met een huisvriend die van adel is. Regelmatig komt deze Jourdain opzoeken, meestal met het verzoek of hij geld van hem kan lenen. Hij staat inmiddels voor een enorm bedrag bij hem in het krijt. Als hij deze keer langskomt lijkt het erop dat hij zijn schuld eindelijk wil afbetalen, maar als hij Jourdain de rekening laat opmaken, weet hij hem op handige wijze een nieuwe lening te ontfutselen. Jourdain wordt zonder dat hij het merkt door iedereen in de maling genomen. Hij heeft een oogje op een markiezin en heeft haar door zijn huisvriend een duur sieraad laten bezorgen. Als hij beiden voor een etentje bij hem thuis heeft uitgenodigd, slooft hij zich uit om haar het hof te maken.
Zijn vriend geeft hem te verstaan dat het onbetamelijk is om over het sieraad te praten. Maar ook hier zit een addertje onder het gras, want de huisvriend is zelf verliefd op de markiezin en gebruikt Jourdain schaamteloos voor zijn eigen doeleinden. Jourdain heeft een jonge man de hand geweigerd van zijn dochter, omdat hij niet van adel is. Die laat het er niet bij zitten en bedenkt met zijn bediende een sluw plannetje. Verkleed als een Turkse vorst ( een zogenaamde Moefti) maakt hij nogmaals zijn opwachting in het huis van Jourdain. Ditmaal valt zijn huwelijksaanzoek wel in goede aarde. Aan het eind staat hij volkomen voor schut, maar zelfs dan nog verkeert hij in de waan dat hij een man van de wereld is door wiens aderen blauw bloed stroomt. Het stuk eindigt met het ballet der Landen: Spanje, Italie en Poitou. Hoezeer Jourdain voor schut staat blijkt wel uit het volgende fragment. Een groepje Turken komt op. Heel statig, in vol ornaat, met tapijten, tulbanden en alles wat bij een 'buitenlandse' edelman hoort. Ze doen verschrikkelijk 'eerbiedig' en roepen zelfs 'god' aan: 'Alla ekber'. De 'Moefti' zingt dan Jourdain toe in het 'potjes' Turks. Zogenaamd om hem te eren. Maar intussen..... Se ti sabir, Mistar Mufti Ti respondir; Ti qui star, ti? Se non sabir, Non intendir? Tazir, tazir. Tazir, tazir. (Les Musiciens du Louvre o.l.v. Marc Minkowski). 05-26-2007 last update CKV-1/2 DIGITALE SCHOOL |