KENNIS EN WETENSCHAP

In de Oudheid was Alexandrië het middelpunt van het geestelijk en wetenschappelijk leven. In de Islamitische wereld waren dat Bagdad en Cairo.

In het westen was er tot eind 12-de eeuw geen vergelijkbaar middelpunt. De geestelijkheid kende wel de theologie, die werd gedoceerd in de kloosters en later de kathedraalscholen. Deze laatste waren in de steden. Naast de kathedraalscholen waren er ook wereldlijke scholen. In beide gevallen werden het trivium en het quadrivium onderwezen.

Speculum Naturale’ ( 1245 ) van Vincent de Beauvais (detail)

De interesse voor het oosten werd niet alleen bevorderd door machtsaanspraken en handelsbelangen. Ook de groeiende belangstelling voor wetenschappelijke kennis versterkte de interesse voor de buitenwereld. Kennis was steeds minder een zaak van alleen de kerk. Naarmate de maatschappij ingewikkelder werd, groeide de noodzaak afspraken en regels schriftelijk vast te leggen. De regeerders hadden geschoolde ambtenaren nodig om een geordend bestuur van de grond te krijgen. Da handelaren hadden beter opgeleide mensen nodig naarmate hun transacties groter werden en ingewikkelder. Ook daardoor begon voor de kathedraalscholen na 1150 een bloeiperiode. Er ontstonden ook universiteiten die functionarissen afleverden en raadgevers.

Geleerden stortten zich op alle kennis die uit de Arabische wereld beschikbaar kwam. Dat de drang naar kennis groeide, bleek ook uit het steeds groter wordende aantal boeken in de volkstaal.

Het middeleeuwse ideaal van kennis

De Middeleeuwse wijsgeren zochten niet naar antwoorden over vragen over het ontstaan van de dingen. Dat was immers duidelijk: het stond in de bijbel. Het leven was begonnen met de schepping en zou eindigen met het Laatste Oordeel. Van daaruit moest de wereld verklaard en begrepen worden.

De wereld werd gezien als een symbool, als een idee van God (Dat is te zien aan de kathedralen met hun beelden en glasramen, die een complete samenvatting geven van de menselijke kennis van die tijd. Alle kennis moest ondergebracht worden in een systeem met God als middelpunt. Ze viel samen met de opkomst van de universiteiten (1200) waar het onderwijs vrijer was dan op de kloosterscholen.

Dat ideaal van kennis verschilt totaal van wat men nu onder kennis verstaat. Kennis is in de middeleeuwen het doorzien van de waarheid, en de waarheid is God. God zelf is de waarheid. Het algemene heeft de voorkeur boven het bijzondere. De vraag was: vormt het algemene de eigenlijke werkelijkheid, of vormt het concrete de eigenlijke werkelijkheid.

Vormt elke afzonderlijke plant de werkelijkheid, of is er achter al die planten een hogere, algemene werkelijkheid: alle planten die door God geschapen zijn, vormen samen de waarheid/werkelijkheid.

In alles werd de goddelijke schepping gezien. Er werd niet gekeken vanuit de gedachte: Hoe zit het eigenlijk in elkaar, welke delen zie je, hoe zit elk deel eigenlijk in elkaar, waar is elke deel voor enz. Het geloof staat boven het verstand.

Abul Walid Muhammed Ibn Achmed Ibn Roesjd en Al-Hussein Abou-Ali Ben Abdallah Ebn Sinna

De eerste teksten, waar we Arabische elementen vinden, dateren van de 13° eeuw. Averroes ( Abul Walid Muhammed Ibn Achmed Ibn Roesjd )( 1126 - 1198 ) interpreteert Aristoteles onder de invloed van de Arabische filosoof en alchemist Avicenna ( 980 - 1036 ). De Arabische naam van Avicenna is Al-Hussein Abou-Ali Ben Abdallah Ebn Sinna. 

De geschriften die we onmiddellijk na deze periode kennen staan meer en meer onder invloed van de Arabische alchemistische traditie. Dit is ondermeer te vinden in het ‘Speculum Naturale’ ( 1245 ) van Vincent de Beauvais.

Vincent de Beauvais lezende aan een werktafel. Op de achtergrond zie je boeken in een kast achter het groene gordijn. De tekst van boek 1 van 'Speculum Historiale' begint met een P.

Reeds rijpere werken vinden we bij Joachim de Fiore ( 1130 - 1202 ) een priester die tot de Cisterciënzerorde behoorde. Deze laatste is de New-ager van de Middeleeuwen. De Fiore verdeelt de wereldgeschiedenis in drie grote tijdvakken. Het tijdperk van de Vader of de Zon gevolgd door dat van de Heilige Geest. Het derde tijdperk is dat van de Verlichting welke hij geleid ziet door Spirituele leraars. Joachim de Fiore heeft zijn invloeden laten gelden op Dante en op andere denkers uit de dertiende en veertiende eeuw. Niet onwaarschijnlijk heeft Tommaso Campanella ook hier zijn inspiratie gevonden voor zijn ‘Civitas Solis’.

Er zijn in de middeleeuwen verschillende boeken geschreven. Elke schrijver beschreef in zijn boek de hele toenmalige wetenschap. Het was een opsomming, een encyclopedie. Vandaar dat de schrijvers ervan encyclopedisten genoemd worden. Een van die schrijvers was Vincent de Beauvais. (13de eeuw).Zijn 80 delen zijn onder te verdelen in:

  • a. Spiegel der natuur: alles wat God geschapen had tijdens de scheppingsdagen.
  • b. Spiegel der wetenschap: hoe de mens zelf kan werken aan zijn verlossing.
  • e. Spiegel der moraal: het levensdoel is goed en deugdzaam te handelen.
  • d. Spiegel der geschiedenis: de geschiedenis van de kerk, vooral de heiligen uit het oude en nieuwe testament.

a. Spiegel der natuur: Door de natuur te bekijken komt men tot God. De wetenschap bestaat dus niet uit het bestuderen van de dingen op zichzelf, maar in het doordringen tot de lessen die God er voor ons heeft ingelegd. Er wordt verder in geschreven:

"God bracht al het geschapene voort met de bedoeling dat de mens in deze schepselen voorbeelden van geloof en godsdienstig gedrag zou vinden".

De natuur bevat dus een les voor de mens over Gods bedoelingen. De aardse werkelijkheid verwees naar een hogere werkelijkheid. De natuur kon gezien worden als een leerzaam boek, als een prentenboek waar je wat van kon leren. Onverklaarbare zaken in de wereld van de Middeleeuwse mens kregen zin door ze te beschouwen als symbolen.

Een voorbeeld: Hugo van Sint Victor kijkt naar een duif en hij denkt aan de Kerk. "De duif', zegt hij, "heeft twee vleugels, zoals er voor de christen twee soorten van leven bestaan: het actieve leven (werken) en het contemplatieve ( nadenken over het doel van het leven). De blauwe veren van die vleugels wijzen hem naar de hemelse gedachten. De vage kleuren op de rest van het lichaam doen denken aan een zee in beroering, en symboliseren de oceaan van de menselijke hartstochten waarop de Kerk rondzwalkt. Waarom heeft de duif van die gele ogen ? Omdat geel, net als rijpe vruchten, de kleur is van ervaring en rijpheid. De gele ogen van de duif verbeelden de blijk vol wijsheid, waarmee de Kerk in de toekomst kijkt. Dan heeft de duif nog rode pootjes, want de Kerk loopt in deze wereld door het bloed van alle martelaren."

In het beeldhouwwerk van de middeleeuwse kathedralen en de randversieringen van veel manuscripten (geschreven boeken met afbeeldingen) zitten veel fantasiewezens, dieren en druiven-of eikenbladeren. Ze heten voor de middeleeuwse mens vooral de rijkdom zien van Gods schepping.

Tenslotte was het ook mogelijk dat de duivelse dieren een bezwerende en kwaadafwerende functie hadden. De dier- en rnonsterkoppen die aan de buitenkant van de kerk aangebracht zijn bij de portalen en de vensters, waren bedoeld om duivels af te schrikken en te verjagen.

De kalenderminiaturen in getijdenboeken zijn meestal een afspiegeling van de bezigheden van de mensen in de verschillende seizoenen. In dit getijdenboek worden mannen en vrouwen, arm en rijk, boer en edelman samen afgebeeld. Werkzaamheden op het land, zoals zaaien, snoeien, maaien en dorsen, worden afgewisseld met een wandelende edelman en een verliefde edelvrouw. Ook het traditionele persen van druiven en het slachten van een varken ontbreken niet. 

Opvallend is de afbeelding voor de maand juli. Hier geen grasmaaien zoals gebruikelijk in de hooimaand, maar een herder die een schaap draagt. Hij is niet op weg om het schaap te scheren, zoals vaak afgebeeld werd in de maand juni. Hier is Christus afgebeeld als de Goede Herder, die een schaap terug brengt naar de kudde. Het schaap symboliseert hier een berouwvolle zondaar, die weer op het juiste pad wordt gebracht.

b. Spiegel der wetenschap

Hierin worden o.a. de werkzaamheden beschreven van de verschillende maanden. De wetenschappen van het trivium en het quadrivium worden beschreven en verder ook de wijsbegeerte (filosofie).

De maanden van het jaar.

Door de zondeval moest de mens werken om in leven te blijven. Het werk op het land gold als het zwaarste. Gelukkig konden de werkzaamheden verspreid worden over het hele jaar. Iedere maand kende zijn eigen werk, en de maanden samen vormden een grote cyclus die steeds terugkeerde. Bezigheden die met de landbouw samenhingen kwamen zo in beeldhouwwerken aan de kerkportalen voor en op illustraties van handschriften. De twaalf maanden van het jaar, de seizoenen, de sterrenbeelden en de vier windstreken komen in dit verband vaak voor.

De zeven vrije kunsten

Om echt wijs te kunnen worden moest men beginnen bij de zeven vrije kunsten. De beoefening hiervan was geen doel op zich. Het was een middel om tot wijsheid te komen, het Goddelijke. De zeven vrije kunsten zijn verdeeld in twee groepen: de eerste groep (trivium) bestaat uit

  • lezen en schrijven,
  • welsprekendheid,
  • redeneren.

De tweede groep (quadrivium) bestaat uit

  • rekenen,
  • geometrie,
  • astronomie (waaronder astrologie)
  • muziek.

De kennis en wetenschap is dus een middel tot het goede leven en is geen doel op zich. De zeven vrije kunsten beschermden de maatschappij ook tegen ketterij.

c. Spiegel der moraal.

In de bijbel staat hoe je moet handelen. Het doel is om goed mens te worden volgens de voorschriften van God en daarmee zijn zieleheil te redden: in de hemel te komen. Omdat de mens een vrije wil heeft en dus kan kiezen tussen goed en kwaad, heeft hij steun aan de spiegel der moraal.

d. Spiegel der geschiedenis . Het oude testament werd altijd beschouwd als een voorafbeelding van het nieuwe testament. De bijbel is op 4 manieren uit te leggen:

  • historisch: de feiten
  • allegorisch: oude testament is een voorafbeelding van het nieuwe.
  • moralistisch: de morele waarheid achter de bijbelteksten
  • anagogisch: over het toekomstig leven na de dood.

Zo kan Jeruzalem op 4 manieren worden uitgelegd:

  • historisch: het is een bestaande stad in Palestina
  • allegorisch: het is een stad waar strijd was en in het nieuwe testament was het een voorbeeld waar de kerk moest strijden om overeind te blijven: de strijdende kerk.
  • moralistisch: de christelijke ziel die naar het goede, de waarheid streeft.
  • anagogisch: het hemelse Jeruzalem waar alle goede mensen uiteindelijk na het laatste Oordeel terecht zullen komen.

De allegorische benadering is vaak het uitgangspunt geweest voor schilderingen: aan de ene kant van een kapel wordt bijvoorbeeld het leven geschilderd van Mozes, en aan de andere kant het leven van Christus. Zo wordt het Oude Testament a.h.w. naast het Nieuwe Testament gelegd.. Vaak wordt er dan wel meer bijbelkennis verondersteld om het te zien en te begrijpen.

De spiegel der geschiedenis eindigt Vincent van Beauvais met het slottafereel van de geschiedenis der wereld: het Laatste Oordeel. Veel van het bovenstaande ziet men terug in het beeldhouwwerk van de Franse kathedraal. Het best is dat te zien aan de kathedraal van Chartres.

Geleidelijk kwam de nadruk te liggen in de encyclopedieën op de waardering van de kennis om de kennis. Het godsdienstig aspect was nooit helemaal afwezig. Toch werden de religieuze interpretaties ondergeschikt aan de kennis op zich. 

Er is dus een grote samenhang tussen kennis, geschiedenis, moraal en geloof (Encyclopedisch geheel).

Opdracht 1: Lees les 1.5.0

Opdracht 2: Maak onderstaande vragen

1.- Kennis was steeds minder een zaak van alleen de kerk. Verklaar deze ontwikkeling.

2.- De Middeleeuwse wijsgeren zochten niet naar antwoorden over vragen over het ontstaan van de dingen. Verklaar.

3.- Er zijn in de middeleeuwen verschillende boeken geschreven. Elke schrijver beschreef in zijn boek de hele toenmalige wetenschap. De schrijvers ervan werden encyclopedisten genoemd. Waarom werden ze zo genoemd.

4.- Vincent de Beauvais. (13de eeuw).Geef kort de inhoud weer van zijn onderstaande geschriften:

  • a. Spiegel der natuur  of ‘Speculum Naturale’ ( 1245 )
  • b. Spiegel der wetenschap
  • e. Spiegel der moraal
  • d. Spiegel der geschiedenis

5.- De zeven vrije kunsten. Om echt wijs te kunnen worden moest men beginnen bij de zeven vrije kunsten. De beoefening hiervan was geen doel op zich. Het was een middel om tot wijsheid te komen, het Goddelijke.Maak hieronder een schematische verdeling.

Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 voor havo en vwo in het profiel C&M..  Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Harry v Oirschot den Bosch Bron afbeelding KB Den Haag

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij niet geven.


02/17/2018 update