Totaaltheater 

in de middeleeuwen

Met ruim zeshonderd voornamelijk rederijkersteksten is het Nederlandstalige repertoire het meest omvangrijk in Europa. Talloze stukken zijn bovendien van hoge kwaliteit. 

Het decor voor het Passiespel van Valenciennes. 1547.De huizen staan in een rechte lijn. Je ziet de hel, een martelkamer en een meer voor St Petrus, Robin May, History of the Theater, Secaucus, Chartwell Books, 1986, p. 31.

  • Voordat de voorstelling begon, was het podium met al zijn decorstukken gewoon zichtbaar voor het wachtende publiek. Er ging geen doek op wanneer de acteurs het podium betraden. 

  • Scènewisselingen vonden open en bloot plaats en niet zoals nu achter een gordijn of in een donker gemaakte ruimte.

  • Aan de achterzijde van het podium hing een doek bij wijze van horizonstuk. Dat diende tegelijkertijd om kostuumwisselingen te verhullen. 

  • Opvallend is het simultane decor. Wanneer er van scène gewisseld werd, schoof het publiek met de acteurs op naar het volgende decorstuk. Alle decorstukken stonden van meet af aan op het toneel. Dit had gevolgen voor de lengte van het podium. Zestig meter was geen uitzondering.

  • Een podium in u-vorm of in carré midden op het plein was eveneens gebruikelijk, zeker als het plein te klein was voor een opstelling in de lengte.

  • De decorstukken konden voor verschillende scènes gebruikt worden. Er werden simpelweg andere bordjes bij gehangen, zodat het publiek weer bij was. Als er naar Rome gegaan moest worden, ging de acteur domweg naar het huisje (een mansion) waar `Rome' boven stond. 

  • Steevast werd links het paradijs geplaatst en rechts de hel. In het paradijs was het immers voor het eerst misgegaan met de mens, toen Adam en Eva aten van de verboden vrucht. 

  • Er waren ook al toneelmachines in gebruik. Zo werd soms de zondvloed nagebootst door uit een constructie van wijnvaten boven het toneel een enorme waterpartij naar beneden te laten kletteren. 

  • Het dagelijkse leven in de Middeleeuwen was doortrokken was van toneel. In Bergen en Valenciennes werd het hele openbare leven meer dan een week lang stilgelegd, zij het niet de hele dag. 

  • Het aantal spelers telde meer dan honderd terwijl het aantal rollen vele malen groter was. Zo waren er in Valenciennes 22 acteurs nodig om de figuur van Jezus in verschillende leeftijdfasen uit te beelden. Vandaar dat het niet ongebruikelijk was dat ook kinderen aan het passiespel deelnamen. Meisjes als engelen of heiligen waren favoriet. 

  • Er is een grote gelijkenis met wat tegenwoordig genoemd wordt `totaaltheater'. Behalve dat er veel kunst- en vliegwerk aan te pas kwam, werd er pantomime opgevoerd, muziek gespeeld en werden er tableaux vivants vertoond. Zo vermelden de regisseuraantekeningen bij de vijftiende-eeuwse ommegangspelen Die eerste bliscap en Die sevenste bliscap van Maria nauwkeurig op welke momenten muzikale intermezzi waren ingelast. 

  • De intermezzi waren bedoeld om de toeschouwers rustig te houden wanneer er van scène gewisseld werd. Verder diende een dergelijke muzikale omlijsting om een pantomimisch uitgebeelde reis ook voor het gehoor aannemelijk te maken. 

  • De levensechte manier van acteren was kenmerkend. Instructies voor de acteurs, daterend uit de zestiende eeuw, doen vermoeden dat er op het podium heel wat gestampvoet, gegesticuleerd en gegrimast werd. Geschoolde acteurs moesten zich hier echter verre van houden. Zij leerden hoe ze uiting konden geven aan blijheid en droefenis, met inzet van tranen, rollende ogen en sprekende blikken. Daarnaast bestonden er in rederijkerskringen regels over hoe geweld, pijn, vrijen en genot, opwinding, afkeuring en verwondering ten gehore gebracht moesten worden.

  • Voor de overheid waren naaktscènes en bijvoorbeeld obsceniteiten met kunstfallussen op toneel een punt van zorg. Ook toneel dat bedoeld was als politieke propaganda of om sociale misstanden aan de kaak te stellen, werd met argusogen gevolgd. Censuur van bepaalde scènes of een algeheel opvoeringverbod was dan ook een gepast middel. 

  • Door toneel steeds weer te verbieden hebben de vroegmiddeleeuwse kerkvaders onbewust bijgedragen aan het experimentele karakter van het toenmalige theater. De officiële Griekse en Romeinse toneelconventies werden opzij gezet om plaats te maken voor nieuwe vormen. 

  • Wat het spektakel aangaat deed het geestelijk toneel, waaronder de passiespelen, niet onder voor het wereldlijk toneel. In het zogenaamde geestelijke toneel konden net zo goed zeer scabreuze scènes voorkomen, net zoals het wereldlijke, allegorische toneel religieuze implicaties kan bevatten. Komische figuren en slechteriken kunnen functioneel zijn, bijvoorbeeld doordat ze een heilige extra uit de verf laten komen.

  • Ook in de moraal van het verhaal deed religieus toneel niet onder voor wereldlijk toneel, omdat kluchten net zo goed didactisch bedoeld konden zijn

In de twintigste eeuw zouden theatermakers terugkeren naar de oude, middeleeuwse theateropvattingen. Bertold Brecht introduceerde in zijn toneelvoorstellingen opnieuw de middeleeuwse vertelfiguren en de Nederlandse Dogtroep is groot geworden dankzij het spel op locatie, waar wilde theatergebeurtenissen volgens een middeleeuws aandoend concept geënsceneerd worden. Het Oerol Festival op Terschelling laat zien dat het ritme en de snelheid die de middeleeuwse kluchten zo populair maakten, nog altijd de succesformule zijn om publiek te trekken.

Samenstelling van het bronmateriaal voor de vaklokalen uitsluitend en alleen ten behoeve van de vak ckv-1 uit het algemeen deel  voor havo en atheneum en het vak ckv vmbo en de kunstvakken uit het profiel C&M. (CKV 2/3 en tehatex) en uit de onderbouw het vak beeldende vorming. Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. 

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten, afbeeldingen ed? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij helaas niet geven.

Meer over het middeleeuws toneel: 
  • Hans van Dijk, Bart Ramakers. `Spel en spektakel. Middeleeuws toneel in de Lage Landen'. Amsterdam, Prometheus 2001. ISBN 904460029x. Prijs: ƒ52,75.
  • R.L. Erenstein. `Een theatergeschiedenis der Nederlanden. Tien eeuwen drama en theater in Nederland en Vlaanderen'. Amsterdam University Press 2001. ISBN 905356442x.Prijs ƒ49,50.

17-02-2018 DDS