|
De stand van de 'oratores' |
Waarin is de enorme culturele bijdrage van de kloosters uit de middeleeuwen gelegen? Om deze vraag te kunnen beantwoorden, zullen we eerst stil moeten staan de driedeling van de standen, die voor de middeleeuwse opvatting over samenleving en mens van grote invloed was. De opvatting over een standenmaatschappij wordt duidelijk uitgedrukt in een 11de-eeuwse tekst van de bisschop van Laon: "Het huis Gods is derhalve drievoudig, want men veronderstelt dat sommigen hier op aarde bidden (orant), anderen strijden (pugnant) en weer anderen werken (laborant); deze drie horen bij elkaar en verdragen het niet om gescheiden te worden. Ze horen wel zodanig bij elkaar dat op het ambt (officium) van sommigen de werken (opera) van de beide anderen berusten, zodat eenieders hulp telkens ten goede komt aan alle anderen." |
Men spreekt dan ook van de geestelijke stand, de ridderstand en de boerenstand. Deze drievoudige ordening, die men als een door God gegeven indeling beschouwde, volgde op de tot aan de 9de eeuw gebruikelijke tweedeling van Kerk en wereld, van geestelijkheid en lekendom, en bleef tot aan het einde van de Middeleeuwen in stand. De driedeling strookte noch met de sociale verschillen binnen de afzonderlijke standen, noch met het bestaan van kooplui en burgers, die als gevolg van de snelle opkomst van de stad in de late Middeleeuwen een aparte sociale klasse zouden vormen. De drievoudige maatschappij is daarom in wezen een afspiegeling van de agrarische samenleving van de Romaanse periode tussen 1000 en 1250. |
Binnen de stand van de oratores, de mannen van het gebed, speelden de monniken een bijzondere rol: hoewel het monnikendom aanvankelijk bewust werd gescheiden van de officiële Kerk, werd het al spoedig een officieel onderdeel van de kerk, die tijdens de Middeleeuwen toch al een onvergelijkbaar grotere rol dan tegenwoordig speelde. Tussen de geestelijken en de leken vormden de monniken als het ware een derde 'stand'; hun levenswijze werd echter ook een voorbeeld voor de geestelijkheid en de lekenstand. In de vroege Middeleeuwen waren de kloosters overwegend lekengemeenschappen. Pas in de 9e eeuw wordt de priesterwijding algemeen beschouwd als de bekroning en voltooiing van een leven als geestelijke. Vanaf deze tijd ontwikkelen de kloosters zich steeds meer tot gemeenschappen van geestelijken waarin de monniken vrijwel zonder uitzondering officieel werden gewijd. |
Het monnikendom
en de wereldlijke heerschappij waren niet twee volstrekt gescheiden
maatschappijvormen, althans wanneer het ging om de
werving van nieuwe monniken. In de Middeleeuwen werden twee voorwaarden
verbonden aan de toetreding tot een klooster:
Deze toetredingsschenkingen groeiden later steeds vaker uit tot omvangrijke landschenkingen. Zo werd het monnikendom bijna een synoniem voor landbezit en ontwikkelden talloze vestigingen zich tot pure adelkloosters, iets wat uiteraard een grote machtspositie en onafhankelijkheid met zich meebracht. |
Hierbij moeten
we in eerste instantie aan Cluny denken, dat in 910 door hertog Willem de
Vrome werd gesticht. In de stichtingsoorkonde zag Willem onder andere af van
alle inkomsten uit het klooster, maar bepaalde hij ook dat niemand, zelfs de
paus niet, zich de bezittingen van het klooster eigen kon maken. De
inkomsten, ook van de dochterkloosters van Cluny, vergrootten de macht van
deze orde. Op het hoogtepunt van haar ontwikkeling
bestond de orde uit meer dan 1000 kloosters.
In heel Europa verschenen tevens de kloosters van de cisterciënzerorde. De invloed van de belangrijkste hervormer van deze congregatie, Bernard van Clairvaux, was zo groot dat men de 12e eeuw ook wel als 'het cisterciënzer tijdperk' heeft aangeduid. |
Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 uit het profiel cultuur en maatschappij voor havo en atheneum. Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Foto's Baggen HFM. Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij niet geven. 02-17-2018 |