|
De
relikwieëncultus
|
|
Heiligen in het hemelrijk hadden door hun nabijheid tot God de status van bemiddelaars. Ze konden door iedereen worden aangeroepen om de genade van God te bepleiten. De meeste mensen zochten daarbij genezing voor hun ziekten. De betrokken heilige had dit wonder dan door middel van de bepleite genade voor elkaar gekregen. Er ontstonden dan bedevaarten naar deze heilige. | ||
Spontane
bedevaarten waren uitingen van populaire devotie, waarop een
reactie van de Kerk vanzelfsprekend niet kon uitblijven. De
ongecontroleerde heiligenverering vormde immers een ondermijning van de
kerkelijke autoriteit als de bemiddelende instantie voor het heil op
aarde. De Kerk accepteerde deze vereerde figuren door ze in de kring van
heiligen op te nemen, waardoor de cultus op het hoogste niveau bijgestuurd
kon worden.
Hoe groter de toeloop naar een bedevaartsoord werd, hoe belangwekkender (ook in politiek opzicht) de bijbehorende sacrale bouwwerken, crypten en kerken werden. Het is daarom niet verwonderlijk dat ook wereldlijke vorsten hun invloed probeerden uit te breiden met behulp van allerlei relikwieën, met name die van belangrijke heiligen. |
||
De enorme bloei van de sacrale bouwkunst in de Romaanse zorgde tevens voor een explosieve groei van de vraag naar relikwieën. Elke kerk moest als een soort garantie voor de heiligheid van de inwijding ervan beschikken over een relikwie. De grote vraag naar relikwieën leidde ertoe dat de tot in de 10de eeuw geldende leer van het 'geheel ongeschonden lichaam' werd verlaten. Volgens die leer was het verboden om, afgezien van miraculeus gegroeide haren, tanden, vinger- en teennagels, lichaamsdelen als relikwieën te presenteren. | ||
Dat
een heilige in elk deel van zijn lijk werkelijk aanwezig was, kreeg nu
meer gewicht. Zo was een botsplintertje al genoeg om zich te verzekeren
van de volledige aanwezigheid van de heilige persoon. In de loop van de
Middeleeuwen verspreidde deze opvatting zich steeds verder. In de hoge en
late Middeleeuwen was daarbij niets te dol. Er bestaan verslagen over de
ontvoering en roof van stervenden of overledenen die de reputatie 'heilig'
hadden. Beroemde voorbeelden zijn Franciscus en Elizabeth.
Over het lijk van Elizabeth berichtte men: "Toen dit heilige lichaam, gehuld in een grijs hemd en het gezicht in doeken gewikkeld, op de lijkbaar lag, kwamen er velen, die wel degelijk de heiligheid van het lichaam kenden en in verering ontbrandden, om delen van haar doeken af te snijden, ja zelfs af te scheuren; sommigen sneden nagels van vingers en voeten af; anderen sneden de tepels van haar borsten en een vinger van haar hand om deze als relikwieën te bewaren." Daarnaast werden talrijke relikwieën geroofd of op grote schaal vervalst. De Kerk stond hier machteloos tegenover en benaderde de handel met de houding dat alles was geoorloofd zolang het geloof ermee werd gediend. |
||
Veel van deze soms onvoorstelbare verslagen vinden we in het werk van Guibert Nogent (1124): Pignora Sanctorum (De relikwieën der heiligen). De schrijver hekelt daarin het fanatisme waarmee men relikwieën probeerde te verwerven en te verkopen. Hij illustreert aan de hand van opvallend bespottelijke gevallen niet alleen de dwaasheid van deze handel, maar vooral de vergissing om een voorwerp van verering aan te zien voor een talisman met magische krachten | ||
Ook materiële voorwerpen speelden een rol in de magische praktijken van de relikwieënverering. De vele uit was geknede votief voorwerpen die rond de middeleeuwse graven van heiligen lagen, beeldden meestal zieke lichaamsdelen uit of hadden betrekking op van de vocant (= degene die de heilige om een wonderbaarlijke vroeg). Deze voorwerpen waren fascinerend, omdat ze de direct duidelijk moesten maken om welke ziekte het ging en welke persoon om genezing bad. Ook nu nog treft men in veel kerken in katholieke delen van Europa talrijke votief voorwerpen aan, die als dank voor een wonderbaarlijke genezing, een redding van de verdrinkingsdood of andersoortige 'wonderen' worden aangebracht. | ||
Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 uit het profiel cultuur en maatschappij voor havo en atheneum. Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij niet geven. 02-17-2018 |