Dreaming Architecture

By Thomas A P Van Leeuwen
Bijgewerkte versie 11 November 2004

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dat is het : Ik ben niet opgesloten in de kosmische droom, noch ben ik er het middelpunt van. De kosmische droom is veel eer de totale representatie van mijn hersenen.

(Gabriele d'Annunzio,Libro segreto, II, p.86/77 .Uit:Der Hang zum Gesamtkunstwerk,1983,p.236.)

Toen Simon Rodia antwoord mocht geven op vraag waarom hij toch die volstrekt misplaatste en nutteloze torens in de wijk Watts van Los Angeles had gebouwd, greep hij de gelegenheid aan om te bevestigen wat iedereen al had kunnen weten: dat hij ze gebouwd had om een lang gekoesterde droom te vervullen. Een droom om iets  te kunnen bouwen dat heel groot - 'some- thing big' was.  Hij vertelde de mensen dat hij  er meer dan dertig jaar aan gewerkt had. ( Illustratie. Onderschrift: Simon Rodia's Watts Towers, Watts, Los Angeles, gebouwd tussen 1921-1954. ). Architectuur is eigenlijk drie dingen: beschutting, communicatie en het realiseren van dromen.  Etienne-Louis Boullée was van alle dromers de meest monumentale. In zijn Essai sur l'art  trok hij van leer tegen het Vitruviaanse model dat een schoolse en op uiterlijk vertoon gerichte architectuur definieeede als 'de kunst van het bouwen'. Vitruvius ,beweerde Boullee, haalde hiermee oorzaak en gevolg door elkaar. Het feitelijke bouwen was geen doel, maar slechts het gevolg van de gedachte :"il faut conçevoir pour effectuer". De kwaliteit van de gedachte is verantwoordelijk voor de mate waarin de architectuur zich kan onderscheiden van het eenvoudige 'bouwen'. De vraag naar het nut van het gebouw zou je derhalve kunnen herleiden tot het nut of de relevantie van de gedachte. En aangezien de waarde van een gedachte niet beslist kan worden  door de vraag of het een poetische dan wel een prozaische is,  is een droom een even legitieme opdracht als enige andere. Dromen zijn gedachten met nogal  brede vluoht. Ze  kunnen  ruimte geven aan grootse ambities, aan  wereld_beheersende verlangens, maar ook aan bescheiden ,diepzinnige reflecties. De ene droom vervult zich in een torencomplex als van Rodia, een ander  in het Palais Ideal van de Franse postbesteller te Hauterives, dat hij, beetje voor beetje,  voor zichzelf bouwde tussen 1879  en 1924. (Ill. . onderschrift: Het Palais Ideal van de postbode

Cheval in Hauterives in het departement Dr™me. Hoe huiveringwekkend is de reductoie van de  onmetelijkheid van de verbeelding tot de begrensdheid van de werkelijkheid?)  Andere dromen vinden hun realisatie in geheimzinnige tuinen en in meditieve prielen. Ook komen verschillende dr oom soorten in combinatie met elkaar voor. De harmonie tussen het prozaische en het poetische element van de wensvervulling speelt daarin net zo een paradoxale rol als die waarin de scherts en de ernst elkaar afwisselen  in het levenswerk van Rodia en Cheval.

Maar er is nog iets anders.Iets wat misschien nog essentiëeler is. Ieder die wel eens zo'n gerealiseerde droom in het echt heeft meegemaakt, moet getroffen zijn geweest door een duidelijk gevoel van indiscretie. Het lijkt wel alsof de beschouwer,ook al is hij nadrukkelijk tot bezichtiging uitgenodigd , getuige van iets moet zijn dat niet voor zijn ogen bedoeld is. De droom, zo schijnt het, is te intiem om ooit met succes met anderen gedeeld te kunnen worden. De wens om dromen in vervulling te laten gaan berust op een radicale beslissing ,die, eenmaal genomen , het leven in twee episoden opdeelt: het geleefde en het gedachte leven. Het eerste deel is opgegaan aan het verzamelen van indrukken, herinneringen, gebeurtenissen, reizen en dergelijken, en het tweede deel is gewijd aan de verwerking daarven. Een goed voorbeeld is de Villa die keizer Hadrianus in Tivoli , ten oosten van Rome, liet bouwen. (Ill. Bijschrift: Villa Adriana , de herinneringstuin van keizer Hadrianus bij Tivoli, een nostalgische abstractie van het Egyptische Canopus. Tweede eeuw na Christus. ) Hadrianus had tijdens zijn actieve regeerperiode (117-138 n.C.) veel gereisd en had daarbij Griekenland en Egypte bezocht. De Villa die hij vervolgens liet aanleggen bestond behalve uit een woonpaleis en gastenverblijven uit twee met zuilen omgeven waterbassins die de herinneringen aan respectievelijk het griekse oord Poeciles  en het in de buurt van Alexandrië gelegen Canopus levendig moesten houden. Villa Adriana bij Tivoli, 2e eeuw na Chr.]

De architectonische nostalgie maakte deel uit van een veel groter complex van herinneringsmachines, waarvan de klassieke tuin er een was. Plato onderscheidde  aanvankelijk drie functies die hij in drie verschillende boeken opvoerde: In het boek "Ion" figureert de tuin van de poezie; in de "Phaedrus" die van de filosofie en in het "Symposium" de tuin van de liefde. Later werd dat gereduceerd tot plaatsen voor intellectuele overpeinzing enerzijds en de mystieke vervoering anderszijds.Liefde, voortplanting en de mysteries van de natuur kregen hun plaats in geheimzinnige, moeilijk  toegankelijke, gebieden met grotten en door waterplanten overwoekerde vijvers. Het geestelijk verkeer vond plaats in lommerrijke, formeel aangelegde tuinen, waarin gewandeld en geconverseerd kon worden. Tussen de bomen en struiken die de lanen omzoomden stonden beelden van filosofen en dichters. Cicero heeft dergelijke ruimtes beschreven als een liefelijk gebied: Locus Amoenus – waar alles in dienst gesteld is van  het waardig doorbrengen van de vrije tijd : "otium cum dignitate". ('otium'= vrije tijd; "dignitas" =waardigheid) Cicero achtte het juiste gebruik van de perioden waarin niet gewerkt werd noodzakelijk om nieuwe krachten en nieuwe  ideëen op te doen. Re-creëren =opnieuw –scheppen-zou dat in onze tijd moeten heten. De atmosfeer van een bepaalde plek, "genius loci", de krachten die de plaats uit oefent op de bezoeker,  moesten  op allerhande manieren worden geexposeerd en geactiveerd. De "genii" van de plek konden uitgebeeld worden in bizarre ,tussen de struiken opgestelde, wezens, zoals in de tuinen van Bomarzo. De "Metamorfosen" van Ovidius was een populair boek met verhalen over gedaanteverwisselingen van goden en mensen. Nymfen veranderden in ruisend riet of wuivende bomen, prachtig natuurlijk voor een tuin waarin riet en bomen weer terugveranderd zouden kunnen worden in nymfen. Wat een spanning zou de wandelaar kunnen overvallen als hij zou bedenken dat in iedere plant  wel eens een wezen zou kunnen huizen? Beelden die die spanning moesten oproepen werden op verrassende  plekken in de tuin neergezet, uitgebeeld in de staat waarin de metamorfose zich aan het voltrekken was.

Athanasius Kircher Kircher in zijn China Illustrata (1667)  reconstrueerde aan de hand van reisverslagen een tot mensvorm uitgegroeide heilige berg, het  "Idolum in Monte expressum", de Genius Loci gevangen in zijn metamorfose,  in de provincie Fukkien. (Ill. ) Kircher was dol op dat soort eigenaardigheden en hij gaf zijn illustratoren opdracht om toch vooral niet bij éen menselijke figuur te laten. Op de rechterflank van de berg zien we een menselijk hoofd van de zijkant gezien, ongeveer zoals die later in Mount Rushmore werd gebeiteld door beeldhouwer Gutzon Borglum. (Ill.  "Vier Amerikaanse presidentenkoppen getransformeerd tot "genii loci" door de beeldhouwer Gutzon Borglum in Mount Rushmore, South Dakota.")

Het aardige ven dit soort antropomorfe voorstellingen is dat het laat zien hoeveel moeite de mens heeft met het vermogen zich in te leven in andere dingen dan zichzelf. Het 'denken'van dingen is voor ons nagenoeg onmogelijk en daarom proberen wij dat te benaderen via een in menselijke termen vertaald overgangsgebied. Een abstract gegeven als de atmosfeer van een  bepaalde plek wordt dan vertaald in de voorstelling van een mensgelijkend beeld of , zoals de volmaektheid van het heelal en de wetmatig heid van de creatie, in matematische figuren , zoals in vierkanten en cirkels aangelegde labyrinthen. Door de verschillende programmas  in éen park bijeen te brengen werd het plan verdeeld in een formeel en een informeel gedeelte. Het labyrinth vormt dan het formele  deel , en de bossages met hun wandel- en conversatie paden, het informele deel. Al  deze verrassingen moesten er, volgens Cicero, op gericht zijn om het geheugen te activeren en daardoor de wereld  weer -letter lijk te kunnen ont-dekken. De herinnering aan het vaderland (Patria) en haar roemrijke geschiedenis (Helicon) werden in een harmonie tussen plaats en tijd tentoongesteld.  Met inachtneming van de talloze varieties die er denkbaar zijn, kan je zeggen dat de meeste droom- en herinnerings parken op dit schema zijn gevestigd. Een vroeg voorbeeld van een herinneringspark op religieus-educatieve grondslag is "La Nuova Gerusalemme". Het Nieuwe Jeruzalem, dat vanaf de 15e eeuw  op de flanken van de Italiaanse Alpen werd aangelegd. Het naburige plaatsje heet  Varallo, provincie Piemonte, vandaar dat dit katholieke themapark de "Sacro Monte die Varallo" is gaan heten. Het begin ligt in 1486 toen een Franciscaner monnik Bernardino Caimo, net teruggekeerd van een pelgrimsreis naar het Heilig Land, het lumineuze idee kreeg om een reeks replieken te laten vervaardigen van heilige pelgrimsplaatsen, bedoeld voor die gelovigen die niet over de middelen beschikten om zelf een reis naar het Midden Oosten te maken.  (Ill.    .Onderschrift. :Het Nieuwe Jeruzalem op de Sacro Monte van Varallo. De afbeelding geeft de gewijzigde opzet weer  van Galeazzo Alessi uit 1565-1569.)  Het idee was om Jeruzalem in een paar belangrijke monumenten te laten vertegenwwordigen en daarbij een aantal andere plaatsen die belangrijk waren om het leven van Christus na te kunnen lopen. "Na lopen" moest in de meest letterlijke zin worden opgevat. In zijn  ideale lay-out zou de wandeling samen moeten vallen met het "verlopen" van het leven van Christus. In een unieke samensmelting van plaats en tijd zou de eerste stap van de pelgrim de eerste stap van Christus moeten zijn. Daarnaast zou de traditionele na-wandeling van de lijdensweg van Christus over de Via Dolorosa, opgenomen moeten worden in deze zalige wandeltocht, en uitendelijk via de Kruisweg, het Paleis van Pilatus op moeten stijgen naar de Calvarieberg waarop de kruisen stonden opgesteld. Daartussen werden allerlei landschappelijk aantrekkelijke invullingen  aangebracht zoals Nazareth, de Hof van Gethsemane en de Berg Zion. De natuurlijke gesteldheid van de Sacro Monte zou  zoveelmogelijk in overeenstemming worden gebracht met de fysionomie van Jeruzalem. De berg oplopend zou men de verschillende statieen  ('misteri')  van Christus' lijdensweg kunnen herbeleven, die waren uitgebeeld in groepjes terra cotta beelden in speciaal daarvoor ontworpen architectonisch verantwoorde behuizingen. Tenslotte kon het dode lichaam, in getrouwe repliek natuurlijk, van Christus worden bezichtigd in de krypte van de lokale majestueus uit te voeren pelgrimskerk.

Toen Caimo in 1530 kwam te overlijden was het rnerendeel van het plan al uitgevoerd, maarr het duurde toch tot na het Concilie van Trente  in 1563  dat er met de voltooiing van het plan kon worden begonnen. Er was natuurlijk flink veel geld voor nodig om op zo een moeilijk toegankelijke plek een kleine-grote stad te bouwen, waar bovendien allerlei voorzieningen moesten worden getroffen om de te verwachten grote aantallen pelgrims tegemoet te komen. Gelukkig kwam het iedee van een Katholiek Themapark heel goed uit bij de pogingen van de groet pleitbezorger van de popularisering van het geloof, Carlo Borromeo. Het was Carolus Borrromeus zelf die het Nuova Gerusalemme  als  een interessante test-case had uitgekozen om daarin de doelstellingen van de Contra-Reformatie uit te proberenEen van de uitgangspunten van de contra reformatie was geweest om  de grote massa gelovigen  met meer gevoel voor drama en met gebruik van realistisch-illusoire middelen met het heilige materiaal vertrouwd te maken, en het werk van Caimo paste natuurlijk uitstekend in die opzet. Interessant is nu, dat Borromeus, alhoewel hij grote bewondering had voor het plan,  hij ook punten van kritiek had. Het was  namelijk zo ,dat in het plan van Caimo de aandacht geheel  was

uitgegaan naar een zo nauwkeurig mogelijke nabootsing van de oorspronkelijke situatie. Aan een meer complete dramarurgie, waarbij de verschillende handelingen die op het terrein  in de vorm van realistisch uitgevoerde beeldengroepen waren opgeroepen, , ook chronologisch geordend zouden moeten worden, was men nog niet toegekomen. Na 1563 begon men een meer doelgerichte vervlechting van plaats en tijd als een pijnlijke tekortkomen te ervaren. en tijd begon men na 1563 als een pijnlijke telortkoming te ervaren. Als men bijvoorbeeld begonnen was met de beklimming van de Via Dolorosa en men was gevorderd tot onder aan de Monte Calvario, dan ontvouwde zich daar het topografisch  juiste beeld van Cjristus in in zijn graf. Maar een paar stappen verderop vertoonde hij zich opnieuw; ditmaal hangend aan het kruis dus duidelijk voorafgaand aan de zojuist waargenomen scene. Zoiets kon niet meer en Borromeus maakte zich sterk om dit te verbeteren. Om orde op zaken te stellen werd de hulp ingeroepen van de vermaarde  genuese architect en stedebouwer Galeazzo Alessi. Alessi had naam gemaakt met de herindeling van de binnenstad van Genua waar de Strada Nuova het resultaat van was. Tussen 1565 en 1569 hield hij zich met de Sacro Monte bezig. De enscenering werd op enkele kritieke plaatsen gewijzigd en nieuwe routes  werden aangelegd en de bebouwing werd uitgebreid. ( Ill. Onderschrift: ......................) Enkele attracties die onder Alessi gebouwd zijn en die nu nog goed bewaard zijn gebleven, zijn bijvoorbeeld de kapel met de Zondeval (Il Peccato Originale), het gerechtshof van Cajifas en het Paleis van Pilatus met de uiterst suggestieve achtergrond beschilderingen en de hyper realistische voorgrond  figuren van Giovanni d'Errico. (Ill. Onderschrift...................... Herkomst: Galeazzo Alessi e l'architettura del Cinquecento? )

Een bescheiden reconstructie van de Tempel van Xaiomo was wel gepland,  maar  niet uitgevoerd. De totale bebouwing kwam tenslotte op  44 kapellen, vele bijgebouwen, een klein museum  en een bevolking van 600 beelden en 4000 geschilderde figuren.

Het boeiende van deze geschiedenis zit hem natuurlijk in de plotseling optredende bewustwording dat een  topografische aanleg alleen niet tot het gewenste effect kon leiden en dat men danig behoefte begon te voelen aan een duidelijke en correcte tijdslijn..Die synchronisatie moest daarbij  zodanig operatief gemaakt worden,  dat de bezoeker geen mument aan het toeval over gelaten zou worden. In dit opzicht sluit de Sacro Monte di Varallo perfect aan bij de stichtende of reli-educatieve pretparken zoals wij die nu kennen. Het was pas op het eind van de negentiende eeuw dat de contrareformatoire  Themaparken in de Alpen werden bij de buitenwereld bekend gemaakt gemaakt. Het was de Utopist en auteur van "Erewhon" en  The Way of All Flesh", Samuel Butler die in zijn "Alps & Sanctuaries of Piedmont & The Canton Ticino" uit 1881 de sacri monti uit hun slaap haalde.

Directe navolgers in Nederland waren  bijvoorbeeld de Nijmeegse Heilig Land Stichting uit 1912, waarin vooral het karakter van een bijbels openluchtmuseum werd benadrukt. Het na-oorlogse Disneyland, gesticht in 1955 in Anaheim ten zuiden van Los Angeles is duidelijk door de Sacro Monte en misschien wel door bemiddeling van Samuel Butler beinvloed.  (Ill. Onderschrift: Disneyland , Anaheim, Californie. Een ringspoorweg omsluit deze micro-kosmos van Amerikaanse cultuur, zoals Okeanos de aarde omsloot in de pre-moderne voorstellingen van de wereld. (Uit Christopher Finch,The Art of Walt Disney, New York 1975.) In weerwil tot het imago van kinderlijke  onbekommerdheid is Disneyland weinig anders  dan een orthodoxe, humorloze, navolging  van de pre-moderne voorstelling van de wereld. Het is in feite een 'mappa mundi'  waarin de aarde is weergegeven als een regelmatig plat vlak ,voorzien van een formeel en een informeel  gebied,en in balans gehouden door een soort labyrinth van waaruit de belangrijkste assen vertrekken. Deze aardplaat wordt omgord door een ringspoorweg ,op dezelfde wijz~ als waarop vroeger ,in de pre-moderne voorstelling van de wereld,Okeanos met zijn eindeloze watermassa's de Aarde gevangen hield. Een belangrijk uitgangspunt in de creatie van Disneyland was de bewuste synchronisatie van plaats en tijd, zoals die iun het verbeterde Varallo was gerealiseerd. Het was immers Disney, de reformatorische zedenpreker, die als een moderne Borromeus de bezoeker met het beeld wilde impregneren van een zondenvrij onkreukbaar Amerika, waar het goede werd beloond en het kwade bestraft werd, waarin de mensen in een kwasi paradijselijke staat leefdenb en in staat waren met de dieren te kunnen spreken. Disney representatie van De Gouden Tijd was die van het Bijbelse Paradijs van voor de Zondenval. Alle menselijke tekortkomingen van daarna  werden genadeloos uitgebannen. Dat de bezoeker toch, na een tocht van  strakke choreugrafie en een crescendo van steeds onweerstaanbaarder wordende  attracties toch nog naar een technologische Toekomst kan worden geleid is alleen mogelijk doordat het Heden aan de verbeelding wordt onttrokken. Inplaats van Bethlehem, de Via Dolorosa  en de Calvarie Berg, loopt de wandeling in anaheim via  Main Street, het urbanistische alfa en omega van de Amerikaanse burgerlijke wereldordening, ontwikkelt de geschiedenis zich naar Adventureland en Frontierland naar het traumatische Fantasyland en het zoetsappige Tomorrowland, waarbij het Today Land voor de goede orde wordt overgeslagen. Disneyland is in alle opzichten een ideale micro kosmos zoals die alleen die zich alleen in absolutistische voorstellingen van de kosmos konden voordoen. Vergelijkingen met het Versailles van  Lodewijk XIV liggen voor de hand.

Ideologisch-esthetische erfgenamen van de Zonnekoning zoals Lodewijk II van Beieren en de fameuze dichter en oorlogshobbyist Gabriele d'Annunzio. In de lijn van het voorgaande,maar afwijkend in ideologie,is het Vittoriale degli Italiani van de dichter en oorlogshobbyist Gabriele d'Annunzio  (Ill. .Onderschrift: ) Het Vittoriale is bedoeld als een oorlogsmonument, iets wat in het Duits een "Heldendenkmal" zou heten. Het bestaat uit een flink stuk grond op de westelijke oever van het Garda Meer, met daarop een landhuis en aantal over het terrein verspreide opstallen. De aanleg gebeurde naar het idee van d'Annunzio onder leiding van diens architect Giancarlo Maroni in een periode tussen 1923 en 1938. Het is bedoeld als een echt herinneringspark, waarin allerlei "souvenirs" , herinneringen uit een waar of gewenst verleden, zijn tentoongesteld.  Het zijn vaak antiquiteiten, overgeleverde voorwerpen, wapentuig, sommigen zelfs zo groot als een echt oorlogsschip, sommigen zijn speciaal voor de gelegenheid bvervaaardigd. Uitgestald in het naar de bergen oplopende terrein, vormen zij de uitbeelding van d'Annunzio's eigenzinnige interpretatie van de rol die hij en Italië hadden gespeeld  in de fascistische expansiepolitiek gedurende de eerste wereldoorlog. Wat voor  Fransen en Duitsers de Elzas was, was voor Italianen het Istrische schiereiland dat zij voor de gelegenheid hadden omgedoopt tot Fiume.Voor d'Annunzio was het een geliefd object van rancune. In een mislukte poging het met een kannonneer boot te kunnen veroveren, ging Fiume uiteindelijk oneervol verloren. D'Annunzio heeft die zelfde boot in een gebouwtje op het Vittoriale tentoongesteld. Het is niet de geschiedenis van Italie die daar te zien is, maar de geschiedenis zoals d'Annunzio die graag voor Italie had nagelaten. Met de middelen die hem ten dienste stonden heeft hij een schaduw geschiedenis gecreeerd, die in dit realistische maar toch dromerige  openlucht museum een eigen plaats en een eigen rechtvaardiging heeft gekregen. Toch blijft het pijnlijk om te ervbaren dat dit museum eigenlijk alleen met mislukkingen gevuld is, en niet met de gebruikelijke successen, zoals dat traditioneel met  historische musea het geval is. Ongeveer  in het centrum van het park ligt bijvoorbeeld een plein dat het in de oorlog  teloorgegane Dalmatie voorstelt: Piazzetta Dalmata. Een bekend thema in de klassieke tuin is de gedwongen symbiose van tegengestelde elementen. Natura et Articia- Natuur en Kunst-, chaos en orde, aarde en water worden op botsende wijze met elkaar in verbinding gebracht. In het bergachtige landfit:hap van het Vittoriale wordt die botsing prachtig in beeld gebracht, in flagrante tegenstelling tot  de natuurlijke gesteldheid  door middenin het groen, omgeven door tuinplanten en cypressen een groot oorlogsschip , de "Puglia", neer te leggen. De Puglia had een rol gespeeld in de herovering van Dalmatie en was daarom onontbeerlijk in d'Annunzio's  verering van het tevergeefse heldendom. Met een ontroerende directheid -misschien is dat wekl hetzelfde als naiveteit - heeft d'Annunzio  deze objecten van verering zodanig in de omgeving opgesteld dat ze zonder enige  toelichting begrepen moesten worden als monumenten van zichzelf. Door zijn onvervulde ambities te reduceren tot modellen of goedgelijkende afbeeldingen heeft hij er een magische,fetisjistische,kwaliteit aan weten te verlenen. waarmee hij dicht in de buurt kwam van zijn karakteristiek verwante voorganger Vicino Orsini ,die tussen 1552 en 1583 ,halverwee Orvieto en Rome,de magische tuin -'boschetto' (bosje) noemde hij het –Bomarzo inrichtte. Het 'boschetto' van Bomarzo ligt aan de voet van het hoger gelegen paleiscomplex van de Villa Farnese (??)  Het is bezet met bomen en laag kreupelhout en is ontworpen als een verblijfpleats voor genii,nymphen en andere in het halfduister verblijvende wezens.Er zijn met groen omgeven waterpartijen, er is een half verborgen theatertje, en er is een tempeltje dat opgedragen is aan de nagedachtenis van zijn vrouw,Giulia Farnese.Verscholen tussen de bomen staan beelden van reuzen en van exotische dieren.Naast het theater staat een huis dat geen andere functie vervult dan dat het scheef staat. Tussen Orsini en d'Annunzio bestaan meer overeenkomsten dan alleen in hun melanchalieke ,wereldvreemde temperament.Ook hun carrieres waren vergelijkbaar. Orsini had zich na een succesvolle militaire loopbaan gedesillusioneerd uit het openbare leven teruggetrokken en had zich vervolgens gewijd aan de filosofie en de dichtkunst. Net zoals d'Annunzio voorzag hij de verschillende onderdelen van zijn park van kriptische teksten die eigenlijk alleen door ingewijden ontraadseld konden worden. Verschillend echter is hun opvatting over de openbaarheid: d'Annunzio etaleerde zijn misnoegen in een teatrale ruimte die voor iedereen toegankelijk was. Orsini daarentegen had zijn tuin verstopt als een langzaam in het moeras wegzakkende herinnering. (Vandaar misschien het wegzakkende huis.) Nostalgische contemplatie was behalve aangeboren ook een discipline die geleerd kon worden. Vroeg renaissancistische literaire bronnen konden daarbij van dienst zijn. Fameus was het in  1499 verschenen, met houtsneden verluchte  droomboek de  Hypnerotomachia

Poliphili, letterlijk De gedroomde liefdesstrijd  van Poliphilus. De Hypnerotomachia moet een soort "cult book" zijn geweest voor de betere kringen en het is te verwachten dat een heleboel themas in het Sacro Bosco van Orsini zijn overgenomen. Ander  voorbeeld materiaal putte hij uit de nabij gelegen grafplaatsen van de Etrusken.Voor de rest verwerkte hij de in zijn tijd in de mode geraakte curiosa,zoals dieren en etnografika uit het Oosten,Afrika en het zojuist ontdekte Amerika.

Epiloog

Er heerste een verrassend continuum in de verbeeldingswereld van de droomtuin.Niet al te lang geleden, in 1963, werd ergens in Nederland een vijverpark aangelegd dat sterke overeenkomsten vertoont met eerdere voorbeelden en in het bijzonder met Bomarzo. Het terrein is heuvelachtig en is begroeid met laag eikenhout. Op korte afstand van elkaar zijn zeven volmaakt ronde vijvers gegraven. De grootste is ingericht als een nymphaeum met een exedra-vormige afsluiting aan de oostzijde. Middenin bevindt zich  een op het Teatro Marittimo van de Villa Adriana  lijkend eilandachtig platform. (Ill. Nederlandse variant op de Villa Adriana en de Tuinen van Bomarzo.) Net als in de voorgaande droomwerelden  is ook hier de magische kracht van het water het overheersende thema. Aan de ene kant is het er als de vanzelfsprekende  biotoop van waterlelies en goudvissen, en aan de andere kant is het een metafoor voor erotiek en voortplanting.  Om die suggestie te versterken zijn hierndaar opborrelende bronnen gemaakt die hun water door watervalletjes naar beneden laten duikelen. ( Ill. Onderschrift: Om de suggestie van natuurlijke bronnen op te wekken, is er een smalle,gemetselde,cascade aangelegd die gevoed wordt door hoger gelegen vijvers.) Tussen de vijvers en overwoekerd door het groen staan de vertrouwde zetstukken opgesteld.Er is een zorgvuldig tot verval gebracht  tempeltje te zien en een scheefstaand huis dat uitzicht biedt op het nymphaeum.( Ill. Onderschrift: De bebouwing bestaat uit zorgvuldig tot verval gebrachte zetstukken zoals een muur met lege vensters,een tempeltje en een scheefstaand huis dat uitzicht biedt over het nymphaeum, net als in Bomarzo.) De stichter, zo schijnt het, heeftt geen andere bedoeling gehad met het, 'boschetto' dan er te kunnen zijn, te kunnen verblijven. In deze opvatting had hij aansluiting met die andere tuinenbouwers, die zich een omgeving creëerden waar ze, niet gestoord door de echte wereld, konden leven met hun herinneringen, hun souvenirs en de kwellende vraag de zin of onzin van het Bestaan. Daar getuige van te zijn geeft een onbehaaglijk gevoel.

[Fotos van auteur, tenzij anders vermeld.]

 

Literatuur:

Coffin, D.R., The Italian Garden , First Dumbarton Oaks Colloquium in the History of Landscape Architeture, Washington, D.C. 1972.

Comito Terry, The Idea of the Garden in the Renaissance, New Brunswick, N.J. 1978.

Grimal, Pierre, Les Jardins Romains, Paris 1943..

Kern, Hermann, Labyrinthe, Erscheinungsformen und Deutungen, Munchen 1982.

The Watts Towers, Committe for Simon Rodia's Towers, Los Angeles 1961. Watts,Los Angeles 1961.

Der Hang zum Gesamtkunstwerk, Europaeische Utopieen seit 1800, Harald Szeemann,ed., Aarau &  Frankfurt a.M., 1983.

Joachim Raeder, Die statuarische Ausstattung der Villa Adriana  bei T ivoli,  Frankfurt a. M. & Bern,  1983.

Horst Bredekamp, Vicino Orsini  und der heilige Wald von Bomarzo, Worms 1565.

Christopher Finch, The_Art oF  Walt  Disney; from Mickey  Mouse to the Magic Kingdom,New York 1975.

Galeazzo Alessi, Libro dei Misteri, progetto di Pianificazione urbanistica, architettonica e figurattiva del  Sacro Monte di Varallo in Valsesia (1565-1569) , 2 dln., Anna Maria Brizio, ed., 1974.

Fred Licht, "The Vittoriale degli Italiani", Journal of the Society of Architectural Historians, 41, 4, December 1982, p. 318-324.

Hans Ibelings, "Vittoriale degli Italiani; een monument van Gabriele d'Annunzio voor zijn eigen leven," , Archis,1, (1988) p. 16-22.