Docentenhandleiding

Marges van de Massacultuur

Deze lessencyclus beslaat minimaal 4 lesuren CKV2 en een mogelijke springplank voor een opdracht CKV3 van 2 blokuren voor 5VWO. Geschikt voor een groep van minimaal 9 leerlingen.

Eindtermen CKV2

Benodigde Faciliteiten

Voor iedere deelnemende leerling is voor het individuele traject een redelijk snelle computer met internetverbinding en aansluiting op het lokale netwerk vereist. Word, Internet Explorer, Quicktime, Windows Media Speler, DivX, Shockwave dient op elke computer naar behoren te functioneren (overleg met systeembeheer). Voor de CKV3 opdracht is een minimaal vereiste dat er meerdere digitale videocamera's aanwezig zijn en de mogelijkheid om dit op een eenvoudige manier (knippen met de camera, Pinnacle, Adobe Premiere) op de computer te monteren. Deze laatste opdracht is sterk afhankelijk van de aanwezige faciliteiten en de kennis en kunde van de docent.

Digitaal Logboek

Gedurende de gehele lessencyclus worden de opdrachten steeds vastgelegd in een digitaal logboek (4 klikbare Word documenten). Vereiste voor de docent is dan ook minimaal het bezit van een digitaal rijbewijs om eenvoudige handelingen zoals knippen, plakken, opslaan van documenten, etc. beheersen en over te kunnen brengen aan de leerlingen. Voor elke afzonderlijke les is er een apart logboek wat door de leerlingen individueel moet worden opgeslagen op de server ruimte van de school. De docent dient een aantal mappen/submappen aan te maken die voor zowel de docent als de leerlingen toegankelijk zijn (overleg met systeembeheer). Het digitaal logboek fungeert als een belangrijke instrument wat de leerling bij het verzamelen van informatie op het net goed moet kunnen gebruiken. Het omgaan met Word, copy-paste(!), bronvermelding (URL's), het systematisch ordenen van de eigen logboeken zijn allemaal deel van verantwoord en zelfstandig internet/computergebruik. Basisvaardigheden in de huidige informatiemaatschappij. Daarnaast is het logboek voor de docent een handig middel om te toetsen (deadlines) en de leerlingen individueel door het traject te begeleiden.

Vorm

We hebben gekozen voor een zo min mogelijk afleidende vorm met een heldere, consistente structuur door alle verschillende onderwerpen heen. De links en voorbeelden die men kan aanklikken openen allen in nieuwe vensters en betreffen vaak uitbundig vormgegeven websites. Als rustgevend en werkbaar contrast hebben we deze vormgeving ontwikkeld omdat het ons inziens in eerste instantie om de inhoud moet gaan. De doelgroep is immers ook al een eind op weg naar volwassenheid en wil ook zo benaderd worden.

CKV2: Introductieles Postmodernisme

De eerste les in deze cyclus gaat over massacultuur en postmodernisme. De leerlingen krijgen een korte introductie over het postmodernisme in de massacultuur in de vorm van een handout (1 A4) uitgereikt. Een meer uitgebreide tekst biedt meer overview voor de docent. Dit geeft de docent de mogelijkheid het verdere verloop van de lessen naar eigen inzicht invulling te geven. De eerste opdracht van deze introductieles wordt de individueel gemaakt: Het samenstellen van de elf postmoderne geboden. De bedoeling van deze opdracht is dat de leerlingen postmoderne kenmerken herkennen en toe kunnen passen. Ze worden gevraagd om de elf postmoderne geboden te vinden tussen een mix van moderne en postmoderne kenmerken en deze vast te leggen in een digitaal logboek (tekst kleuren in een Word document). Er wordt vervolgens klassikaal naar een videoclip (EMINEM, The Real Slim Shady) gekeken en deze wordt geanalyseerd op postmoderne kenmerken. De leerling kijkt de eigen stenen tafels uiteindelijk na op de pagina de openbaring. Het maken van de elf postmoderne geboden vervuld een belangrijk leerdoel ; het definiëren van het eigen standpunt. Het is een toets voor de leerling (en de leraar) om te kijken of ze deze kenmerken zelfstandig kunnen hanteren. Deze geboden kunnen aan het einde van de les nogmaals worden gespiegeld aan de videoclip van Bob Dylan, Subterranean Homesick Blues.

CKV2: De 3 Trajecten

Als alternatieve trajecten uit de marges van de hedendaagse massacultuur is er te kiezen uit de onderwerpen satire, graffiti en skateboarden. Deze verschijnselen, allen afkomstig uit de underground regionen van de straatcultuur, vormen tezamen een brede oriëntatie over het postmoderne spectrum dat samenhangt van diversiteit en pluriformiteit in subculturen en aanverwante verschijnselen. Elk traject koppelt middels verwerkingsopdrachten terug naar de postmoderne kenmerken uit de introductieles en diept die aan de hand van uiteenlopende voorbeelden verder uit. Daarbij worden de eindtermen CKV2 ook aangehaald.

CKV2: Satire

De CKV2 les satire heeft als doel om de leerlingen stelling te laten nemen in wat ze te ver vinden gaan als onderwerp voor satire. Om het onderwerp te beperken heb ik ervoor gekozen om de leerlingen twee thema's binnen het enorme aanbod aan satire te laten bekijken. Het eerste is majesteitsbelediging. Aanleiding hiervan is de protest die Premier Balkenende in november 2003 uitte tegen satirische programma's die de koninklijke familie als onderwerp gebruikten. De leerlingen krijgen een beknopte geschiedenis van majesteitsbelediging in Nederland te zien. Dat houdt in dat ze via internetlinks kijken en luisteren naar fragmenten van majesteitsbelediging van 1936 tot nu. Ze kijken ook naar fora op internet waar mensen met elkaar meningen uitwisselen over de uitspraak van Balkenende. Het tweede onderwerp is de Amerikaanse tv-serie "South Park " van Trey Parker en Matt Stone. Hier kijken de leerlingen naar fragmenten uit de film "South Park The Movie", ze lezen (stukken uit) twee recensies over "South Park The Movie" en maken een paar opdrachten waarin ze "South Park" toetsen op postmoderne elementen. Verder worden ze gevraagd om stelling in te nemen in wat ze zelf wel of niet vinden kunnen als onderwerp in satire.

De verwerkingopdrachten koppelen satire terug naar de les over het postmodernisme. De leerlingrn worden nu verwacht om de satire te kunnen zien in het licht van het postmodernisme. Verder worden ze gevraagd om stelling in te nemen. Deze twee doelstellingen staan haaks op elkaar. In het postmoderne tijdperk kan alles en ze worden gevraagd om voor zich zelf grenzen te stellen. Als de leerlingen dit inzien, is de les geslaagd.

CKV2: Graffiti

De CKV2 les over graffiti behandelt de ontstaansgeschiedenis, verschillende technieken en verschijningsvormen en gaat in op de wisselwerking tussen de massacultuur en het verschijnsel .graffiti. Het werk van een aantal kunstenaars (Lee, Basquiat, Scharf, Haring) die de overstap van straatkunst naar “hoge kunst” hebben gemaakt worden kort toegelicht .Ook wordt er ingegaan op de vraag aan wie de openbare ruimte toekomt: De commerciële logocultuur of de alternatieve. Tussen de stukken informatie staan een aantal verwerkingsvragen. Door de vragen te maken wordt de leerling gestimuleerd om stelling te nemen en hun eigen grens te bepalen. Door dit traject te doorlopen en de vragen te beantwoorden in het logboek, verzamelt de leerling informatie over de breedte van het onderwerp en de beeldende mogelijkheden ervan.

CKV2: Skateboarden

Deze les gaat over de ontwikkeling van de skateboardsubcultuur en parallel daaraan verlopend de skateboardvideo's. Een subcultuur met een rijke geschiedenis in DIY (Do It Yourself) op het gebied van video's, vormgeving, kleding en lifestyle. Met het spraakmakende MTV programma Jackass als springplank voor een tweetal opdrachten bekijkt men verschillende fragmenten uit skateboardvideo's, variërend van 1970 tot het heden. Gelet wordt vooral op de (a)technische aspecten van het (pragmatisch) filmen, het neerzetten van sfeer, het gebruik van muziek, eenvoudige montage en het opnemen van eenvoudige sketches, zogenaamde skits. Daarnaast is er aandacht voor de invloed die deze video's op de hedendaagse videoclipcultuur hebben (gehad). Er wordt continu teruggekoppeld naar de postmoderne kenmerken die in de introductieles ter sprake zijn geweest. Uiteindelijk moet men stelling nemen in de vraag of de M van MTV voor Muziek of Marketing staat en dit beargumenteren aan de hand van dezelfde postmoderne kenmerken.

Algemene Beoordelingscriteria

Leerlingengedeelte Marges van de Massacultuur

De CKV3-opdracht

Na de theoretische lessen is het tijd voor actie. De leerlingen maken een videoclip op het meest gecoverde liedje ooit, Summertime, George Gershwin. Het lied is gekozen omdat het voor de leerlingen neutraler is dan een hedendaagse song en vanwege het hoge copy-paste gehalte van de covers zelf. Er wordt gewerkt in groepjes van drie. Een leerling verzorgt de decors/setting, een schrijft het scenario en een maakt de filmopnames. Om de opdracht te kunnen maken geven we ze een toolkit met tips, en een filmdoos met voorbeelden van hoe de opdracht kan worden opgevat. En een waaier met Summertime versies waaruit ze kunnen kiezen. Het is de bedoeling dat het zeer simpel wordt. Laat eerst het doosje Summertime-clipjes zien. Hier zien de leerlingen concrete voorbeelden van verschillende manieren om de opdracht op te vatten. Een versie neemt de tekst letterlijk en geeft ironisch commentaar hierop, een ander probeert een sfeerbeeld te geven, een derde gebruikt graffiti, logo's en/of reclame inde openbare ruimte als thema. Er moet wel minstens een postmodern element in voorkomen. Dit kan natuurlijk al eenvoudig door reclame te gebruiken. Het satire-element krijgen ze wel een beetje cadeau; de tekst "..and the living is easy.." " ..so hush, pretty baby, don't you cry.." wordt al gauw ironisch wanneer het onderwerp te maken heeft met het straatbeeld in de grote stad. Het is de bedoeling dat de leerlingen het idee krijgen dat zij al met simpele middelen iets kunnen neerzetten, dat minder echt meer kan zijn en dat ze er ook plezier in hebben om dit te doen. De intimidatie die er wellicht van de grote muziekzenders uitgaat wordt hopelijk hierdoor enigszins gerelativeerd. De videoclipjes worden klassikaal bekeken en beoordeeld.

Auteurs

Hanne Clausen

Hanno de Man

Martijn Dorresteijn