Opdracht HAVO/VWO

Voor het museumbezoek ga je eerst theoretische opdracht maken. Deze opdracht is bedoeld om voor jezelf de standpunten van de surrealistische beweging goed op een rijtje te zetten. Het tweede opdracht, een praktische verwerkingsopdracht, die volgt na het museumbezoek, kun je alleen juist kunt oplossen als je deze theoretische opdracht goed hebt uitgevoerd.

Opdracht 1: Lees de citaten en maak de vragen. Verwerk de antwoorden in een duidelijk kort verslag waar ook het beeldmateriaal een duidelijke plaats krijgt.

Met behulp van de onderstaande sites kun je de vragen beantwoorden: http://boijmans.medialab.nl/onderw/ckv2/termen/surreal.htm http://boijmans.medialab.nl/onderw/ckv2/termen/manifest.htm

Lees het citaat:
Het surrealisme berust op het geloof in de hogere werkelijkheid van bepaalde tot dan veronachtzaamde associatievormen, in de almacht van de droom, in het onbaatzuchtige spel van het denken. Het streeft ernaar alle andere psychische mechanismen voorgoed af te breken en bij het zoeken naar oplossingen van de voornaamste levensvragen zichzelf daarvoor in de plaats te stellen André Breton, Manifeste du surréalisme (1924)

  1. Wat is een manifest?
  2. Wat stond er, korte samengevat, in het surrealistisch manifest?
  3. Bij het surrealisme horen verschillende aspecten. Zoek deze aspecten op (zes stuks) En beschrijf voor jezelf de drie belangrijkste.
    Volgens de 'Beknopte Dictionaire van het Surrealisme': "Een door Max Ernst op 10 augustus 1925 ontdekt procedé. Aangezien het slechts berust op de intensivering van de gevoeligheid van de geestelijke vermogens door aangepaste technische middelen, daarbij iedere verstandelijke constructie uitsluitend en het werkzame aandeel van hem die men tot dusver de 'maker' noemde, tot het uiterste minimum terugbrengend, is het het ware equivalent gebleken van het automatische schrijven".
  4. Lees citaat uit de 'Beknopte Dictionaire van het Surrealisme'. Max Ernst gebruikte in zijn werk de technieken frottage en collage. Deze zijn belangrijke technieken in het werk van de surrealisten. Beschrijf de werkwijzen uitvoerig. Verzamel daarbij ook enkele voorbeelden.
  5. Man Ray en Marcel Duchamp waren belangrijke grondleggers van ‘Ready Mades’. Wat zijn ‘ready mades’?
  6. Zoek algemene informatie op over Salvador Dali