![]() |
Youth is not
an age,
but a state of mind. |
||
De gekte bereikte een voorlopig hoogtepunt toen Frank Sinatra in mei1943 in Paramount Theater op Times Square een optreden verzorgde. Onder het gegil van uitzinnige pubers werden niet alleen rozen het toneel op gesmeten: Sinatra kreeg nu ook een regen van panty’s en beha’s over zich heen. Zong hij I’ll walk alone, zo schreef een ooggetuige, dan riepen honderden meisjes in de zaal: ik ga wel met je mee, Frankie. | |||
Frank Sinatra mag dan vaak het eerste tieneridool worden genoemd, het verschijnsel was niet helemaal nieuw. Bij een optreden in van het Benny Goodman Orchestra liet het publiek zich in hetzelfde theater al eens gaan. Een vertwijfelde Goodman: ‘Wij keken naar hen alsof zij de show waren en wij het publiek.’ En in de jaren twintig rukten vrouwelijke fans de filmheld Rudolph Valentino reeds de kleren van het lijf. Op zijn begrafenis, in1926 vochten ze zich in een chaotische menigte van tienduizenden bewonderaars naar zijn kist om die aan te raken en te kussen. | |||
Waar komt dit allemaal vandaan? De teenager ontstaat in de Verenigde Staten en het is een marketingterm. Gelukkig is de tiener niet louter de nieuwe consument van massacultuur en massaproductie. Hij is ook de sensitieve jongeling die zich emancipeert en een eigen identiteit zoekt tussen jeugd en volwassenheid. | |||
De Beatles in Nederland (1964)
The Beatles, bestaande
uit Paul McCartney, John Lennon, George Harrison en Jimmie Nicol
(vervanger van de zieke Ringo Starr) arriveren op Schiphol, waar ze
worden begroet door meisjes in Volendamse klederdracht en duizenden
fans. |
|||
Een belangrijk moment in de ontstaansgeschiedenis van de tiener zijn de jaren voor de Eerste Wereldoorlog. De orgie van geweld en de onvoorstelbare slachtingen betekenden in de ogen van veel jongeren het morele failliet van de generatie die deze waanzinnige oorlog begonnen was. De opwindende jaren twintig waarin zij zich vervolgens lieten gaan zijn misschien een cliché, met hun jazz, auto’s, sigaretten, Charleston, stérke drank en vrouwen in steeds kortere rokken. Maar dat de vanzelfsprekende gehoorzaamheid van kinderen tegenover hun ouders weg was, is een belangrijke constatering. Veel meisjes waren bovendien op jonge leeftijd in de fabriek gaan werken om de oorlogsindustrie op gang te houden. Ze werden zelfstandig en hadden geld op zak. Er heersten na die oorlog een hedonistisch verlangen naar direct geluk en weerzin om mee te doen aan de wereld van vorige generaties. Voor het eerst was het niet meer vanzelfsprekend zo snel mogelijk volwassen te willen worden. ‘Youth is not an age, but a state of mind.’ Dat wordt een constante in de jeugdcultuur tot op vandaag. Uitstel van volwassenheid is inmiddels een diep in onze maatschappij verankerde verleiding die door reclame en popmuziek dagelijks wordt gevoed en die met de hippies en bloemenkinderen van 1968 opnieuw een enorme impuls kreeg. | |||
Het was de Tweede
Wereldoorlog die in het kielzog van militaire hegemonie ook de culturele
hegemonie van de Verenigde Staten met zich meebracht. Niet meer Parijs
was voortaan de culturele hoofdstad in de wereld of Londen of het totaal
verwoeste Berlijn. Voortaan was het New York. De opmars van de populaire muziek was niet meer te stuiten en de belangrijkste taal is sindsdien het Engels. Amerika had teenagers, herinnerde John Lennon zich in een interview in 1966, ‘and everywhere else just had people’.
|