Joden |
![]() |
|
Nadat
rond het begin van onze jaartelling lsrael als zelfstandige staat
verloren was gegaan als gevolg van de Romeinse- en later Arabische
overheersing, heeft een groot deel van de Joden hun heil elders op de
wereld gezocht (de 'diaspora'). Zij vestigden zich op verschillende
plaatsen in Noord-Afrika en in Europa (Spanje, Portugal, Rusland, Polen
e.d.). Hun levenslot vertoont veel overeenkomsten met dat van de
Zigeuners. Hun van de norm afwijkende kleding, gebruiken en godsdienst
maakte hen regelmatig tot slachtoffers van vaak bloedige vervolging.
Zij waren uitgesloten van veel beroepen, kregen vaak geen burgerrechten, moesten hun godsdienst soms in het geheim belijden en werden veelal gedwongen om in bepaalde wijken te wonen ('ghetto's). |
||
Het
argument voor de Christelijke wereld om hen te vervolgen lag in de
opvatting dat de Joden schuldig zouden zijn aan de dood van Jezus.
Evenals de Zigeuners raakten de Joden op
den duur toch verbonden met bepaalde plaatsen en streken waar zij
woonden en werkten. Op die plekken kwam in de loop der tijd een bepaalde
vermenging van Joodse en Europese gebruiken tot stand.
Zo ontstond er o.a. een afzonderlijke taal die samengesteld was uit Hebreeuwse en Europese (vooral Duitse) taalelementen. Men noemt deze fusion van talen 'Jiddish'. Ook in het Nederlandse taalgebruik vindt men daar sporen van terug.
Maar behalve in de taal zijn er ook op andere terreinen vermengingen opgetreden. De Joden pasten hun kleding ook voor een deel aan aan hetgeen in een bepaalde streek gedragen werd. Wel bleven er altijd typische kenmerken over waardoor zij door buitenstaanders toch als Joden herkend konden worden, zoals het dragen van baarden, het dragen van bijzondere hoeden, soms ook het zichtbaar zijn van lange pijpekrullen langs het gezicht (omdat sommigen volgens bepaalde regels het haar niet knipten). |
||
Ook in
de muziek kunnen we vermenging van verschillende elementen constateren.
Heel bekend is de zogeheten 'klezmer' muziek uit Centraal-Europa. Een
vaak levendige, zeer ritmische muziek die de toehoorder meestal in een
feestelijke stemming brengt.
Daarnaast heeft de Amerikaans/Europees-Joodse muziek typische kenmerken zoals het gebruik van veel blaasinstrumenten (vooral klarinet), een sterk geaccentueerd metrum, het gebruik van syncopen en vooral ook de afwisseling in tempo binnen een muziekstuk: traag beginnen, versnellen en weer vertragen. De sfeer van de muziek kan vrolijk, maar ook juist heel klagelijk zijn. Een bekend muziekstuk waarin deze kenmerken besloten liggen is het lied 'Hava naguila' (in 1996 zelfs gebruikt in een 'happy-hardcore" versie door de 'Party Animals'). Ook in de musical 'Anatevka' (oorspronkelijke titel 'Fiddler on the roof') komt een song voor met deze kenmerken nl. "lf I were a rich man".
|
||
Party Animals - Hava Naquila |
||
Minder
dan in de muziek, is ook in de dans sprake van een zeker fusion element.
Heel bekend is de 'chassidische dans'. Deze dansvorm wordt beoefend door
een afzonderlijke Joodse religieuze stroming 'de Chassiden'. Voor hen is
de dans een vorm van gebed. Zij prijzen, loven en danken er hun Schepper
mee. De dans is gematigd opgewekt van karakter. De armen zijn daarbij
omhoog geheven terwijl de handen heen en weer bewegen.
Daarnaast wordt vaak gedanst bij allerlei feestelijke gelegenheden zoals huwelijken en besnijdenisfeesten. Men danst dan vaak hand in hand in een lange rij of in een kring terwijl men verende looppassen maakt. Het is een mengeling van Europese gezelschaps- en folkloredans en Joodse ritmische elementen. Na de stichting van de staat lsrael heeft men getracht een nieuwe vorm van 'nationale' dans te ontwikkelen door uit de verschillende Europese en Amerikaanse dansvarianten iets nieuws te creeëren. Het element saamhorigheid en samenwerking wat uit politiek- maatschappelijk oogpunt van belang was is zichtbaar in de gebruikte danspatronen (rij, kring, paar). 05-06-2007 CKV-2 Geraadpleegde literatuur: Geschiedenis van de westerse theaterdans B Westra |