De Kunsthal Rotterdam is een tentoonstellingsgebouw waar jaarlijks ongeveer 25 exposities worden georganiseerd. De Kunsthal laat cultuur in de meest brede betekenis van het woord zien: oude kunst, nieuwe kunst, design, fotografie, van elitair tot populair.

Vaak experimenteert de Kunsthal met onderwerpen die voor het eerst aanleiding zijn voor een tentoonstelling. Deze aanpak levert een boeiend en afwisselend repertoire aan tentoonstellingen op. 

Het compact ogende gebouw, ontworpen door het Rotterdamse architektenbureau O.M.A. (Rem Koolhaas/Fumi Hoshino), biedt onderdak aan verrassend veel expositieruimte (3300 vierkante meter) verdeeld over drie hallen en twee galerijen.

  Kunsthal Foto: Gert Jan van Rooij

Hierdoor kunnen in de Kunsthal maar liefst vijf tot zes tentoonstellingen tegelijk plaatsvinden. Een ruim auditorium, een café-restaurant, een mediaruimte en een VIP-room completeren het geheel.

De Rotterdamse 'tentoonstellingsmachine'

Het kan hem nog steeds met genoegen vervullen: een subsidie aanvragen terwijl hij vrijwel zeker weet dat die hem niet zal worden toegekend. Neem die tentoonstelling met ondergoed bijvoorbeeld. Natuurlijk schreef hij daarvoor een brief naar de officiële instanties. En natuurlijk wezen de subsidiegevers die exposities als 'te weinig vernieuwend, te weinig kunstzinnig' van de hand.

Des te groter de schik bij Wim Pijbes. Want die tentoonstelling (van lingerieontwerpster Marlies Dekkers) kwám er toch wel. 'Dankzij' een sponsor. En in weerwil van de Dames en Heren Kunstkenners - het publiek kwam ook. Massaal.

Jan des Bouvrie, Star Trek, Feyenoord, lingerieontwerpster Marlies Dekkers,  Lancia, Leonardo da Vinci, Han van Meegeren, de Haagse school, over kindermeubilair uit de hele wereld en poezenportretten uit de vorige eeuw.

Al sinds de oprichting schopt de Rotterdamse 'tentoonstellingsmachine' tegen de gevestigde kunstwereld aan. Pijbes' voorganger, de roemruchte Wim van Krimpen, deed het noodgedwongen, maar met liefde. En Pijbes, sinds twee jaar directeur doet het hem na. Want het populistische buitenbeentje is er helemaal bij gaan horen. De Kunsthal is nu 'geaccepteerd, misschien zelfs gerespecteerd'. De kritiek is verstomd, voormalige tegenstanders zwaaien het instituut lof toe.

'Sterker,' constateert Van Krimpen: "héél Nederland is veranderd in een Kunsthal". En inder daad moet Hugo Bongers, zakelijk directeur van Boijmans Van Beuningen, het museum met de felste kritiek op de Kunsthal, erkennen: 'We groeien naar elkaar toe. Wat de Kunsthal doet kan veelal ook in Boijmans. En omgekeerd.'

Zo'n opmerking was volstrekt ondenkbaar, toen de Kunsthal op 1 november 1992 zijn deuren opende voor het publiek. Hoon viel het instituut ten deel. Vanwege de Spartaanse ku bus die architect Rem Koolhaas aan het Rotterdamse Museumplein had neergepoot -'een ge bouw met de allure van een sporthal'. Vanwege het zielloze concept van een museum zonder collectie, een overslagbedrijf waar de ingehuurde exposities eikaar in rap tempo opvolgden.

Maar vooral het ronkende beleid van Van Krimpen, voorheen galerist en directeur van de KunstRai, was de museumwereld een doorn in het oog. Als een 'schaamteloze standwerker' bracht hij in de Kunsthal waar de massa om vroeg. Tentoonstellingen over Jan des Bouvrie, Star Trek en Feyenoord. Maar ook publieks klappers als De Haagse School. Picasso - het was om het even.

De idee achter de Kunsthal, schrijft journalist Ron Kaal in Respectabel populisme, het jubileumboek dat ter gelegenheid van de tienjarige verjaardag verschijnt, werd geboren uit een mis verstand. In de jaren tachtig werd Nederland overspoeld door blockbusters als Monet in Hol land en Het Goud der Traciërs, waar het publiek voor in de rij stond. Musea waren echter fysiek noch logistiek op die tien-tot honderdduizen den bezoekers ingesteld. En dus, dacht Rotter dam, kon een kunsthal soelaas bieden.

'Dat idee was alweer achterhaald toen de eerste paal van de Kunsthal de grond inging', stelt Van Krimpen. 'De overheidssteun nam onder minister Brinkman af, musea moesten hun eigen broek op gaan houden. Dus áls zij een publiekstrekker hadden, dan hielden ze die voor zichzelf'

Het was. de eerste jaren 'een kwestie van overleven'. Kleine staf, weinig geld, ternauwernood vold oende bezoekers om het uit te kun nen zingen. Het beleid? Dat volgde de 'grillige lijn van improvisatie'. Als Van Krimpen gratis een expositie met BMW's kon krijgen, nou dan nam hij die toch zeker?

Maar populisme 'uit noodzaak' werd allengs populisme uit overtuiging. De Kunsthal, schrijft Ron Kaal, verwierf succes met 'het beproefde Van der Valk-recept: geef het publiek meer dan het aankan'. Mega-tentoonstellingen werden met een op volle toeren draaiende pr-machine - ongekend voor Nederland - aan de man ge bracht Dat de expositie over Leonardo da Vinci uit 'louter replica's' bestond of dat op de 'stamppottentoonstelling' Picasso met een dia van de Guernica moest doen ('wél op ware grootte') deed er minder toe. Van Krimpen: 'Als je het maar eerlijk vertelt, maakt het het publiek niets uit.'

Daarmee streek de Kunsthal de musea - hoe ders immers van uniciteit en kwaliteit - flink tegen de -haren in. Maar pijnlijker was dat de Kunsthal grote successen boekte, waar de mu sea gaten lieten vallen. 'Fotografie en design" zegt Hugo Bongers van het Boijmans. 'Dat moet je ze nageven. Daar zijn ze absoluut heel vroeg meegeweest.'

En de negentiende-eeuwse Hollandse meesters, vult Pijbes aan. 'Die lagen in de meeste museumdepots te verstoffen. Iemand als Breit ner - dat is natuurlijk ook een niks-aan de- hand-kunstenaar waarvan er in de negentiende eeuw wel meer van rondliepen. Maar door naar de resultaten op veilingen te kijken, wisten we: het valt wel in de smaak bij het publiek.'

De 'grote momenten' in de kunstgeschiedenis zoals het grote overzicht van het inipressionisme dat volgend jaar in samenwerking met het Wallraf Richartz Museum wordt georganiseerd. En familietentoonstellingen in de trant van Escher, waar je dingen kunt beleven en overal aan mag zitten. Die twee zullen de core business van de Kunsthal gaan vormen. Naast de kleinere exposities waarin de grenzen tussen high en low art worden geslecht. Pij bes: 'Ons beleid is langzaamaan uitgekristalliseerd.'

En dat begint ook in museale kringen vruchten af te werpen. 'De exposities worden ' beschouwelijker, coherenter', zegt Sjarel Ex, di recteur van Centraal Museum Utrecht en 'altijd al fan' van de Kunsthal. 'Degelijker', stelt Hugo Bongers. 'Er valt nauwelijks nog kritiek op te leveren zelfs niet wetenschappelijk.'

 

De Kunsthal verdient respect. Want de Kunst hal is een beetje meer op een museum gaan lijken. Of is het andersom? Hebben de musea hun les van de Kunsthal geleerd? Als je naar de la atste publiektrekkers kijkt - Harry Potter in het Kröller Müller Museum - zou je het bijna gaan geloven.

Wim Pijbes vraagt het zich in elk geval wel eens af. 'Toen Boijmans die grote, overzichten toonstelling over Keith Haring had, kregen wij in de Kunsthal dagelijks telefoontjes met de vraag tot hoe laat de expositie was geopend. 'En niet zo vreemd, vindt Pijbes 'Want wat heeft Haring in vredesnaam met de collectie en tradi tie van Boijmans van doen?'

Het is precies de reden 'zegt Rudi Fuchs van het Stedelijk Museum in Amsterdam, waarom hij nog steeds huiverig tegenover de Kunsthal staat. 'Mijn angst was en is dat de politiek het publieke succes van de Kunsthal als maatstaf zal gebruiken voor musea. Want dat gebeurt. Voormalig staatssecretaris Van der Ploeg kwam eens bij me langs toen hij net naar De Escher Experience in de Kunsthal was geweest. Vond ie geweldig - al die computers, die driedimensio nale beleving van Eschers etsen. Zó moest een museum zijn, vond hij. Zo moet je mensen benaderend Maar wat Van der Ploeg over het hoofd zag, was dat -een museum een andere verantwoordelijkheid heeft. Die draagt de zorg voor een zorgvuldige omgang met de collectie.'

Als een 'modieus verschijnsel' deed Fuchs de Kunsthal in 1995 af. Maar die wens wordt door de realiteit ingehaald, voorspelt Sjarel Ex, In Utrecht zijn al plannen voor een kunsthal, nabij het stationsgebied, waarin de directeur van het Centraal Museum 'zeker' zal participeren. En er zullen er meer in Nederland verrijzen, denkt Ex.

Beducht voor concurrentie Ach nee, zegt Pijbes: 'De Kunsthal is creatief genoeg om altijd weer niches in de markt te vinden.'Al heeft hij wel zo zijn voorbereidingen getroffen. De naam Kunsthal is inmiddels als merknaam gedeponeerd. 'Daar blijft iedereen van af.'

Internetadres Kunsthal

Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 voor havo en vwo in het profiel C&M..  Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Geraadpleegde literatuur: Populisme uit overtuiging Anne van Driel De Volkskrant

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij niet geven:


01/28/2010 update