filosofen over het postmodernisme

 
Lyotard

Lyotard

Lyotard ziet de informatisering als belangrijk kenmerk van de postmoderne samenleving. Niet het bezit van de productiemiddelen, maar het ‘bezit’, de toegang tot informatie is doorslaggevend. Degenen met het monopolie op databanken bepalen de machtsverhoudingen. Het weten zelf, de kennis is de laatste decennia tot de belangrijkste productiekracht uitgegroeid. De kennis is opgenomen in de warencirculatie, en is koopwaar geworden. Lyotard benadrukt dat de spelregels van de wetenschap, de politiek en de kunsten zich definitief hebben gewijzigd. In al deze gebieden is de vroegere eenheid en zekerheid verdwenen. In de kunst lijkt elke samenhang zoek: er is een onontwarbare kluwen van de meest diverse stijlen. We leven, om met Habermas te spreken, in het tijdperk van de onoverzichtelijkheid.  
Jacques Derrida
Het postmoderne denken ziet ook de mens zelf als een verdeeld wezen, uiteengevallen in fragmenten; een uit brokstukken bestaand subject. De postmoderne mens is ambivalent en dubbelzinnig; we willen het ene én het andere, en kunnen maar moeilijk keuzes maken, want aan elke keuze zijn voor- en nadelen verbonden. Toen de filosoof Derrida werd geïnterviewd door het popblad Rolling Stone, zei hij: “Wanneer men mij vraagt:  “Hoe gaat het?” heb ik zin om te antwoorden: “Op welke verdieping…?”. Het is net alsof ik een groep mensen ben, die op meerdere verdiepingen leven en elkaar maar af en toe tegenkomen.”
Jameson
De filosoof Jameson noemt oppervlakkigheid een bepalend kenmerk van het postmodernisme. Hij maakt een vergelijking tussen Van Goghs schilderij van twee boerenschoenen (modernisme), en een afbeelding van schoenen van Warhol: ‘Diamond Dust Shoes’ (postmodernisme). Van Gogh’s schoenen vertellen nog een verhaal over het zware boerenleven, de harde arbeid: alle ontberingen hebben op deze oude schoenen sporen nagelaten. Het is een doorleefd, en eigenlijk ook een religieus schilderij. De weergave van Warhol noemt Jameson oppervlakkig en vluchtig: het moet snel klaar zijn en niet te diep graven. De natuur, de werkelijkheid is als vaste bodem verdwenen. Die is vervangen door een schijnbeeld zonder wezenlijke inhoud of betekenis. Ondanks de toevoeging van diamantstof aan de drukinkt is deze in zeefdruk omgezette foto niet meer dan een cleane illustratie.

  

Jean Baudrillard
Baudrillard schetst in zijn nogal zwartgallige cultuuranalyse de postmoderne samenleving als een nihilistische wereld vol schijn. In deze schijnwereld, zegt hij, doen we “net alsof”, zoals kinderen doen als ze spelen. Volwassenen zijn als jongeren die graag in dromen en romantiek ontsnappen naar een fantasiewereld. Reclame, films, pretparken zijn simulaties (simulacrum: schijngestalte, drogbeeld) zonder relaties met de realiteit. Ze spiegelen ons het ‘ideale leven’, de ‘ideale mode’ en ‘ideale sex’ voor. Disneyland is volgens Baudrillard een goed voorbeeld van simulatie, een nabootsing van de Amerikaanse waarden. “Het is veelzeggend dat de diepvriesachtige, infantiele wereld van Disneyland bedacht en gerealiseerd is door een man die nu zelf ingevroren is: Walt Disney droomt van zijn opstanding bij een temperatuur van 180 0 C onder nul.”

Net zoals de reclame een schijnwereld voorspiegelt, is de informatie op televisie gefilterd: zij tovert een schijnvertoning op het scherm, waarin de werkelijkheid eerder gesimuleerd dan weergegeven wordt.  De massamedia houden de illusie in stand dat de feiten objectief zijn. In feite echter, stelt Baudrillard, is er geen sprake van enige betekenis: het medium houdt de gedachteloze kijker in de ban van een illusie. Televisie is een collectieve zinsbegoocheling, het consumptieartikel bij uitstek. Een drama als de Golfoorlog wordt als een spektakel gebracht, zonder dat de kijker op enigerlei wijze tot een bepaalde verantwoordelijkheid wordt aangespoord. Wat op onze beeldschermen zichtbaar wordt, is een reconstructie: beelden waarin oorlogen worden nagebootst.

Dit thema, de vraag naar het realiteitsgehalte van onze ervaring in de werkelijke, en in een gesimuleerde wereld, wordt ook uitgewerkt in films als the Matrix en eXistenZ.

Hedonisme
Het Griekse woord hèdonè betekent genot, lust vreugde. Hedonisme is de levensinstelling die genot, lust en vreugde het belangrijkst vindt. De bevrediging van de eigen verlangens staat centraal; dat wat men zelf prettig, leuk, spannend en fijn vindt. Volgens verschillende filosofen stelt de postmoderne cultuur twee soorten ‘gelukservaringen’ ter beschikking. De eerste speelt in op de genotzoekers met reclame, pretparken, films en soaps. Bij dit soort geluk treedt snel verzadiging op, waardoor je er steeds meer van nodig hebt. De tweede gelukservaring ontstaat als men door anderen beschouwd wil worden als “een interessant iemand”. Volg dan de lifestyletrends, of ga bungeejumpen. In dat geval is het ook boeiend om naar andere bijzondere mensen te kijken, naar freaks of ‘wannabees die vreemde dingen doen. Reality shows als Big Brother, Survivor, Fear Factor of the It-factor bedienen het publiek dat niet geboeid wordt door reguliere televisie. Ze kijken liever naar een durfal die voor het oog van de camera wat levende kakkerlakken naar binnen werkt dan naar een uitgebalanceerd verhaal.  

Bronnen: A van den Braembusche: Denken over kunst, Coutinho 1996. Naomi Klein: NO LOGO, Lemniscaat 2000. Coert Lindijer: Postmodern bestaan, Boekencentrum 1998. Vance Packard: de verborgen verleiders, H.J. Paris, Amsterdam. Stephen Toulmin: Kosmopolis, verborgen agenda van de moderne tijd, Agora 2001. Filosofiemagazine: no 10 jaargang 11.

Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 uit het profiel cultuur en maatschappij voor havo en atheneum.  Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Samenstelling: Marjet Stamsnijder.

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hiervoor. Laat het ons weten en wij zorgen voor een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiële vergoeding kunnen wij niet geven.

28-01-2010 last update Vaklokaal Digischool CKV2