Schoolmeisjes tussen muren van glas |
||
Vier danseressen trekken hun T-shirt recht, ballen hun vuisten en strijken snel door hun haar. Dat zijn enige basisbewegingen van ‘Rosas danst Rosas’, een choreografie van Anne Teresa De Keersmaeker uit 1984. Thierry De Mey koos een prachtige locatie voor de dansvoorstelling en legde deze minimal-dance choreografie op film vast. |
![]() |
|
‘Rosas danst Rosas’ is dans.![]()
De minimal-dance van De Keersmaeker is op simpele basisbewegingen gebaseerd. Deze achteloze, soms kokette
gebaren uit het dagelijkse leven bepalen het ritme van de choreografie, die door de monotone, hallucinerende (bedwelmende)
muziek van De Mey wordt begeleid. De danseressen herhalen ze telkens opnieuw, alsof het tics zijn die ze niet kunnen
onderdrukken. Soms zijn het felle uithalen die de choreografie een agressieve kracht geven. Op andere momenten
verkeren de danseressen in een uitgelaten stemming. In scènes die speciaal aan de film zijn toegevoegd rennen de
vrouwen door de gangen van dit verlaten Leuvense schoolgebouw. Bijna verwacht je dat ze als schoolmeisjes uit
blijdschap hun boekentassen in de lucht gooien. |
||
‘Rosas danst Rosas’ is film |
![]() | |
‘Rosas danst Rosas’ is muziek. Rosas danst Rosas begint heel sober. Vier danseressen liggen op de grond. Het tempo van de bewegingen lijkt het lage tempo van de ademhaling te volgen. Het lijkt erop of de danseressen zijn soms in slaap gevallen. Of bewegen zij slechts in een ultieme slow motion? Wanneer je je oor niet kunt richten op een muziek die een bepaalde verwachting inlost is het of je zelf de adem gaat inhouden: wat gaat er gebeuren? Plotseling is er een stroomversnelling. De armen en handen bewegen plots onder invloed van de zwaartekracht en de klap op de grond lijkt wel een donderslag. We zijn weer helemaal wakker. Niet alleen adem, handen en armen maken de muziek, ook het lopen, strijken langs het lichaam maken ‘body sounds’. Pas wanneer je met je eigen ademhaling met de danseressen blijkt te hebben meegedaan en min of meer vermoeid te zijn geworden neemt ‘echte’muziek het over: ‘minimal music’ Korte motiefjes in een stevige ‘beat’ nemen bezit van de lichamen. Met intens plezier en haast erotische wellust laten de meisjes zich meevoeren. Het is alsof je de bedoeling van minimalisten als Steve Reich en Philip Glass ruimtelijk en gevisualiseerd ziet worden. Ter verduidelijking volgen hier enige muziekfragmenten van de 'uitvinders' van de 'minimal music' Steve Reich (geboren in 1936 in New York)en Philip Glass (geboren in 1937 in Baltimore). 'Minimal music' is muziek gebaseerd op meestal korte melodische en ritmische motiefjes. Die motiefjes worden vaak herhaald, en zodanig dat de kleine wijzigingen daarin nauwelijks opvallen. |
||
![]() |
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
|
‘Rosas danst Rosas’ is architectuur
|
De meisjes dansen in het ‘Ritogebouw’, een enigszins vervallen, in 1936 opgetrokken, technische school met ruimten van glas en beton. Henry van de Velde bouwde het. Weggestopt in de hoek tussen de Diestsestraat en de Vaartstraat stond het al jaren te verkommeren. Het licht schijnt overvloedig naar binnen door de grote glaswanden. Van buitenaf kan de camera al door de vierkante vensters loeren om de danseressen van Rosas te filmen. Maar van binnen kan dat ook. Vrijwel alle muren in dit ‘nieuw zakelijke’ schoolgebouw (zie onder meer Pagina 5.5.8) zijn van glas, zodat het lege interieur een magnifieke dieptewerking heeft. In de verte, achter transparante lagen ruitjes zien we het ensemble in geometrische, repeterende patronen dansen, op de voorgrond danst een solist. | |
‘Rosas danst Rosas’ combineert de kunsten De camera is in Rosas danst Rosas veel meer dan de ideale toeschouwer. Locatie, choreografie en camera-instelling zijn perfect op elkaar toegesneden. De houding van de dansers evolueert in de choreografie van liggen, zitten en staan naar lopen. Als in het laatste deel een solist haar plaats verlaat, biedt - anders dan een podium - de locatie haar de gelegenheid een tocht af te leggen langs tientallen staande, bewegende danseressen. De camera volgt haar met een lange rijder, die zo beter dan ooit de loopbeweging benadrukt. In het zitgedeelte heeft De Mey juist voor veel camera standpunten gekozen. Door de snelle montage worden die raadselachtige bewegingen van de danseressen op café stoeltjes steeds heftiger. Met andere woorden: de artistieke transformatie van de choreografie in filmtaal voegt iets zinnigs toe aan de dans. Architectuur, dans en film worden vervlochten tot een ‘Gesamtkunstwerk’, dat zich bewust is van zijn positie. Daarom alleen al kan het beginwerk van choreografen als Anne Teresa De Keersmaeker, Alain Platel of Jan Fabre met recht experimenteel en grensverleggend genoemd worden. |
||
Anne Teresa De Keersmaeker: vernieuwer op de dansvloer |
![]() |
|
Bronnen: Artikelen, meningen en interviews van onder meer Pieter Bots, Hans Beerekamp, Pieter T’Jonk, Thierry de Mey en Kees Zonneveld. Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 uit het profiel cultuur en maatschappij voor havo en atheneum. Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij niet geven
|