MASSA MASSACULTUUR |
|||||||
De negatieve beeldvorming verbonden met de termen 'massa' en 'consumptie' is veel ouder dan de begrippen 'massacultuur' en 'consumptie-cultuur'. De begrippen mogen dan in déze eeuw ontstaan zijn, de negatieve beeldvorming is juist een product van de vroege negentiende eeuw en verbonden met de opkomst van dat wat in West-Europa de stedelijke 'massa' ging heten. | |||||||
De enorme toevloed van migranten, aan het eind van de achttiende en het begin van de negentiende eeuw, leidde tot ongekende stedelijke overbevolking. Voorbeeld: Burnley, Lancashire (Engeland) De opkomende fabrieksmatige productie en industriële activiteit leidden bovendien tot bewegingen van enorme aantallen arbeiders van en naar fabrieken en resulteerden in overvolle werkvloeren. |
|
||||||
|
Luchtfoto van een negentiende eeuwse Engelse arbeiderswijk in Burnley, Lancashire. De geméleerde stadsbewoning, waarin arm en rijk in elkaars nabijheid woonden, werd veranderd in een gestructureerde wijkindeling op sociaal-economische grondslag. | ||||||
Het is in die periode dat de term 'massa'- een aanvankelijk neutrale aanduiding voor amorfe hoeveelheid, de denigrerende benaming werd voor de anonieme en verpauperde stedelijke bevolking. Een terminologie die vooral werd ingegeven door het visuele aspect van de bevolkingsconcentratie. De mensonterende gevolgen van deze snelle verstedelijking manifesteerden zich eerst en vooral in Londen en Parijs. In de loop van de negentiende eeuw werd deze situatie min of meer kenmerkend voor veel steden in het geindustrialiseerde Westen, de Verenigde Staten inclusief. |
![]() |
||||||
De feitelijke levensomstandigheden, de huisvesting, de arbeidsomstandigheden en de gezondheidstoestand van het merendeel van deze stedelijke massa was erbarmelijk. Het beeld dat de burgerlijke en intellectuele elite ontwikkelde was dat van een verdierlijkte, van God losgeslagen en criminele massa. Dat deze stedelijke massa het arbeidsreservoir voor de fabrieken vormde, deed het beeld al evenmin veel goed. Uit die massa ontstond immers in de loop van de negentiende eeuw een georganiseerde arbeidersklasse die eisen ging stellen. Dit gerekend bij de beruchte bloedstollende verhalen over de beestachtige massa tijdens de Franse Revolutie, resulteerde voor de burgerlijk intellectuele elite in een waar schrikbeeld. | |||||||
Postcards of old Burnley, Lancashire |
|||||||
De negatieve beeldvorming over de massa stond in schril contrast met het positieve zelfbeeld van de negentiende-eeuwse gegoede burgerij en intellectuele elite. De West Europese burgerlijke elite ging prat op haar besef van het schone, verhevene en morele, op haar toewijding aan de Kunsten en de Cultuur. Kunstuitingen kregen in de loop van de negentiende eeuw steeds meer het aureool van begenadigde individuele expressies en raakten los uit de puur ambachtelijke sfeer. | |||||||
Deze negentiende-eeuwse kunst- en cultuuropvatting benadrukte vooral het individuele en unieke: de individuele expressie en de individuele culturele vorming. In tegenstelling tot het aristocratisch civilisatie-ideaal waarin verfijning en geestelijke adel vooral aan blauw bloed gebonden waren, was in de burgerlijke optiek het vermogen tot cultuur en beschaving bij ieder 'in principe' aanwezig. Cultuur betekende in deze visie een mentale activiteit, waar ieder individu voortdurend aan moest blijven werken. | |||||||
De stedelijke massa kon in
de ogen van de gegoede burgerij en intellectuele elite geen enkele aanspraak
maken op ,cultuur'. Ten eerste werd de massa gezien als een anoniem
conglomeraat van verpauperden en niet als een verzameling unieke individuen.
Ten tweede bestond de stedelijke massa uit ontwortelden en ontheemden die,
losgerukt uit hun traditionele en rurale verbanden, geen
aanspraak konden maken op
eerbiedwaardige tradities. De massa had simpelweg geen wortels, geen
verleden en geen geschiedenis. Dat laatste nu gold evenzeer voor de
Verenigde Staten van Amerika: een land zonder geschiedenis en dus zonder
'cultuur'.
|