hoofdstuk
1 |
|
1.
Inleiding
In dit
projekt CKV-2 wordt door de samenwerkende academies, (de Willem de Kooning
Academie, de Dansacademie en het Rotterdams Conservatorium) documentatie
verstrekt die als achtergrondinformatie dienst moet gaan doen tijdens het
hele trajekt 1999/2000. De verschillende teksten belichten ieder vanuit
hun eigen discipline de ontwikkeling en de standpunten die belangrijk zijn
voor het begrijpen van wat massacultuur is, was en hoe het zou kunnen gaan
ontwikkelen. CKV-2-informatie
In het vak
Culturele en Kunstzinnige Vorming 2 (CKV-2) leer je omgaan met
kunstzinnige uitingen: beeldend, dans, drama, literatuur, film,
architectuur en muziek. Je zult ervaren dat veel dingen in de 'gewone'
wereld om je heen op een kunstzinnige manier zijn vormgegeven. Omdat zelf
doen meestal leidt tot beter en scherper waarnemen, maken produktieve
opdrachten (zelf creatief bezig zijn op beeldend, dansend, drama, literair
of muzikaal gebied) deel uit van ckv1 en 2. Er is sprake van
'vorming' omdat het bij dit vak in de eerste plaats gaat om jouw eigen
ontwikkeling. Je ontwikkelt je smaak, je kennis en je belangstelling,
samen met anderen. CKV-2
examenvak
Onderzoeksvragen
leren stellen: Wat betekent dat? Voorbeeld
van enkele vragen: Wat betekende de ontwikkeling van de massacultuur voor
de gewone burger na 1950? Hoe werd de gewone burger na 1950 overvallen
door de massacultuur? Welke mechanismen zijn door deze massacultuur in
onze cultuur terechtgekomen en wat zijn hiervan de uitlopers? Hoe heeft
film bijvoorbeeld bijgedragen tot de ontwikkeling van de kledinglijn? Hoe
bepalend is de videoclip geweest voor de ontwikkeling van de naoorlogse
muziek? De student aan één van
de Rotterdamse kunstopleidingen
Drie
invalshoeken en eigenlijk vakken die moeten leiden tot het begrip en de
samenstelling van het eindprodukt, dat ook meteen een digitaal kunstwerk
is. Een integratie van drie vakken. De student levert een digitaal
portfolio af aan het einde van zijn trajekt
CKV-2. De nieuwe
kunstvakdocenten van de volgende eeuw moeten de verplichte kennis over hun
afstudeervak beheersen, maar er wordt van hen, om straks CKV-2 te kunnen
geven, ook enigszins basale kennis verwacht van de andere
kunstvakdisciplines, maar vooral ook de beheersing van de
integratiemethodiek van CKV-1,2,3. Een
student studeert aan één kunstvakopleiding, maar dient ook weet te hebben
van andere kunstdisciplines. Nu zijn de meeste opleidingen daar nog niet
op (in)gericht. In Rotterdam smeden vanaf dit jaar drie opleidingen hun
krachten aaneen om daar een nieuwe opleidingsvariant uit te ontwikkelen.
Dit projekt is de eerste neerslag van deze
aanzet. De student
moet het onderwijskundige kunstbeschouwingsmodel leren begrijpen van
waaruit hij de cultuurgeschiedkundige informatie moet gaan verstrekken (de
invalshoeken, de ordening dus en hoe men moet leren kijken en
interpreteren). Studenten
moeten zich gaan oefenen in de genoemde informatievaardigheden aan de hand
van een onderwerp. Dat onderwerp is
Massacultuur. Studenten
worden vanuit de hierboven geschetste filosofie in interdisciplinaire
werkgroepen ingedeeld. Eindtermen van de
studenten dit jaar:
1.
Studenten zijn in staat t.a.v. dit te geven onderdeel
kunstvakoverschrijdende begrippen te herkennen en te
hanteren. 2.
Studenten geven blijk van de beheersing van de leerstof door hun onderzoek
expliciet af te ronden in een presentatie, het portfolio, en/of een
live-presentatie. Deze
leerstof wordt vertaald (gedidactiseerd) naar domein A: vaardigheden.
(Begrippen en termen, beschouwingsmodellen). Dit kan op twee manieren:
·
De stof
wordt geclusterd om vaardigheden heen en vanuit de vaardigheden wordt
bedacht welke opdrachten hierbij zinvol zijn. ·
De stof
wordt vertaald in opdrachten, vervolgens wordt nagegaan welke vaardigheden
bij deze opdrachten aan bod komen. 3.
Studenten geven in hun eindopdracht blijk van de verworven
informatievaardigheden. Hierbij
zal iedere begeleider in dit projekt didactische modellen t.a.v. de te
behandelen leerstof aanbieden, alsmede inhoudelijke onderzoeksvaardigheden
aandragen. In totaal
zijn vier studiepunten voor dit projekt
haalbaar. Examenonderwerpen
CKV-2
Het
eindexamen voor havo wordt beperkt tot drie onderwerpen, waarvan de twee
onderwerpen uit de 20e eeuw, cultuur van het moderne en
massacultuur, vaststaan. Daarnaast wordt er iedere twee jaar één
ander onderwerp voor examinering aangewezen. In de loop van de jaren wordt
het hele programma doorgewerkt en dan wordt beslist in hoeverre het
eindexamenprogramma moet worden aangepast. Voor de scholen die nu bezig
zijn en de scholen die in augustus 1999 zijn begonnen, is het derde
onderwerp cultuur van de kerk in de 11e t/m de
14e eeuw. ·
Het
eindexamen voor vwo wordt beperkt tot 5 onderwerpen, waarvan de twee
onderwerpen uit de 20e eeuw, cultuur van het moderne en
massacultuur, vaststaan. Iedere twee jaar wordt één onderwerp niet
geëxamineerd. Voor de scholen die nu bezig zijn en de scholen die in
augustus beginnen, wordt het onderwerp hofcultuur
geschrapt. ·
Deze
beslissingen betreffende de keuze van een toe te voegen onderwerp voor
havo en de keuze van een weg te laten onderwerp voor vwo, worden voor twee
jaar genomen. Dat betekent dat niet alleen de leerlingen die in augustus
1999 begonnen zijn, maar ook diegenen die in augustus 2000 beginnen over
dezelfde onderwerpen worden geëxamineerd. ·
Het
eindexamen zal op cd-rom worden aangeboden. De scholen die over twee jaar
niet beschikken over voldoende computers, kunnen ze huren, werd
gesteld. De keuze
voor het examineren van een beperkt aantal onderwerpen betekent niet dat
de docenten de andere onderwerpen niet aan de orde mogen stellen. De
bedoeling is dat vanuit de meest actuele onderwerpen verwezen wordt naar
deze onderwerpen, voor zover dat didactisch zinvol
is. Het
eindexamen voor de komende jaren ziet er dus als volgt
uit:
Het
kunstbeschouwingsmodel
Kunst en
Cultuur
Kunstenaars
geven in kunstwerken hun beeld weer van de wereld zoals zij die ervaren of
zoals zij zich die wensen. In dat beeld van de wereld zit hun visie
verborgen. Als wij kunst 'beschouwen', kan dat ons beeld van de wereld of
het beeld dat we van ons zelf hebben veranderen. Daarnaast kan het ook
gewoon plezierig zijn om kunst te ervaren, erover te denken en te praten
of er zelf kunstzinnig/creatief mee bezig te zijn. Cultuur betreft de
regels op grond waarvan wij handelen en onze wereld zo inrichten als wij
dat doen. Kunst maakt deel uit van de cultuur, maar geeft er ook vaak
commentaar op. Het proces
dat zit tussen je eerste confrontatie met een kunstwerk en je uiteindelijk
gemotiveerde waardeoordeel over het kunstwerk en je beschrijving van wat
je er zelf van hebt geleerd heet kunstbeschouwen. Hieronder staat
een stappenplan kunstbeschouwen.
Je zult merken dat de opdrachten in deze module steeds enkele
stappen uit dit stappenplan volgen. Uiteindelijk is het de bedoeling dat
je dit stappenplan zelfstandig kunt toepassen. We geven hier een sterk
verkorte versie:
Hoewel het
een stappenplan voor kunstbeschouwing is, speelt dit model eigenlijk een
rol bij alle waarnemingen die je doet. Soms zet je de stappen uit het
stappenplan heel nadrukkelijk en afzonderlijk. Vaak volsta je met de al
aanwezige kennis. Dit
'stappenplan kunstbeschouwing' laat alle aspecten zien die een rol kunnen
spelen als je een eigen oordeel moet geven over een kunstwerk dat je gaat
lezen, bekijken of beluisteren.
|