Universele waarden |
|||
|
|||
De jaren tien en twintig van de 20ste eeuw werden duidelijk gevoeld als het begin van een nieuw tijdperk. Overal in Europa waren kunstenaars, vormgevers en architecten enthousiast bezig om nieuwe ideeën uitte dragen en vorm te geven. Deze avant-garde publiceerde manifest na manifest over hoe het moest. De stromingen die in de beeldende kunst ontstonden, zoals het kubisme, het futurisme, het constructivisme en het expressionisme, vonden hun evenknie in architectonische experimenten. | |||
Kunstenaars keerden zich op verschillende
manieren af van een traditionele weergave van de natuur, architecten
zochten naar nieuwe mogelijkheden om ruimte vorm te geven.
|
|||
Velen wilden een bijdrage leveren aan de opbouw van een nieuwe maatschappij. In Nederland gold dat voor de expressionistische Amsterdamse School, maar ook voor De Stijl. Terwijl in Amsterdam in 1917 voor de eerste maal Wendingen uitkwam, publiceerde Theo van Doesburg in Leiden het eerste nummer van maandblad De Stijl, dat begon als de spreekbuis van drie schilders, twee architecten, een beeldhouwer en een schrijver. Initiatiefnemer en gangmaker Theo van Doesburg begon al in 1915 leden te werven voor een avant gardistisch verbond van gelijkgestemde Nederlandse kunstenaars. De Stijl ontstond tijdens de oorlog in de hoop op een ideale toekomst- Het doel was het zoeken naar een absolute harmonie. Een nieuwe kunststijl, meenden leden van De Stijl, zou een nieuwe manier van leven tot resultaat hebben. Hun kunst zou fungeren als een wegwijzer naar de toekomst. In 1918 ondertekenden ze een eerste manifest waarin onder meer te lezen viel: | |||
Er is een oud en een nieuw tijdsbewustzijn. Het oude richt zich op het individueIe. Het nieuwe richt zich op het universele. |
|||
Het individuele en het universele zouden met elkaar in harmonie moeten worden gebracht. Ze grepen met deze begrippen terug naar de ideeënleer van de Griekse filosoof Plato. Volgens diens filosofie zijn de aardse voorwerpen en wezens slechts onvolmaakte (individuele) variaties op het eeuwig geldende onveranderlijke (universele) hogere beginsel, waarop de wetten van het heelal berusten. De kunstenaars van De Stijl probeerden die universele waarden zichtbaar te maken door middel van abstracte kunst met zuivere geometrische vormen en zuivere kleuren. Elke associatie met de toevallige, onregelmatige vormen van de natuur moest worden uitgebannen. Herkenbare voorstellingen waren dus uit den boze. Alleen de rechte lijn, de rechte hoek, horizontalen en verticalen, de drie primaire kleuren rood, geel en blauw en de drie niet-kleuren wit- zwart en grijs kwamen in aanmerking om het beoogde doel te bereiken. Deze ideeën hadden in eerste instantie betrekking op de schilderkunst. Mondriaan noemde deze kunst Nieuwe Beelding of Neoplasticisme en bij bleef de principes tot het eind van zijn leven toe trouw. | |||
Maar hoe moest men ze vertalen voor de architectuur? Het probleem van een gebouw was dat het een praktisch karakter had. Hoe kon men dat herscheppen tot een universele hogere waarheid? In ieder geval was het niet mogelijk om met dezelfde middelen als in de schilderkunst te werken, met lijnen, vlakken, kleuren en niet-kleuren. Een wand was tenslotte een vlak, en een steunpunt een lijn. | |||
Een villa in beton In 1915-1919 bouwde Robert van 't Hoff (1887- 1979) in zijn woonplaats Huis ter Heide ten noordoosten van Utrecht twee villa's van gewapend beton en baksteen. Eén ervan, villa Nora, ontwierp hij in 1914 in opdracht van A.B. Henny, Het was een strak gebouw, opgebouwd uit horizontale, rechte blokken van witgepleisterd beton. Het werd niet afgedekt door traditionele pannen, maar door platte daken die overhuifden, over huis en entree.
|
![]() |
||
Robert van 't Hoff bouwde deze villa's
vlak nadat hij van een reis naar de Verenigde Staten was teruggekomen.
Daar had hij, net als Berlage, kennis gemaakt met het werk van Frank
Lloyd Wright en zelfs voor hem gewerkt. Dat is goed te zien aan villa
Nora, bijvoorbeeld aan de kubusvormige bouwblokken, de platte
overstekende dakpartijen en de
horizontale lijn. Maar terwijl de Amerikaanse architect juist zou hebben
gekozen voor 'aardse' bouwmaterialen, zoals baksteen en natuursteen,
gebruikte Van 't Hoff bewust beton.
Van Doesburg leerde Van 't Hoff en zijn villa Nora in 1916 kennen. De abstracte vorm van het gebouw, geschilderd in de niet-kleur wit en opgetrokken in het moderne neutrale beton, sloot precies aan bij zijn eigen ideeën over architectuur. Daarom haalde hij hem over om mee te doen met de vereniging De Stijl, die een jaar later werd opgericht. Van 't Hoffs werk zou er als voorbeeld kunnen dienen voor een ideale nieuwe architectuur. |
|||
Net als een aantal andere leden van De Stijl bleef Robert van 't Hoff maar kort lid. Hij bedankte in 1919, teleurgesteld over het uitblijven van een nieuwe wereld. De architect was overtuigd communist. Vergeefs wachtte hij in Nederland op de revolutie die in Rusland het volk bevrijd leek te hebben. Hij wilde geen villa's bouwen. maar arbeidershuizen. Als architect was bij echter afhankelijk van opdrachtgevers. Sinds 1923 was hij vooral in Engeland werkzaam. Hij werd er lid van een anarchistische groep en ontwierp in later jaren met behulp van maatsystemen een wooncommune. | |||
|