|
||
Kuleshov-effect |
||
Vanaf het moment dat cinema in 1896 door de gebroeders Lumière in Rusland werd geïntroduceerd, stroomden de bezoekers naar de filmvoorstellingen. Deze vonden eerst plaats in de vorm van kermisattracties, maar in 1903 werd de eerste bioscoop in Moskou geopend en er volgden vele anderen. Toch werd film pas echt een massamedium nadat Lenin in 1919 de filmindustrie nationaliseerde. Lenin, die na de Oktoberrevolutie van 1917 de leider van Rusland werd, sprak in 1922 de vaak geciteerde woorden “Van alle kunsten is de cinema voor ons de belangrijkste.” De voornaamste reden voor deze uitspraak zal niet Lenins liefde voor de cinema zijn geweest, maar diens inzicht dat film de beste manier was om de immense en grotendeels analfabete bevolking van de Sovjetunie te doordrenken met de ideologische boodschap van het communisme. Een grote groep jonge filmmakers raakte geïnspireerd door Lenins woorden en de Oktoberrevolutie zelf. In de periode 1924-1930 spreekt men dan ook over ‘de gouden eeuw’ van de Sovjet-cinema. De ‘Agitka’ was geboren, een korte film met een expliciete boodschap, gemaakt voor propaganda-doeleinden. Deze films werden in het hele land vertoond in speciaal geprepareerde treinen, de Agitpoezd. Voor velen op het platteland was dit de eerste kennismaking met bewegend beeld. Ondanks het feit dat er maar weinig van deze films bewaard zijn gebleven, hebben ze een blijvende invloed achtergelaten, al was het maar omdat de meest invloedrijke filmmakers uit deze periode, waaronder Sergei Eisenstein, hun filmische tanden gescherpt hebben op de Agitka. |
||
Van alle kunsten is de cinema voor ons de belangrijkste |
||
De Russische filmmaker Lev Kuleshov monteerde omstreeks 1918 een korte film, waarin shots van het gezicht van de bekende artiest Ivan Mozzhukhin werden afgewisseld met allerlei andere beelden: een bord soep, een meisje, een doodskist van een oude vrouw. Men liet de film zien aan een publiek dat geloofde dat Mozzhukhins gezichtsuitdrukking elke keer anders was, afhankelijk van of hij naar het bord soep, het meisje of de doodskist ‘keek’, met respectievelijk een uitdrukking van honger, verlangen of verdriet. In feite waren de fragmenten van Mozzhukhin elke keer identiek en met weinig expressie. Vsevolod Pudovkin beschreef in 1929 hoe het publiek “wild enthousiast was over het acteren….zijn diepe somberheid bij het bord soep, ze werden geraakt en geëmotioneerd door de grote zorg waarmee hij naar de dode vrouw keek en ze bewonderden de lichte, gelukkige lach waarmee hij naar het spelende meisje keek. Maar wij weten dat in alle drie gevallen het gezicht exact hetzelfde was.” |
||
The Kuleshov Effect from Michael Sullivan on Vimeo. Een van de pioniers van de Russische cinema was Lev Kuleshov, die zijn naam gaf aan het door hem ontdekte ‘Kuleshov-effect’. Kuleshov laat met zijn experiment zien dat een kijker op zichzelf losstaande beelden met elkaar verbindt en automatisch een relatie legt.
|
||
|
||
|
||
Kuleshov inspireerde Sergei Eisenstein, die veel experimenteerde met montage. Eisenstein kreeg in 1927 de opdracht om ter gelegenheid van de tiende verjaardag van de Oktoberrevolutie een speelfilm te maken over deze historische gebeurtenis. Het resultaat was een film die de revolutie liet zien vanuit een communistisch perspectief. De ‘gouden eeuw van de Sovjet-cinema’ is voorbij op het moment dat communistisch Rusland eind jaren twintig steeds meer de trekken van een dictatuur krijgt. Alle kunsten kregen te maken met eenduidige, opgelegde voorschriften. In Duitsland zie je in de jaren dertig een soortgelijke ontwikkeling. Net als de communisten in Rusland proberen de nazi’s absolute controle over de kunst te krijgen. Voor de beeldende kunst werd in beide landen maar één stijl toegestaan: het (nationaal-)socialistisch realisme.
|