het streven naar moderniteit

Waarop berustte het succes van het kubisme?  Zo was men al sinds de 19de eeuw op zoek naar een stijl die de moderne tijd kon belichamen. Het moest iets krachtigs zijn, met hoekige contouren en een suggestie van doelmatige nuchterheid

Over het streven naar moderniteit valt meer concreets te zeggen - bijvoorbeeld dat het vrij nieuw is. Het dateert ongeveer vanaf de jaren zeventig van de19de eeuw. Vanaf dat moment werd het voor het eerst als een probleem gezien, al zou het nog decennia duren voor er een oplossing was gevonden voor de vraag: maar hoe ziet 'het moderne' er dan uit?

Sonia Delaunay 1925 met een door haar beschilderde auto en "kubistische kleding"

Deze ruim dertigjarige voorgeschiedenis van het zoeken naar een huisstijl voor de moderne tijd vormt ongetwijfeld één verklaring voor het overrompelende succes van het kubisme, toen het eenmaal in het internationale kunstleven was doorgedrongen, tussen 1911 en 1913. In diepste wezen wortelde dat succes in de I9de-eeuwse overtuiging dat de eigentijdse kunst geen vanzelfsprekende bestaansgrond meer had, in tegenstelling tot de romaanse, gotische of byzantijnse kunst. Het was iets dat geconstrueerd moest worden, waarover diep moest worden nagedacht en getheoretiseerd. Dat construeren, nadenken en theoretiseren vormt (tegen alle verwachtingen) een van de meest fascinerende hoofdstukken uit de geschiedenis van de moderne kunst.

Er zit in deze geschiedenis een merkwaardig omslagpunt: wat aanvankelijk werd beschouwd als de vloek van de moderne tijd - 'de machine'- kreeg in de daaropvolgende periode stapje voor stapje meer krediet, tot de machine uiteindelijk werd verheven tot hét symbool, het pars pro toto voor onze tijd. Er moest een Maschinenstil worden geconstrueerd, die op van alles en nog wat kon worden losgelaten en die daarmee tot in de kleinste details 'onze tijd' incorporeerde. Dat sloeg aan: met het naderen van de eeuwwisseling ontketende de artistieke mode een stortvloed aan ijverige lofzangen op schepen, bruggen, auto's, fabrieken, moderne steden en stations. Utiliteit was het toverwoord dat de moderne tijd samenvatte.

In de literatuur en de architectuur bood de nadrukkelijke verheffing van al het moderne een complex aan associaties waar al snel mee gewerkt kon worden, maar voor de beeldende kunst lag dat anders. In de beeldende kunst heeft een bepaalde huiver tegen dat soort onderwerpen lang standgehouden. Het symbolisme, de Jugendstil, de art nouveau waren allemaal synoniemen voor verzet tegen utiliteit. Slingerlijnen en gedachtenstromen in de richting van het hogere, dat is kort gezegd waar het in deze kunst nog aan het begin van onze eeuw om draaide.

Het was op dit punt, zo rond 1907, dat het kubisme aan zijn reddende-engelenmissie begon. Binnen een paar jaar was het werk voltooid: de hele westerse wereld, van Rusland tot de Verenigde Staten en alle satellieten daaromheen, was in de boeien van de moderne vorm geslagen - de vorm waar Picasso en Braque de bedenkers van waren.

 

Braque (glas absint 1911)

Op zichzelf lag dat eigenlijk helemaal niet zo voor de hand. Picasso en Braque waren geen theoretici (in tegenstelling tot een groot deel van hun aanhang); als ze zich over hun vroege kubistische scheppingen uitlieten, dan was het in raadselachtige, laconieke bewoordingen, waar een zoeker naar moderne Theorie in feite niet veel mee aankan. Evenmin speelt de machine in hun werk een rol; ook dat is pas door latere navolgers als Duchamp en Léger tot thema ontwikkeld. Picasso en Braque maakten vooral portretten en stillevens, niet bepaald het soort onderwerpen waarvan je verwacht dat ze de moderne wereld gaan veroveren. Maar ze hadden om zo te zeggen twee sterke troeven in handen. De eerste was een geweldig tweekoppig talent, waardoor die vroege kubistische scheppingen nog steeds hun betoverende werking hebben. 
De tweede troef, die zeker zo bepalend is geweest voor dat krankzinnige succes, bestond uit een vijand die ze deelden met de zoekers en strevers naar een  Maschinenstil. Weinig dingen zijn zo inspirerend tot saamhorigheid als iets waarvan iedereen overtuigd is dat het vermeden, zo niet bestreden moet worden. Zo'n gedeelde vijand is minstens zo goed, zo niet beter, als een theorie. In dit geval had die vijand een opmerkelijk onschuldig gezicht. Aan het begin van de eeuw, nog rond 1907, hing Parijs vol met prachtige, sierlijke affiches van veelal dames die zich ergens mee amuseren; de art nouveau was dé reclamestijl van die tijd, en het feminiene silhouet was haar sine qua non. Dat was de vijand die verslagen moest worden. Het duurde niet lang of de campagne was geslaagd. Binnen vijf jaar hingen de reusachtige jaarlijkse tentoonstellingen in Parijs - de Salon des Indépendants en de Salon d'Automne - vol stoere zoons en bastaards van de kubistische gedachte. Deze tentoonstellingen fungeerden op hun beurt als effectieve publiciteitskanalen: in 1913 was het kubisme ook in Moskou en Petersburg doorgedrongen, en op de New Yorkse Armory Show, de grootste tentoonstelling van moderne kunst uit die tijd (met 1300 werken) was het gepresenteerd als de stijl van de moderne tijd.

Vervolgens duurde het niet lang of ook de reclame en de alledaagse vormgeving was ervan doordrongen. In plaats van sierlijkheid en slingerlijnen kwamen ook hier nu hoeken en facetten die het oog irriteerden in plaats van het te behagen. De moeiteloze schoonheid verdween uit het straatbeeld, en in haar plaats kwam wat wij nog steeds herkennen als 'modern': schreefloze blokletters, afgeplatte, opengeklapte vormen, kleuren die naast de vorm een eigen leven leiden, kortom voorstellingen waarin even gezocht moet worden voor men de pointe ervan doorheeft.

Futurisme en Constructivisme

Wat betreft dat creatieve misverstaan van de oorspronkelijke boodschap, is het waarschijnlijk preciezer om te zeggen dat juist de relatieve zwijgzaamheid en boodschaploosheid van Picasso en Braque een derde troef vormde die het kubisme hielp de wereld te veroveren. In het alledaagse gebruik werd het een stijl voor iedereen die modern voor de dag wou komen, ongeacht of het ging om gordijnontwerpen of schilderijen - op dit terrein kwam men zelfs symbolistische en 'barokke' varianten tegen, de twee stijlen waarvan zeker is dat Picasso en Braque er even niets van moesten hebben -, maar aan de twee uiteinden van de kubistische waaier gebeurde iets eigenaardigs. 

Zo kon het gebeuren dat dezelfde stijl (in een futuristische jas) in ltalie op een haar na Mussolini's officiele beeldtaal werd, en dat diezelfde stijl (nu vermomd als constructivisme) in de Sovjet unie op volle kracht werd ingezet in de mobiele propaganda van de leninistische heilsboodschap. Het kubisme leende zich voor propaganda, maar de inhoud deed er eigenlijk niets toe. En trouwens, het leende zich ook voor decoratie, nog een woord dat in het vocabulaire van de vroege kubisten een uitgesproken verdachte klank had gehad.

Zou de moderne wereld er anders hebben uitgezien als er geen Picasso en geen Braque waren geweest? Misschien, maar ik denk toch niet zó anders. De hoekigheid lag al decennia klaar, in de woorden en gebouwen van autoritaire persoonlijkheden als de architect Adolf Loos, die al veel eerder het 'ornament' tot de taal van de lage perversie had uitgeroepen; of, sympathieker maar niet minder dwingend, in de vroege gebouwen van Frank Lloyd Wright, die in 1895 voor het eerst een ontwerp maakte voor een wolkenkrabber als een immense ladenkast.

Afbeeldingen Kubisme

Afbeeldingen Futurisme

Afbeeldingen Constructivisme 

Opdracht CKV-2: Kies via de bovenstaande links van iedere stroming 1 afbeelding. Geef overeenkomsten en verschillen aan.

Samenstelling bronmateriaal  ten behoeve van ckv-2 (profiel C&M) voor havo en atheneum. Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. 

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij helaas niet geven.

02/01/2010 last update