In den Versuchswerkstätten für Telegraph, Telephon und Kabel erstehen die Maschinen für Zukunftsmusik! 

(Jörg Mager) 

1.- Mechanische muziekinstrumenten

Intonarumori en Rumorarmonio

Tot de mechanische muziekinstrumenten worden de traditionele muziekinstrumenten gerekend, evenals de menselijke stem. De futuristische instrumenten van Luigi Russolo zoals de Intonarumori en het meer ontwikkelde Rumorarmonio worden ook gerekend tot deze categorie. 

2.- Electro-mechanische muziekinstrumenten

Schematisch principe van het Forster-Electrochord en de Neo-Bechstein piano

De werking van de elektro-mechanische muziekinstrumenten berust op verschillende soorten elektro-akoestische omzettingen. Er wordt gebruik gemaakt van elektromagnetische toonafnemers, elektrodynamische of elektrostatische toonafnemers. Voor enige pianofabrikanten als Bechstein en Förster werden de elektrische mogelijkheden voornamelijk beschouwd als uitbreidingen van de pianoklank.

Förster-Elektrochord

In het Förster-Elektrochord ontbreekt de klankbodem en zijn de snaren wat korter. De metalen snaren trillen elk in een magnetisch veld, waardoor een analoog elektrisch signaal wordt geïnduceerd in het spoeltje rond de magneet. Met behulp van twee aftasters op één snaar of twee aftasters op twee gelijkgestemde snaren wordt het elektrisch signaal en dus ook het resulterende luidsprekersignaal complexer. Door het mengen van de signalen van verschillende aftasters voor één toonhoogte zijn verschillende klankkleuren mogelijk, terwijl een pedaal wordt gebruikt als volumeregelaar van de versterker. Een ander pedaal blijft beschikbaar om de mechanische uitdoving van de snaarbeweging na de aanslag op te heffen. Het Förster-Eiektrochord, gebouwd door Oskar Vierling, werd voorgesteld als het universele muziekinstrument van de twintigste eeuw. Om tevens de groeiende generatie radioluisteraars te binden, werd het Elektrochord naar wens geleverd met een ingebouwde radio-ontvanger.

Neo-Bechsteinflügel

De werking van de Neo-Bechsteinflügel berustte ongeveer op hetzelfde principeals dat van Forsters Elektrochord. De firma Bechstein had als oogmerk een goede concertvleugel tegen een betaalbare prijs op de markt te brengen. De Neo Bechsteinflügel heeft een pedaal, waarmee de uitdoving van de snaartrilling geregeld kan worden in verscheidene stappen. Hierdoor is een variatie in klank mogelijk, die zich volgens de fabrikant uitstrekte van de korte spinetklank tot lange orgelachtige tonen. Inmiddels weten we echter dat de karakteristieke instrumentale klankverschillen niet alleen op de verschillen in toonduur berusten. Ook de Neo- Bechsteinflügel kon met ingebouwde radio-ontvanger worden geleverd, maar ook een ingebouwde platenspeler in de luidsprekerkast behoorde nog tot de speciale mogelijkheden. Het is duidelijk dat de pianofabrikanten toentertijd de opkomst van de radio- en grammofoonindustrie met angst en vrees tegemoet zagen.

Een meer geperfectioneerde versie van de Neo-Bechsteinflügel werd samen met de firma Siemens ontwikkeld en onder de naam Elektroflügel op de markt gebracht. Minder bekende maar vergelijkbare instrumenten zijn op de markt geweest onder de namen Elektro-akustische Klavier, Variachord, Electone, Minipiano en Dynatone. Bij al deze instrumenten werd de klank hoorbaar door middel van de luidspreker.

Neo-Bechstein piano met ingebouwde radio-ontvanger en platenspeler

De naam van Oskar Vierling is ook verbonden aan de elektrische viool en de elektrische cello, waarbij de beweging van de metalen snaar ook door middel van elektromagnetische omzetting als akoestisch signaal hoorbaar werd gemaakt met behulp van de luidspreker.

Hammondorgel

Laurens Hammond maakte gebruik van dit principe voor de bouw van het Hammondorgel. Een van de ontwerpen had twee manualen en een pedaal. In een latere uitvoering werd met het pedaal een toongenerator ingeschakeld. De manualen daarentegen bleven gekoppeld aan 91 toonwielen met verschillende klankkleuren of timbres, die werden opgewekt op basis van het elektromagnetisch principe. We gaan hier niet verder in op latere uitbreidingen van het Hammondorgel met frequentiedelers, ruisgenerator, amplitude- en frequentiemodulatoren, die evenals de toongenerator niet thuishoren in deze categorie van elektro-mechanische instrumenten.

Condensatorsirene

Bij de condensatorsirene wordt voor de klankopwekking gebruik gemaakt van de elektrostatische toonafname. In plaats van een roterende metalen schijf die veranderingen in een Permanent magnetisch veld veroorzaakt, draait bij de condensatorsirene een bewerkte condensatorplaat voor de andere stilstaande condensatorplaat langs. Door deze beweging verandert de capaciteit van de condensator analoog aan de omloopsnelheid en de vorm van de roterende condensatorplaat. De variabele capaciteit veroorzaakt een variabel spanningsverloop, hetgeen als klank hoorbaar wordt gemaakt door middel van de luidspreker. Voor de praktische muziekbeoefening kreeg de condensatorsirene echter geen betekenis.

Wurlitzerorgel

Wel is populair geworden het Wurlitzerorgel, waarin ook gebruik werd gemaal van het principe van de elektrostatische toonafname. Wurlitzer had een grote naam op het gebied van Amerikaanse pijporgels voor het theater. De luchtstroom langs de pijplip werd in ere gehouden, maar de trillende luchtkolom werd in elektrische termen vervangen door een condensator waarvan de bewegende plaat bestond uit de trillende pijplip.

Dereux-orgel

In Frankrijk werd het Dereux-orgel ontwikkeld, waarin het elektrostatise principe, zoals bekend van de condensatorsirene, werd toegepast. Eén condensatorplaat staat vast als stator; de andere condensatorplaat, waarvan de rand is gevormd overeenkomstig de golfvorm van een bekend pijporgeltimbre, draait rond als rotor voor de stator. Het Dereux orgel is opgebouwd uit een groot aantal van dergelijke, roterende variabele condensatoren, waarmee een aantal pijporgelrigisters kan worden geïmiteerd.

3.- FOTO-ELEKTRISCHE MUZIEKINSTRUMENTEN

De foto-elektrische muziekinstrumenten werken op basis van het foto-elektrische principe. Hierbij wordt een veranderlijke hoeveelheid licht door middel van een foto-elektrische cel omgezet in een analoog veranderende elektrische spanning. 0p dit principe berust het optisch geluidspoor, zoals dit in de film en voor korte tijd in het Philips-Miller systeem werd gebruikt. Indien een golfvorm uit een cirkelvormige plaat wordt weggeknipt en deze vervolgens wordt genoteerd tussen een constante lichtbron en een licht-ontvangende foto-elektrische cel, dan is de resulterende spanning analoog aan de geknipte golfvorm en de frequentie gelijk aan de rotatie snelheid van de schijf.

Lichtelektrische Klavier of Superpiano

Welte Lichtton-Orgel

Dit is de werking van de lichtgenerator, ook wel foto-elektrische generator of lichtsirene genoemd. Door de combinatie van verscheidene lichtgeneratoren bouwde E. Hugoniot in 1921 het eerste orgel op basis van het foto-elektrisch principe. Verschillende golfvormen op de schijven bepalen de verschillende registers van het orgel. E. Spielman bouwde in 1927 zijn Lichtelektrische Klavier of Superpiano. Vervolgens ontstond het Welte Lichtton-Orgel met achttien klankkleuren of registers. In Frankrijk werd een versie gebouwd, waarin de golfvormen voor de verschillende registers werden gekozen overeenkomstig de golfvormen van registers van enige beroemde pijporgels. Tot slot zij opgemerkt dat thans voor dergelijke aftastsystemen gebruik zou worden gemaakt van het flying-spot principe uit de televisietechniek.

Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 uit het profieldeel  C&M voor havo en atheneum.  Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. 

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij helaas niet geven.
02/01/2010 last update digischool ckv-2