Wassily Kandinsky en

Arnold Schönberg

De correspondentie tussen Wassily Kandinsky en Arnold Schönberg

De correspondentie tussen Wassily Kandinsky en Arnold Schönberg is een treffend voorbeeld van de gemeenschappelijke idealen en uitgangspunten, die kunstenaars uit verschillende disciplines aan het begin van de twintigste eeuw deelden. De schilder en de componist schrijven elkaar over muziek en beeldende kunst in het zekere vertrouwen dat ze het in wezen over hetzelfde hebben.

Hoezeer de beide kunstenaars op een zelfde lijn zitten, blijkt uit de 'Bühnenkompositionen' die ze schreven: Kandinsky's 'Der Gelbe Klang' en Schönbergs 'Die Glückliche Hand' zijn voorstellingen die 'ziels-indrukken' willen verbeelden en oproepen.

Op dat niveau maakt het niet meer uit of je het hebt over muziek of over beeldende kunst, literatuur, of welke andere kunstvorm ook, vinden zowel Schönberg als Kandinsky; het doel van alle kunst is gelijk: het uitdrukken van het wezen van mens en wereld.

ARNOLD SCHÔNBERG: 'Die Gluckliche Hand'. WASSILY KANDINSKY: 'Der Gelbe Klang'.

Drama mit Musik, op.18 (1910-1913). 

Schönberg’s 'Musik-Drama' is minder abstract dan Kandinsky's 'Bühnen-Komposition'. In 'Die Glückliche Hand' is een, zij het uiterst gecomprimeerd, verhaal te herkennen. Een man in versleten kleren ligt uitgeput op het toneel, een 'fabeldier' op zijn rug. Er komt van achteren een vrouw op. De man kijkt niet om, maar het is duidelijk dat zij 'alles' voor hem is:

' 0, du! Du Gute! Wie schön du bist! Deine schöne Seele!'

De vrouw gaat op hem toe, hij strekt zijn hand naar haar uit, ze verdwijnt weer, hem kwijnend achterlatend. Even later komt ze weer op en begroet een net geklede man, met wie ze meegaat. Ze komt weer op, de arme man probeert haar te bereiken, maar het lukt niet. Met een achteloze beweging van haar voet stoot ze een rotsblok om dat hem bedelft.

Eine Buhnenkomposition (1912).

'Der Gelbe Klang' is een toneelstuk zonder handeling, zonder logisch verhaal, een spel met vormen, kleuren, bewegingen en klanken. Alles is erop gericht niet het bewustzijn, maar het onderbewuste van de toeschouwer aan te spreken. Zoals ook in een droom schijnbaar onsamenhangende beelden een duidelijke betekenis kunnen krijgen, zo wil Kandinsky 'met de middelen van het theater' schilderen. Een willekeurige greep uit de 'handeling':

Uit het orkest klinken enge onbestemde akkoorden. Op het toneel schuiven grote reuzen schijnbaar zwevend voorbij. Een groene heuvel rijst langzaam op, wordt gaandeweg helwit. Er vliegen onduidelijke wezens van links naar rechts over het podium, wier vlucht in de muziek weerklinkt. Een grote gele bloem verschijnt midden op de heuvel. In felgekleurde, vormeloze kleren komt een groot aantal mensen op met witte bloemen in de hand. Ze spreken. eerst samen, dan apart en door elkaar:

'Die Blumen bedecken alles. Schliess die Augen. Wir schauen. Bedecken mit Unschuld Empfangniss. Öffne die Augen! Öffne die Augen! Vorbei, vorbei.'

 

De Nederlandse Opera (live recording). Conductor: Oliver Knussen, stage director: Pierre Audi, concept: Iannis Kounellis (Amsterdam 2005). Score available at www.universaledition.com

Dit summiere handelingsverloop wordt als het ware vertraagd weergegeven, begeleid en verbeeld door kleurig licht, veranderende decors, koorzang en orkestmuziek. Wat Schönberg, al musicerend 'met de middelen van het toneel' wil uitdrukken is het bedrieglijke van 'aards geluk' dat je telkens weer door de vingers glipt. Terwijl je toch het eeuwige, het bovenaardse geluk in jezelf meevoert. Wie een droom najaagt, kan beter in zichzelf zoeken dan proberen de vervulling van zijn wensen in uiterlijkheden te vinden.

Schönberg noemt zijn werk zelf: 'Die Kunst der Darstellung der inneren Vorgänge'. Het belangrijkste is dat de zielsbeweging die duidelijk uit de handeling voortkomt, niet slechts door gebaren, beweging en muziek is uitgedrukt maar ook door kleuren en licht. Die worden hier op dezelfde wijze behandeld als anders tonen: er wordt muziek mee gemaakt.

 

Grote studie 1914

Plotseling worden alle bloemen geel. De reuzen fluisteren, achter op het toneel wordt een houterig koor hoorbaar. Dan hoort men uit het orkest weer enkelvoudige kleuren. Over de rotsen strijkt een rood licht en ze beven. Kandinsky beschrijft deze 'kleine theatercompositie' als 'een poging uit de bron van de innerlijke noodzaak te putten'.

Er zijn hier drie elementen, die met uiterlijke middelen het innerlijke dienen: 

  • Klank en beweging in de muziek (muziek)
  • Klank en beweging door lichamen en voorwerpen (dans)
  • Klank en beweging door kleuren (beeldend)

Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 uit het profiel cultuur en maatschappij voor havo en atheneum.  Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Geraadpleegde lit: Openbaar Kunstbezit. 1985/4 Tekst/Stem: Kees Zonneveld.

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij niet geven

01/30/2010 update